In: Acta politica: AP ; international journal of political science ; official journal of the Dutch Political Science Association (Nederlandse Kring voor Wetenschap der Politiek), Band 10, Heft 3, S. 341-363
THE CONCEPT OF NONDECISIONS HAS BEEN CRITICIZED IN RECENT YEARS ON A NUMBER OF POINTS. SOME OF THESE EMANATED FROM MULTIPLE, THOUGH NOT TOTALLY, EQUIVALENT, DEFINITIONS, SOME FROM ASSUMPTIONS WHICH SEEM TO BE IMPLIED BY THE CONCEPT--SUCH AS THE ASSUMPTION OF A RULING ELITE, ETC. THE CONCEPT OF NONDECISION IS REDEFINED. THIS CONCEPTUALIZATION IS LINKED WITH A MODEL OF THE POLITICAL PROCESS IN WHICH NONDECISIONS ARE ASSOCIATED WITH THE PROCESS OF AGENDA-BUILDING. A BROAD DEFINITION OF POLITICS, INCLUDING VALUE ALLOCATION BY AUTHORITIES OTHER THAN GOVERNMENT, LEADS TO A NUMBER OF RESEARCH QUESTIONS CONCERNING THE POLITICAL AGENDA, WHICH HAVE BEEN LITTLE EXPLORED UP TO NOW. NONDECISIONS CAN BE CONSIDERED AS ONE OF MANY MANIFESTATIONS OF THE 'MOBILIZATION OF BIAS' PREVALENT IN A POLITICAL SYSTEM. TO AVOID THE FALLACY OF 'INPUTISM', NONDECISION RESEARCH HAS TO BE COMPLEMENTED WITH RESEARCH ABOUT NONIMPLEMENTATION, FEEDBACK TO WANT-GENERATION, FEEDBACK TO THE MOBILIZATION OF BIAS ITSELF, & THE DIRECT GENERATION OF AGENDA-ITEMS BY THE DECISION-MAKERS THEMSELVES. MODIFIED HA.
Het essay van Swanborn heb ik met instemming gelezen voor wat betreft de pragmatische benadering en de waardering van explorerend onderzoek. Kwalitatief onderzoekers voelen zich vaak in het defensief gedrongen door labels als 'beschrijvend' en 'exploratief' die minder hoog aangeschreven staan dan 'toetsend' en 'verklarend'. Voor dat gevoel zijn goede redenen, gezien de miskenning van de wetenschappelijke waarde en noodzaak van kwalitatief onderzoek in algemene methodologieboeken en in universitaire m & t curricula. Swanborn steekt ons een hart onder de riem door te stellen dat zonder beschrijving en vooral exploratie geen wetenschap totstandkomt. Toch vind ik de 'kwantitativistische' bias ook in zijn tekst. De strekking blijft dat het meeste kwalitatieve onderzoek toch exploratief en beschrijvend is en dat toetsing van theorie toch voornamelijk voorbehouden is aan kwantitatief onderzoek. Zoals vaak wordt de vraag naar theorievorming echter ook hier niet aan de orde gesteld, alsof dat niet de kerntaak is van alle wetenschap.
Beide boeken hebben de pretentie als handleiding bij (softwarematige) analyse gebruikt te kunnen worden, maar de insteek en schrijfstijl is wel heel verschillend. Lijken Di Gregorio en Davidson een lichte bias te hebben richting deductieve werkwijze, bij Saldaña ligt dat juist andersom; hij is meer van het inductieve. Is het boek van Saldaña vooral een leeswijzer en reproductie van andere auteurs met een klein deel eigen ervaring erin verwerkt, het boek van Di Gregorio en Davidson is juist een weergave van de praktijk(ervaring) van beide auteurs. En daar komt waarschijnlijk ook het verschil in aanpak van beide boeken vandaan. In het boek van Saldaña komen diverse codeerwijzen voorbij met bij elk type een leeswijzer, Di Gregorio en Davidson hebben het standpunt, dat het werken met software een heel nieuw genre onderzoek inluidt. In dat verband spreken ze van een E-project. Zij gaan ervan uit dat het gebruik van software verdisconteerd moet worden in het onderzoeksdesign. In deel I zetten ze heel systematisch uiteen waar zo'n E-project qua design aan moet voldoen, wil je gemakkelijk met software kunnen werken en die ook optimaal benutten. Ze illustreren dit in deel II met een aantal voorbeeldprojecten uit de onderzoekswereld, die door een andere doelstelling, ook qua ontwerp en softwaregebruik anders kunnen uitpakken. Bovendien laten zij daarbij een aantal softwarepakketten de revue passeren. Beide boeken zijn bedoeld om de onderzoeker te helpen bij zijn onderzoeksproject. Maar helpen ze ook? Daar ga ik in deze boekbespreking dieper op in.
From young elite athlete to chronic pain patient. A reflection on working with students as a researcher A qualitative study on the (psychological) characteristics of young, former elite athletes with chronic, non-specific pain complaints was initiated to answer the following questions: (1) Which factors could play a role in the development of chronic, non-specific pain in young, former elite athletes? And (2) How can we optimize treatment for young, former elite athletes with chronic, non-specific pain? A master student in Mental Health first interviewed six young former elite athletes with non-specific pain complaints who were receiving treatment in the rehabilitation clinic. The student analyzed the data. As data analysis based on six interviews is rather limited and the findings did not lead to unambiguous conclusions, several parts of the interview were re-coded by researcher 1, leading to different conclusions. We then decided to re-code all interviews in a new project by researcher 1, have researcher 2 double code several interviews and recruit at least six more participants to expand the qualitative sample. Reflecting on working with students in our qualitative study, we found another researcher coding the interview data to be important as it minimizes interpretation bias and allows for a check of the thoroughness of the interview content. Secondly, master students writing their thesis have limited time for these projects, which may lead to a small number of participants in the study. This holds especially when recruiting from a patient population, as availability depends on the number of suitable patients during this period of time.