Die folgenden Links führen aus den jeweiligen lokalen Bibliotheken zum Volltext:
Alternativ können Sie versuchen, selbst über Ihren lokalen Bibliothekskatalog auf das gewünschte Dokument zuzugreifen.
Bei Zugriffsproblemen kontaktieren Sie uns gern.
99 Ergebnisse
Sortierung:
In: WRR Rapporten, 86
Het biometrisch paspoort, de Verwijsindex Risicojongeren, het Elektronisch Patiëntendossier, nationale en internationale gegevensuitwisseling tussen organisaties of het gebruik van digitale profielen van burgers: deze en vele andere toepassingen staan beleidsmakers en uitvoerders ter beschikking dankzij de inzet van ict. Maar wat betekent de inzet van ict in beleid en uitvoering voor de relatie tussen overheid en burgers? Wat zijn de gevolgen voor het functioneren van de overheid zelf? Hoe wordt in het proces van voortgaande digitalisering een afweging gemaakt tussen beginselen als veiligheid
In: WRR Rapporten, 74 v.No. 74
Het klimaatprobleem is met het van kracht worden van het Kyoto-verdrag nog lang niet opgelost. Hoe kunnen Nederland en de EU een effectief klimaatbeleid voeren? Daarbij moet rekening worden gehouden met een mondiale omgeving waarin door economische groei de emissies eerder groeien dan dalen en waarin internationale afspraken moeizaam tot stand komen. Het rapport Klimaatstrategie besteedt aandacht aan de drie componenten waaruit het klimaatprobleem bestaat. Hoe kan Nederland zich aanpassen aan klimaatverandering die onherroepelijk komen gaat? Welke technologieën zijn kansrijk om voor emissiered
In: WRR Rapporten, 85
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) bepleit in zijn rapport Aan het buitenland gehecht een nieuwe aanpak van het buitenlandbeleid. De wereld om ons heen is onderhevig aan veranderende machtsverhoudingen, wordt bevolkt door andere spelers dan in het verleden, en wordt gekenmerkt door een sterkere verknoping van nationale en internationale vraagstukken. Dit vraagt om nieuwe antwoorden, om een heroriëntatie op het buitenlandbeleid. Het rapport wordt op 30 november namens de regering in ontvangst genomen door de minister van Buitenlandse Zaken, dr. U. Rosenthal. Het rapport st
In: Collection de droit international 13
In: Studia diplomatica: Brussels journal of international relations, Band 58, Heft 4, S. 197-212
ISSN: 0770-2965
An article on how the Flemish government has used the new legislation to found its own international cultural policy and if its aims were solely cultural, or mixed with political and/or economic gains. Up till now cultural policies have been mainly policies of subvention and not enough autonomous, since political and economical aims were found too important. Regarding autonomy, the results have not been brilliant; international subventions, regulated by external factors, have been mainly of a political and economical nature, which diminishes the structural practices, leaving a tight budget for an autonomous, authentic policy. However, compared with Holland and the Walloon provinces, the results seem better. The functionality in Walloon remains highly influenced by international merchandising goals, and Holland has accepted the existing and hard to avoid co-relation with other domains, but their idea of an autonomous policy seems rather individualistic. As regards the EU: its nature is too economical to make for a successful autonomy. Future aims seem worthwhile however in a cooperation of a Dutch language union, an international cooperation thus, between the Netherlands and Flemish cultural strategies. It is a costly business, but promoting Dutch language contributions to the international scene provide some good basics for an internationalized policy, to which the Flemish-Dutch Cultural Policy Committee (Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland) has given its approval. References. O. van Zijl
In: VOR Rechtsgeleerdheid, 346 v.No. 346
Voor de zittende Sudanese president Al-Bashir geldt een internationaal arrestatiebevel. België en Senegal bakkeleien in Den Haag over de berechting van de voormalig Tsjaadse dictator Habré. In haar oratie stelt Barbara Oomen dat het de wereldgemeenschap steeds meer menens is met de mensenrechten. Paradoxaal genoeg vraagt dit proces van universalisering van de mensenrechten lokale verankering. De nadruk op 'traditionele' rechtspleging na ernstige mensenrechtenschendingen vormt hiervan een voorbeeld. Oomen stelt dat zowel de wereldgemeenschap in wording als lokale gemeenschappen het monopolie op
In: Res publica: politiek-wetenschappelijk tijdschrift van de Lage Landen ; driemaandelijks tijdschrift, Band 29, Heft 2, S. 207-229
ISSN: 0486-4700
A profile of the careers of Belgian ministers since WWII is presented, drawing on data from various studies. The ministers are predominantly French-speaking, M, U-educated, & of UMc or Mc origin. The most frequent professional occupations are lawyer, U professor, & business executive. The political career leading to a ministerial post is most likely to go through the legislative bodies (city council, county council, & parliament); a secondary route is via the political parties (district & then national party leader). After their ministerial careers ended, 39% of the ex-ministers continued to play a prominent part in parliament. These findings are compared with those for the Netherlands, West Germany, & France. The main difference is the importance of the bureaucratic component in the structure of the ministerial elite in those three countries; in Belgium this is not very important. 10 Tables. Modified HA
Bij de overheid gaat nogal eens wat fout. Soms is er sprake van grote beleidsfouten, bijvoorbeeld beleidsplannen die niet blijken te werken, stelsels die hun doelen niet halen en programma's die verkeerd uitpakken. Maar er zijn ook concrete projecten die mislukken. Vaak gaan er zaken mis in de uitvoering. De ernst van de fouten kan nogal uiteenlopen. Ook worden sommige fouten uitvergroot, terwijl andere juist worden gemaskeerd. Soms is een fout bijna onvermijdelijk, bijvoorbeeld omdat bij het maken van beleid niet gelet is op de uitvoerbaarheid. Maar het kan ook gaan om blunders. 'Dat had niet zo gemoeten' is een veelgehoorde verzuchting in dit verband. Roel Bekker gaat op basis van een analyse van de voorvallen, maar ook aan de hand van zijn eigen ervaringen als topambtenaar, in op wat er misgaat. Hij beschrijft een groot aantal grote en kleine mislukkingen. Kern van het boek is een verkenning van de oorzaken van wat er fout is gegaan. En dan vooral de achterliggende oorzaken: het politieke systeem, de bureaucratie of de verkokering van de overheid. Of gewoon stommiteiten. In een apart hoofdstuk komt een aantal blundergebieden aan de orde, terreinen of thema's waarbij het vaker fout gaat dan normaal. Hoe komt dat?