Suchergebnisse

In deze scriptie is onderzoek gedaan naar het catechetisch onderwijs bij Dietrich Bonhoeffer. Daarbij is zowel gekeken naar de eigen praktijk van Bonhoeffer als naar de colleges catechetiek die hij heeft verzorgd op het Predigerseminar te Finkenwalde. Ook zijn in dit onderzoek de catechismi betrokken waarvan Bonhoeffer medeauteur is en zijn brieven van Bonhoeffer en getuigenissen van oud-catechisanten gebruikt. Wat betreft het curriculum staat Bonhoeffer vooral in de Lutherse traditie. Zijn eerste catechismus schreef hij samen met Franz Hildebrandt. Tijdens de colleges in Finkenwalde presenteert Bonhoeffer een onderwijsplan voor belijdeniscatechese, dat ook als een catechismus gezien kan worden. Vertalingen van beide catechismi zijn in dit onderzoek opgenomen. In het onderwijsplan grijpt hij wat betreft de structuur en inhoud met name terug op de Kleine Catechismus van Luther, maar ook de Heidelberger catechismus en een catechismusopzet van een van zijn studenten dienden als inspiratiebron. Daarnaast is er bij een aantal vragen duidelijk overeenkomst met de inhoud van de Barmer Thesen. Uit dit onderzoek blijkt dat de politiek-maatschappelijke context Bonhoeffer er toe bracht beide catechismi te schrijven. De eerste catechismus wil duidelijk maken wat het geloof op dat moment voor de opgroeiende generatie te zeggen heeft. De tweede catechismus of het onderwijsplan wil het belijden van de Bekennende Kirche formuleren. Heel nadrukkelijk is er daarom aandacht voor de positie van de Joden in de kerk en de positie van de overheid ten opzichte van de kerk. In de tweede catechismus komt nog duidelijker de afkeer van nationaalsocialistisch gedachtegoed naar voren dan in de eerste catechismus. Daarnaast toont dit onderzoek aan dat Bonhoeffer, anders dan wel wordt beweerd, oog had psychologie, pedagogiek en didactiek. Bonhoeffer neemt een eigen beargumenteerde positie in tegenover de opvoeding vanuit het nationaalsocialisme en het idealisme. Er moet in de catechese niet aangesloten worden bij de religieuze situatie van kinderen en jongeren, zoals dat bij het nationaalsocialisme het geval was. Het Woord van God moet bij de catechese zo gebracht worden dat ze ergernis oproept. Jongeren moeten in een crisis terecht komen en vandaaruit een beslissing voor God nemen. Van belang is volgens Bonhoeffer om jongeren lief te hebben en voor hen open te staan. Bonhoeffer gaf daarin zelf het voorbeeld door zijn omgang met de catechisanten in Berlijn. Alleen de kerk heeft het recht om de Bijbel uit te leggen aan jongeren in de catechese, dit is de zogenaamde Arkandisziplin. De catechese moet leiden tot navolging van Christus en participatie in de gemeenschap van de kerk.

This essay was delivered during a panel discussion entitled "'Costly Discipleship and Contemporary Culture: Bonhoeffer as a Model for Religious Activism" during the conference Dietrich Bonhoeffer for Our Times: Jewish and Christian Perspectives, cosponsored by the Center for Christian-Jewish Learning at Boston College, the United States Holocaust Memorial Museum, Hebrew College, and Andover-Newton Theological School, September 18, 2006. The author argues that conservative American evangelicals "often conflate loyalty to Jesus Christ with loyalty to the United States of America. They weave together loyalty to Jesus Christ with loyalty to the president, the party, the troops, the flag, or the nation." For the author, the witness of Dietrich Bonhoeffer encourages a strong resistance to such a confusion of loyalties.

"Silence in the face of evil is itself evil: God will not hold us guiltless. Not to speak is to speak. Not to act is to act." Though not found in his works, the phrase has often been attributed to Dietrich Bonhoeffer. Who is Bonhoeffer and why is that phrase so attached to him? Using a historical critical method and text analysis, this article is to present Bonhoeffer's story of discipleship and his theological reflection in his struggle against the Nazi during the Second World War. For Bonhoeffer, Hitler is anti-Christ. Therefore, for him, faith means a struggle and theology must be politically characterized. In Christ, God being human, Christians live their faith concretely in the reality of the world.

Dans cette introduction aux actes du colloque Bonhoeffer de l'ATEM (2006 au Louverain), l'a. rappelle la complexité de l'interprétation de l'éthique de Bonhoeffer, notamment si l'on considère les différentes étapes de sa pensée (Nachfolge, Ethique, Résistance et soumission). Il en appelle à une réception généalogique et critique

What would Dietrich Bonhoeffer have to say today relative to the ethical issues of a nuclear age? Is it possible to obey the commandments of God in an unambiguous way? Although there is no simple answer, relavant guidelines are available.

Soffermarsi sul pensiero di Bonhoeffer, a circa settant'anni di distanza dalla sua morte in un campo di concentramento nazista, ci offre l'opportunità di ragionare criticamente sulla laicità. Le riflessioni sul "mondo divenuto maggiorenne" e l'esplicito richiamo alla formula groziana dell'etsi deus non daretur stimolano i credenti a riconsiderare il modo di vivere ed esprimere la propria fede. In un mondo divenuto adulto, che "se la cava senza Dio" la separazione tra Chiesa e Stato è una necessità derivante dal bisogno di onestà intellettuale. La politica, il diritto, la scienza così come l'etica possono rivendicare la propria autonomia rispetto alla religione poiché è stato Dio stesso – afferma Bonhoeffer – a lasciarsi cacciare fuori dal mondo sulla croce. Tutto ciò non conduce a sostenere l'irrilevanza del fenomeno religioso, come se non ci fosse davvero alcun posto per esso. Il luogo della fede è, infatti, un altro; quello dell'incontro personale col Cristo che chiama ad essere discepoli. Nella consapevolezza della particolarità e della profondità dell'esperienza della fede e della conversione, e nel riconoscimento della centralità della libertà ai fini della ricerca della verità, l'onesta intellettuale del credente dovrebbe condurlo a non imporre ai non credenti il proprio punto di vista religioso sulle questioni mondane.

This study investigates the theological concept of Christian discipleship in Abraham Kuyper and Dietrich Bonhoeffer. It begins with a historical-theological study of Kuyper and Bonhoeffer, and then provides an ethical consideration of a resulting four-movement hermeneutic of discipleship. Part I explores the development and practice of Kuyper's discipleship in the years 1894 to 1905, with particular analysis of important works from this period, including his Encyclopedia of Sacred Theology, "Dienst des Woords," Christ and the Needy, Lectures on Calvinism, "The South African Crisis," The Work of the Holy Spirit, To Be Near Unto God, "Common Grace," and "Sphere Sovereignty." These works are placed alongside key personal and political episodes in Kuyper's life in order to understand the influence of his concept and practice of discipleship on his public actions. Similarly, in Part II, Bonhoeffer's theological notion of discipleship is investigated between the years 1935 to 1945. His book Discipleship is analyzed for its theological and practical implications to his work directing the preacher's seminary at Zingst, Finkenwalde, and then "underground." To further explore Bonhoeffer's efforts at theological education, his writings on the Sermon on the Mount, the House of Brethren, the Guide to Scriptural Meditation, and numerous letters and lectures are investigated in terms of their relationship to specific historical issues and events related to the Confessing Church. Bonhoeffer's 1939 trip to America and his decision to participate in the conspiracy are also studied. Finally, Bonhoeffer's Ethics and Letters and Papers from Prison provide significant insight into his culminating understanding and practice of discipleship. The final part of the dissertation compares and contrasts Kuyper's and Bonhoeffer's theology of discipleship via a four-movement hermeneutic of discipleship: revelation is the foundation of discipleship; Jesus Christ is the reality of discipleship; belief-obedience is the action of discipleship; and the possibility of discipleship is participating in God's work in and for the common good of the world. These four movements provide a historical and theological framework for comparing and contrasting Kuyper's and Bonhoeffer's theology and practice of discipleship. In addition, the four movements promote an ethical and theological approach to the contemporary question of discipleship. Throughout, the study maintains focus on a central question: what does it mean to follow-after Jesus Christ?

Es gehört zu den Errungenschaften der Neuzeit, einer Vermischung von Kirche und Staat zu wehren. Weder soll die Kirche theokratisch das politische Gemeinwesen bestimmen noch der Staat totalitär über die Kirche herrschen. Kirche und Staat sollen getrennt sein. Deutschland, Frankreich und die USA versuchen auf je andere Weise, diese notwendige Trennung von Kirche und Staat zu realisieren. Was war der Grund für die unterschiedlichen Modelle? Worin liegen die Stärken, worin die Schwächen des jeweiligen Modells? In jüngster Zeit stellen sich diese Fragen neu, nicht nur angesichts der Verortung der islamischen Religion in den westlichen Gesellschaften.Für einen sinnvollen Vergleich der drei Länder nimmt der Band eine doppelte Perspektive ein: Auf der einen Seite wird historisch danach gefragt, wie es zu der spezifischen Form des jeweiligen Staat-Kirche-Verhältnisses gekommen ist. Auf der anderen Seite werden Probleme und Chancen des jeweiligen Modells diskutiert, wobei Veränderungen und Herausforderungen der jüngsten Zeit besonders ins Gewicht fallen.Der Band dokumentiert die Vorträge der XIV. Dietrich Bonhoeffer Vorlesung 2010 in Mainz.

Es gehört zu den Errungenschaften der Neuzeit, einer Vermischung von Kirche und Staat zu wehren. Weder soll die Kirche theokratisch das politische Gemeinwesen bestimmen noch der Staat totalitär über die Kirche herrschen. Kirche und Staat sollen getrennt sein. Deutschland, Frankreich und die USA versuchen auf je andere Weise, diese notwendige Trennung von Kirche und Staat zu realisieren. Was war der Grund für die unterschiedlichen Modelle? Worin liegen die Stärken, worin die Schwächen des jeweiligen Modells? In jüngster Zeit stellen sich diese Fragen neu, nicht nur angesichts der Verortung der islamischen Religion in den westlichen Gesellschaften.Für einen sinnvollen Vergleich der drei Länder nimmt der Band eine doppelte Perspektive ein: Auf der einen Seite wird historisch danach gefragt, wie es zu der spezifischen Form des jeweiligen Staat-Kirche-Verhältnisses gekommen ist. Auf der anderen Seite werden Probleme und Chancen des jeweiligen Modells diskutiert, wobei Veränderungen und Herausforderungen der jüngsten Zeit besonders ins Gewicht fallen.Der Band dokumentiert die Vorträge der XIV. Dietrich Bonhoeffer Vorlesung 2010 in Mainz.

Werner Fuld, Thomas F. Schneider (Hg.): "Sag mir, dass Du mich liebst." Erich Maria Remarque - Marlene Dietrich. Zeugnisse einer Freundschaft; Hermann Kreutzer, Manuela Runge: Ein Koffer in Berlin. Marlene Dietrich - Geschichten von Politik und Liebe; Werner Sudendorf: Marlene Dietrich; Linde Salber: Marlene Dietrich; Ulrike Wiebrecht: Blauer Engel aus Berlin; Jean-Jacques Naudet, Peter Riva: Marlene Dietrich. Kommentiert von Maria Riva

Werner Fuld, Thomas F. Schneider (Hg.): "Sag mir, dass Du mich liebst." Erich Maria Remarque - Marlene Dietrich. Zeugnisse einer FreundschaftHermann Kreutzer, Manuela Runge: Ein Koffer in Berlin. Marlene Dietrich - Geschichten von Politik und LiebeWerner Sudendorf: Marlene DietrichLinde Salber: Marlene DietrichUlrike Wiebrecht: Blauer Engel aus BerlinJean-Jacques Naudet, Peter Riva: Marlene Dietrich. Kommentiert von Maria Riva

This article compares Arendt and Bonhoeffer on the occasion of the 100th anniversary of their births. The paper presents an unusual depiction of Arendt's work, namely, its religious dimension and interests. The thought of the two intersects in three general areas. First, both embrace a fundamental worldliness that affirms the worth of life in the world and the faith that responds to it. Secondly, both recognize history as a territory of sin and evil and both claim the importance of acknowledging such sin and evil in a life of worldly action. Indeed, such recognition may be the key to successful political activism today. Thirdly, both thinkers develop precise, personal understandings of Jesus as a worldly presence. Indeed, an effective political struggle, especially in a society like the United States, may be unable to avoid delineating an image of and attitude to Jesus.

Rezension zu Dietrich Schubert: "Jetzt wohin?" Heinrich Heine in seinen verhinderten und errichteten Denkmälern. Köln, Wien, Weimar (Böhlau Verlag) 1999 (= Beiträge zur Geschichtskultur; Bd. 17). 380 Seiten. Der Heidelberger Kunsthistoriker Dietrich Schubert liefert mit seiner chronologischen Darstellung der deutschen Streitereien, Plädoyers und Strategien um Heine-Denkmäler einen Forschungsbeitrag, der in gleicher Weise "politisch" und "künstlerisch" von Interesse ist.

Pribbenow, Brad A. "Prayerbook of Christ, Prayerbook of the Church: Dietrich Bonhoeffer's Christological Interpretation of the Psalms." Ph.D. diss., Concordia Seminary, 2017. 260pp. Dietrich Bonhoeffer (1906–1945), German Lutheran theologian and pastor, is known as an ethicist, church reformer, political resistor, seminary professor, and martyr. Yet overlooked by many scholars is his contribution to the history of interpretation of the Psalms. Bonhoeffer's interpretive approach toward the Psalms, which shares many characteristics of pre-critical exegesis, is built on a two-pronged hermeneutic emphasizing the relationship of the Psalms to prayer and to Jesus Christ the Crucified One. The distinguishing mark of his unique contribution to the history of interpretation is his emphasis on Jesus Christ, who prayed the Psalms in his incarnation. This historical and existential reality functions as the filter through which Bonhoeffer interprets the Psalms for himself and for the church. Bonhoeffer's writings on the Psalter, including his use of the Psalms at Finkenwalde and into the last two years of his life in Nazi prison, demonstrate various applications of this approach. An analysis of Bonhoeffer's interpretation of the Psalms in the latter years of his life explores the ways in which he developed and changed his approach. This dissertation concludes with an evaluation of the strengths and weaknesses of Bonhoeffer's interpretive approach, as well as suggestions for how this research might aid the church in its use of the Psalms and contribute to other scholarly pursuits in the field of biblical studies.

Dietrich Rollmann von Dattenberg war von 1624 bis 1632 Johanniterkomtur zu Villingen, Trier und Niederwesel. Er war einer der bedeutendsten Komturen in Villingen. Mitten im 30jährigen Krieg gab er für die Erhaltung und Ausstattung der Kirche 30.000 Gulden. Der Betrag reichte nicht nur für die Kirche und deren Ausstattung, sondern erhöhte sich durch Zinsen bis 1805 auf 35.000 Gulden. Auch war er ein vortrefflicher Verwalter seiner großen Einkünfte, die sowohl aus seinem Familienbesitz als auch aus dem Orden stammten. So hat er die Kirche der Kommende renoviert, sie mit Bildern, Paramenten und einer Orgel neu ausgestattet.