History, geography, and auxiliary disciplines - Gedurende de tweede helft van de zestiende eeuw groeit het aandeel en het belang van geschriften in de Nederlandse volkstaal. Sommige van deze teksten verkondigen een levensvisie die sterk uitgaat van wat Coornhert 'het voncxken des Godlijcken Lichts' noemt: de rede, waaraan elk mens deel heeft en die elk mens in staat stelt ware kennis en een oprecht leven te krijgen. Deze auteurs leverden zo een belangrijke bijdrage aan een intellectueel en cultureel klimaat waarin later, in de zeventiende eeuw, radicale vormen van rationalisme konden ontstaan. Hun werk weerspiegelt een dynamisch mengsel van klassieke filosofie, volkstalig humanisme, verlicht christendom, intellectueel spiritualisme en pragmatische volksvroomheid. Hun uitgangspunten zijn de goedheid van de mens en de mogelijkheid van morele groei door redelijke kennis. Hun doel is het bereiken van volmaakt geluk.
History, geography, and auxiliary disciplines - De Nederlandse Opstand wordt gewoonlijk beschreven als een aaneenschakeling van politieke polarisering, religieuze radicalisering en militaire mobilisering. Toch vonden tot 1581 telkens opnieuw verzoeningspogingen plaats om deze escalatie te vermijden. Daarbij probeerden zowel edellieden als koninklijke en keizerlijke vertegenwoordigers het conflict op diplomatieke en verzoenende wijze te beslechten. Deze studie gaat over deze vredehandel. Welke verzoeningspogingen werden ondernomen? Waarom werden die telkens opnieuw ondernomen? En vooral, in welke mate konden deze toenaderingspogingen succes boeken? Op basis van archivalische en gedrukte bronnen brengt dit boek de redenen, modaliteiten en mogelijkheden van de vredesonderhandelingen tijdens de beginjaren van de Opstand in kaart. Vanuit de raak- en breekpunten tussen adellijke en Habsburgse verzoeningspogingen werpt dit boek een nieuw licht op de vraag waarom de onderhandelde hereniging met Filips II gedeeltelijk plaatsvond in 1579-1580 en zo een bijkomend motief creëerde voor het Plakkaat van Verlatinge in 1581.
History;geography;auxiliary disciplines - Stinkende Moffen, narrige Pruisen en hongerlijdende Westfaalse indringers, zo werden de Duitse nieuwkomers in de tweede helft van de negentiende eeuw door Nederlanders genoemd. Nederland moest paal en perk stellen aan de immigratie zodat het niet een toevluchtsoord zou worden voor de woelzieken en onruststokers, of een algemeen armengesticht voor de behoeftigen uit alle oorden der wereld. Duitse immigranten vormden eeuwenlang de grootste groep vreemdelingen in Nederland en dat bleef zo tot de komst van de gastarbeiders in de twintigste eeuw. Ze lieten hun sporen na in de Nederlandse samenleving en introduceerden het bovengistende bier, zoals we dat nu drinken, de kerstboom, het turnen en het winkelen als vrijetijdsbesteding. Toch is juist over deze grootste groep relatief weinig bekend. De geschiedenis van de Duitse immigranten biedt de mogelijkheid om te onderzoeken wat de continuïteit van groepsvorming onder immigranten bepaalde. Daarmee raakt het onderwerp van dit boek aan actuele discussies omtrent groepsvorming, etniciteit en integratie. In dit boek worden de levens beschreven van de Duitse immigranten, die in de tweede helft van de negentiende eeuw in Utrecht woonden. Waar kwamen zij vandaan, met wie trouwden ze, in welke beroepen werkten zij en vooral ook, wat deden zij in hun vrije tijd?
History, geography, and auxiliary disciplines - Van Santa Claus (Sinterklaas) en zijn slee (sleigh) tot aan de dollar (vernoemd naar de daalder) en Yankees (Jan Kees), de Nederlandse taal is van grote invloed geweest op het Amerikaans-Engels. Yankees, cookies en dollars laat zien hoe de Nederlandse erfenis tot ver buiten New York reikt en zelfs terug te vinden is in de indianentalen. Dit jaar wordt herdacht dat vierhonderd jaar geleden, in 1609, Henry Hudson met zijn VOC-schip voor anker ging bij Manhattan. In zijn kielzog landden Nederlandse kolonisten op het eiland die de stad Nieuw-Amsterdam stichtten. In de loop van vierhonderd jaar is het gebied getransformeerd van landbouwgrond naar de huidige wereldstad New York. Hoewel er veel is veranderd, is de invloed van de Nederlandse taal nog steeds hoorbaar. Wat is de ontwikkeling geweest van het Nederlands in de Verenigde Staten? Hoelang is dit gesproken en is het ongewijzigd gebleven? Hoe groot was en is de invloed van het Nederlands op het Amerikaans-Engels? Welke Nederlandse woorden zijn door indianentalen overgenomen? In dit boek gaat taalkundige Nicoline van der Sijs in op deze en andere vragen. Ze geeft up-to-date informatie over de veranderende betekenis, de etymologie en de regionale spreiding van de Nederlandse leenwoorden. Yankees, cookies en dollars verschijnt ook in het Engels als "http://www.aup.nl/do.php?a=show_visitor_book&isbn=9789089641243">Cookies, Coleslaw and Stoops. In het kader van Holland on the Hudson (400 jaar handelsrelaties tussen Nederland en New York) wordt het boek op 10 september gepresenteerd op Columbia University te New York. Onder andere minister Ronald Plasterk van OC&W is hierbij aanwezig.
History, geography, and auxiliary disciplines - In een historisch onderzoek dat een herziening is van de koloniale geschiedschrijving, duikt prof. dr. Jan Breman in een van de zwartste bladzijdes van de Nederlandse geschiedenis. In Koloniaal profijt van onvrije arbeid: het Preanger stelsel van gedwongen koffieteelt op Java, dat meer dan dertig jaar onderzoek omspant, behandelt hij de werking en uitwerking van gedwongen koffieteelt onder de koloniale heerschappij, en de invloed op het maatschappelijk bestel in de hooglanden van West-Java. Hij laat zien hoe de VOC de inheemse landadel inschakelde als goedkope vorm van bestuur. Deze landadel hield de boerenbevolking door middel van uitbuiting en onderdrukking in het gareel. Het Preanger koffieregime werd vanaf 1830 voortgezet in de vorm van het cultuurstelsel. Dwang was inherent aan dit stelsel waarbij de boeren niet alleen verplicht waren om de voorgeschreven arbeidsprestatie te leveren, maar ook om de eenzijdig vastgestelde vergoeding voor de producten zonder protest te aanvaarden. Dat deze opzet succes behaalde beschrijft Multatuli in zijn Max Havelaar. Breman levert met deze studie de feitelijke onderbouwing van de aanklacht door Multatuli, anderhalve eeuw geleden. Hoe komt het dat de werking en uitwerking van het Preanger-stelsel van gedwongen koffieteelt zo lang buiten beeld is gebleven? Breman plaatst scherpe kanttekeningen bij de uitgesproken gunstige oordelen die worden geveld in de koloniale geschiedschrijving. De toon van zelfrechtvaardiging en stilzwijgen over het gebruik van dwangarbeid waarin de koloniale overheid uitblonk, is volgens Breman een opvallend element in de verdediging van de tot nu toe gevoerde politiek. Deze studie kan beschouwd worden als een herziening van de geschiedschrijving én als een sociaalwetenschappelijke verhandeling van Multatuli's werk.
This book contains a unique new selection of his most important essays from the extensive oeuvre of the Dutch historian Johan Huizinga. These essays and studies have been chosen on the basis of the different subject matter that Huizinga was involved in; ranging from the Middle Ages, Renaissance, Modern History and Cultural History in general. These selections are introduced and illuminated by Prof. dr. Willem Otterspeer who is also Huizinga's biographer. Johan Huizinga was born in Groningen, in 1872. He studied Dutch and Oriental language and literature at the University of Groningen (1891 - 1895) and comparative linguistic at the University of Leipzig (1895-1896). In 1915, he was appointed professor of general history at the Leiden University. His most famous works include The Autumn of the Middle Ages (1919), which dealt with life, ideas, art, and behaviors of the upper classes of Burgundy in the 14th and 15th centuries, Erasmus (1924), a biography of the famous Dutch Renaissance scholar, and Homo Ludens (1938), focusing on the element of play in human culture. - De hand van Huizinga bevat een nieuwe selectie van de belangrijkste essays uit het omvangrijke oeuvre van de wereldberoemde Nederlandse historicus Johan Huizinga. Deze essays en studies zijn geselecteerd op basis van de diverse disciplines waarmee Huizinga zich bezighield - van de Middeleeuwen tot de Renaissance en van de moderne tot de algemene culturele geschiedenis. Deze selectie wordt geïntroduceerd en toegelicht door Huizinga-biograaf Willem Otterspeer. Johan Huizinga werd in 1872 in Groningen geboren. Tot zijn bekendste werken behoren Herfsttij der Middeleeuwen (1919), Erasmus (1924) en Homo Ludens (1938). De hand van Huizinga wordt gepubliceerd als onderdeel van "http://www.oapen.org/">OAPEN. "http://www.oapen.org/">OAPEN is een Open Access project voor het publiceren van monografieën in de geesteswetenschappen en sociale wetenschappen. De Open Access-beweging heeft zich snel ontwikkeld bij de publicaties van tijdschriften op het gebied van de natuurwetenschappen. Het consortium "http://www.oapen.org/">OAPEN bestaat op dit moment uit zes universitaire academische uitgevers, zij geloven dat de tijd rijp is dat de mogelijkheden van Open Access ook voor de geesteswetenschappen en de sociale wetenschappen volledig benut kunnen worden.
Stemmen op berkenbast offers a compilation of personal letters written on birchbarck. It is an introduction to medieval communication in Russian Novgorod. - Schrijven op berkenbast speelde in de middeleeuwen een wezenlijke rol in de communicatie en sociale organisatie van verschillende Russische steden, met name de stad Novgorod, gelegen ten zuiden van het huidige Sint-Petersburg. Dit boek laat aan de hand van een selectie van overgeleverde berkenbastbrieven zien hoezeer de schrijftraditie geïntegreerd was in het dagelijks leven. De korte mededelingen doen ons vaak denken aan hedendaagse e-mails of sms'jes. Ze waren bedoeld voor alledaagse communicatie over geld en macht, afspraken en conflicten, management en huishouden, ellende en liefde.
This remarkablpe title describes the life of one of Holland's most remarkable figures: medical practitioner Van Dieren (1861-1940), Amsterdammer and prolific writer who caused quite a stir in his days. The author recounts the life and times of Van Dieren in the form of a series of narratives about the fights of this Dutch Don Quixote with his particular windmills. Individual chapters deal with his life, work, personal style, friendships and enmities, his discussions with psychoanalysts, socialists, scientists and above all of his tragic-comical failures. Unique source material is used to reconstruct this picture, such as the correspondence between Van Dieren and a large number of well-known Dutchmen, including novelist Van Eeden, Nobel laureate C.Eijkman, the philosopher Bolland, politician De Savornin Lohman, Queen Emma, and many others. Marginality and non-conformity are the key themes that run through the life of this observer which made him one of the most successful failures in Dutch history. - Evart van Dieren, een kroniek van het falen beschrijft het leven van een van de markantste figuren uit de Nederlandse cultuurgeschiedenis. De inmiddels vergeten Amsterdamse arts/publicist Van Dieren (1861-1940) genoot in zijn tijd grote bekendheid. Toch is hij altijd een buitenstaander gebleven. In dit boek komen het leven en werk van deze Nederlandse Don Quichot ruimschoots aan bod. Hiervoor is geput uit uniek bronmateriaal, waaronder briefwisselingen tussen Van Dieren en een groot aantal bekende Nederlanders zoals Van Eeden, Verwey, Polak, Eijkman en koningin Emma. Marginaliteit en vervreemding zijn de leidende thema's in het leven van deze opvallende persoonlijkheid. Het maakte hem tot een van de succesvolste mislukkelingen uit de vaderlandse geschiedenis.
This book (A Conclave on the Freedom of Conscience) is an account of a fictitious dialogue on religion. Coornhert depicts representatives from the various religious camps whom he sometimes cites literally (including Beza, Calvin, Du Plessis-Mornay and Bullinger). Gamaliel (a pseudonym for Coornhert) is the impartial and knowledgeable referee. This book is not only an important work of its era. Its scope, aim, promotion of religious tolerance, and its wealth of arguments can be of great added value to the current debate on tolerance. Dirk Volkertzoon Coornhert (1522-1590) was a renowned publicist and supporter of Willem van Oranje. The Bibliotheca Dissidentium Neerlandicorum publishes works on the non-coformist history of the Netherlands (religious, philosophical and artistic) of approximately 1350 until the present day. These works of various non-conformist authors are published by Amsterdam University Press, under the Coornhert Stichting imprint. - Synode over de gewetensvrijheid is het verslag van een fictief 'godsdienstgesprek'. Coornhert voert vertegenwoordigers uit de verschillende kampen ten tonele die hij soms letterlijk citeert (o.a. Beza, Calvijn, Du Plessis-Mornay en Bullinger). Gamaliel (pseudoniem voor Coornhert) is de onpartijdige, wijze scheidsrechter. Synode over de gewetensvrijheid is niet alleen een belangrijk tijdsdocument: door zijn doelstelling, bevordering van de religievrede, en zijn rijkdom aan argumenten kunnen we in het huidige tolerantiedebat zeker ons voordeel doen met de lessen van déze Hollandse meester. Dirk Volkertzoon Coornhert (1522-1590) was een vooraanstaand medestander van Willem van Oranje. In zijn sterk anti-dogmatische benadering van vraagstukken van religie (-politiek) nam hij motieven op die vóór hem leefden (Erasmus) en na hem (de remonstranten, Grotius, Spinoza) werkzaam zouden blijven. In de Bibliotheca Dissidentium Neerlandicorum verschijnen publicaties op het gebied van de geschiedenis van het Nederlandse (religieuze, filosofische en artistieke) non-conformisme van circa 1350 tot onze tijd. De DBN omvat een reeks tekstedities en een reeks studies over belangrijke non-conformistische auteurs. De publicaties van de DBN verschijnen bij Amsterdam University Press als uitgaven van de Coornhert Stichting, onder redactionele verantwoordelijkheid van het Coornhert Centrum. Synode over de gewetensvrijheid verschijnt in de "http://www.aup.nl/do.php?a=show_visitor_booklist&b=series&series=53">Gouden Eeuw Reeks.
The Siege of 's-Hertogenbosch and the Campaign of 1629 is one of the most illustrious events of the Eighty Years' War in the history of the Netherlands. However, its image and interpretations have hardly changed in the past decades, in particular its international significance, as well as the story of the losing side: the Dutch Spaniards and the city of 's-Hertogenbosch, which has so far remained underexposed. Based on broad and often unused source material, this book sheds a new light on this "glorious, but dangerous years" event. In addition to the political and military aspects, this book also provides insight into the experiences and opinions of ordinary soldiers, city- and rural dwellers. This approach creates new insights into the war in the Netherlands, where the Siege of 's-Hertogenbosch is indeed justly affirmed as an impressive event. - Het beleg van 's-Hertogenbosch en de veldtocht van 1629 staat in de Nederlandse geschiedschrijving te boek als een van de meest roemruchte gebeurtenissen van de Tachtigjarige Oorlog. Het beeld en de interpretaties van deze gebeurtenis zijn de afgelopen decennia nauwelijks veranderd. Toch bleven de internationale betekenis en het verhaal van de verliezers, de Spaanse Nederlanden en de stad 's-Hertogenbosch, tot nu toe sterk onderbelicht. Aan de hand van breed en veelal ongebruikt bronnenmateriaal werpt Peter de Cauwer in Tranen van bloed nieuw licht op dit 'roemrijke, maar gevaarvolle jaar'. Naast de politieke en militaire aspecten richt hij zich op de ervaringen en meningen van gewone soldaten, stedelingen en plattelandsbewoners. Deze benadering creëert nieuwe inzichten in de oorlog in de Nederlanden en laat zien waarom het beleg van 's-Hertogenbosch inderdaad een indrukwekkende gebeurtenis was.
The Art of Staying Neutral offers a fascinating insight into the problems and challenges associated with neutrality in an age of 'total war'. It explains how the Netherlands upheld and protected its non-belligerency during the First World War despite constant interference from its warring neighbours. Staying neutral was an artform that the Dutch managed to master through clever diplomacy, conscientious adherence to international laws, comprehensive mobilisation of its armed forces, regular patrols of its territorial boundaries, careful policing of its citizens, and a decisive measure of good fortune. The Art of Staying Neutral makes important contributions to the study of neutrality and the domestic history of the Netherlands in this seminal world event. - The Art of Staying Neutral geeft boeiende inzichten in de problemen en uitdagingen van neutraliteit in een tijdperk van 'totale oorlog'. Het boek zet uiteen hoe Nederland zijn neutrale status tijdens de Eerste Wereldoorlog wist te handhaven en beschermen, ondanks de constante druk van buren die wél in oorlog waren. Neutraal blijven was een kunst die de Nederlanders beheersten door middel van uitgekiende diplomatie, zorgvuldige naleving van internationale wetten, uitgebreide mobilisatie van gewapende eenheden, regelmatige patrouillering langs de landsgrenzen en nauwgezette controle van de onderdanen, maar ook dankzij een flinke dosis geluk. The Art of Staying Neutral levert een belangrijke bijdrage aan de studie van neutraliteit en besteedt ook volop aandacht aan de nationale en internationale gevolgen van de opstelling van Nederland tijdens deze ingrijpende periode uit de wereldgeschiedenis.
The history of kings and queens has always appealed to popular imagery. Monarchy is also a central theme to classic surveys of political history. The present volume approaches the relation between imagery and authority of the monarchy from a cultural historical angle. The authors focus on the different discourses produced since the Middle Ages aiming at the symbolic construction of royal power in Western Europe, as well as at its subversion. The history of monarchy is not a linear process from sacralization to banalization. Throughout premodern, modern and postmodern times, the mystification and demystification of the monarch remain inextricably intertwined. - De geschiedenis van vorsten en vorstinnen heeft altijd tot de verbeelding gesproken van het brede publiek. Ook in de klassieke politieke geschiedenis heeft dit thema een belangrijke plaats. De auteurs van dit boek benaderen echter het verband tussen verbeelding en autoriteit van de monarchie vanuit een cultuurhistorische invalshoek. De aandacht gaat uit naar de uiteenlopende vertogen die vanaf de middeleeuwen zijn ontplooid voor zowel de symbolische constructie als voor de subversie van de koninklijke macht in West-Europa. De geschiedenis van de monarchie blijkt geen lineaire geschiedenis van sacralisering naar ontluistering te zijn. Doorheen de premoderne, moderne en postmoderne tijd blijven de mystificatie en demystificatie van de monarch onlosmakelijk verstrengeld. Met bijdragen van: Alain Boureau, Gita Deneckere, Jeroen Deploige, Maarten Van Ginderachter, Lisa Jane Graham, Maria Grever, Marc Jacobs, Gilles Lecuppre, Elodie Lecuppre-Desjardin, Jaap van Osta, Jürgen Pieters, Alexander Roose, Kevin Sharpe, Henk te Velde
Religion; History, geography, and auxiliary disciplines - Nederland heeft slechts twee periodes gekend van nationale overheidscensuur: de Franse tijd van 1810-1813 en de Tweede Wereldoorlog. Maar dat betekent niet dat buiten die tijdvakken elk geschrift gedrukt kon worden. Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst is controle uitgeoefend op de verspreiding van gedachtegoed dat gevaarlijk geacht werd voor zeden, godsdienst of politiek. Door de eeuwen heen zijn er voortdurend gevallen van verboden boeken geweest. Dit is de eerste studie die deze ontwikkeling in Nederland over een langere periode bekijkt. Aan de hand van opvallende processen en verboden biedt dit boek een chronologisch overzicht van de stand van de censuur in brede zin: alles rond het tegenwerken of verbieden van openbaarmaking via druk, inclusief zelfcensuur ter bescherming van de eigen positie. De bijdragen tonen een overheid die dan weer onberekenbaar is, dan weer scherp, dan weer wankelmoedig. Deze onvoorspelbaarheid leidde ook tot eigen controlediensten bij de katholieken en een zelfstandig moralistisch aanschafbeleid van openbare bibliotheken.
Is it possible for conservationists to approve of the reconstruction of old façades when virtually everything behind them is modern? Should they continue to protect the front façade, when the rest of the historic building has vanished? Is it socially responsible to spend government money on reconstructing a historic building that has been completely destroyed? Can one do such a thing fifty years on? According to reigning ideas in the world of conservation, the answer to all these questions is 'no'. It is felt that building a stage set is dishonest, and rebuilding something that no longer exists is labelled a lie against history. Where does this predilection for honesty originate? And why do people prefer modern architecture to the reconstruction of what has been lost? Perhaps we are witnessing the legacy of Functionalism here, a movement that denounced the building of pseudo-architecture. Functionalism originated in Romanticism, when architects turned their backs on academic formalism and strove to invent a new, rational form of building. This romantic hunger for honesty was adopted by the conservationists, giving rise to a new respect for the authentic art work and a rejection of historicist restorations. Among conservationists too, distaste arose for the cultivation of a harmonious urban image, because an urban image that is maintained artificially 'old' was seen as a form of fraud. - Mag de monumentenzorg steun verlenen aan de reconstructie van de oude geveltjes wanneer daarachter vrijwel alles modern is? Moet de monumentenzorg alleen nog de voorgevel willen beschermen, als de rest van het monument is verdwenen? Volgens de gangbare opvattingen in de wereld van de monumentenzorg past op al dit soort vragen een negatief antwoord. Men vindt decorbouw oneerlijk, en iets herbouwen wat er niet meer is, noemt men een leugen tegen de geschiedenis. De vraag is waar deze hang naar oprechtheid vandaan komt. Misschien zien we hier de erfenis van het functionalisme dat bouwen van schijnarchitectuur verbood. Het functionalisme ontstond uit de Romantiek, toen architecten zich afkeerden van het academisch formalisme en een nieuwe rationele bouwkunst wilden uitvinden. Dit romantische streven naar oprechtheid werd in de monumentenzorg overgenomen. Wim Denslagen stelt dat de huidige monumentenzorg op bovengenoemde vragen ten onrechte een ontkennend antwoord geeft.
Peace operations became the core focus of many Western armed forces after the Cold War. The wish amongst political and military leaders during the 1990s to hold on to the classical identity of the armed forces as an instrument of force made them pursue a strict separation between military operations and the civilian aspects of peacekeeping, such as policing, administrative functions, and political and societal reconstruction. In his book Soldiers and Civil Power, Thijs Brocades Zaalberg argues that this policy failed to match up to reality. Supporting civil authorities, and at times even substituting them (de facto military governance), became the key to reaching any level of success in Cambodia, Somalia, Bosnia and Kosovo. As a result of the false segregation between the civilian and the military domain, this was accomplished mostly by improvisation and creativity of commanders who probed for the limiting boundaries of their original mandate by reaching ever further into the civilian sphere. - Vredesoperaties werden na de Koude Oorlog de hoofdtaak van de Nederlandse en veel andere westerse krijgsmachten. De wens om de klassieke identiteit van de krijgsmacht als geweldsorganisatie in stand te houden zorgde er in de jaren negentig voor dat politieke en militaire leiders een strikte scheiding nastreefden tussen enerzijds de militaire operatie en anderzijds de civiele aspecten van een vredesmissie, zoals politieoptreden, bestuurlijke verantwoordelijkheden, en politiek-maatschappelijke wederopbouw. Thijs Brocades Zaalberg beargumenteert in zijn boek Soldiers and Civil Power dat dit beleid niet strookte met de realiteit. Het ondersteunen en soms zelfs het vervangen van civiele autoriteiten (de facto militair gezag) door militairen werd de sleutel tot het behalen van enige mate van succes in vredesoperaties in Cambodja, Somalië, Bosnië en Kosovo. Als gevolg van de valse scheiding tussen het civiele en het militaire domein was dit succes meestal afhankelijk van improvisatie en durf van commandanten die de uiterste grenzen van hun mandaat verkenden en daarbij steeds verder de civiele sfeer betraden. 'Het betreft hier een indrukwekkend werk, zowel door zijn zeer gedegen vraagstelling, als door zijn gedurfde comparatieve benadering, door het enorme en veelzijdige onderzoek (in archieven in alle hoeken van de wereld) dat eraan ten grondslag ligt én door zijn heldere, verhalende stijl (met oog voor de juiste anekdotiek en met een rake typering van personen).' Marnix Beyen, Universiteit Leuven Thijs Brocades Zaalberg is geïnterviewd in de Groene Amsterdammer: kijk op "http://www.groene.nl">www.groene.nl