In: Militaire spectator: MS ; maanblad ; waarin opgen. de officie͏̈le mededelingen van de Koninkl. Landmacht en de Koninkl. Luchtmacht, Band 179, Heft 2, S. 88-98
Public Safety Issues - De serie 'Werkdocumenten' omvat stukken die in het kader van de werkzaamheden van de WRR tot stand zijn gekomen en die op aanvraag door de raad beschikbaar worden gesteld. De verantwoordelijkheid voor de inhoud en de ingenomen standpunten berust bij de auteurs.
The protozoan parasites Cryptosporidium parvum and Giardia intestinalis have emerged as significant waterborne pathogens over the past decades. Many outbreaks of waterborne cryptosporidiosis and giardiasis have been recorded,primarily in the United States and the United Kingdom.Chapter 1 gives an overview on the currently available knowledge on the parasites, the disease, the transmission through drinking water and the measures to prevent waterborne transmission. The disease caused by Cryptosporidium and Giardia consists of a self-limiting diarrhoea that lasts for several days in the majority of cases, but the burden of disease and the mortality are high in the immunocompromised part of the infected population. Several characteristics of the parasites facilitate their waterborne transmission: they are very resistant to environmental stress and to chemical disinfection, they can be transmitted from livestock and wildlife to man and their infectivity is high, so even a dose of 1 (oo)cyst gives a discrete probability of infection. The abundance and size of drinking waterborne outbreaks in developed countries show that transmission of Giardia and Cryptosporidium by drinking water is a significant risk. In the case of Cryptosporidium, the absence of an adequate cure for immunocompromised patients increases the problem. Although the outbreaks receive most attention, low-level transmission of these protozoa through drinking water is very likely to occur. Cysts and oocysts are regularly found in drinking water, although only a small proportion may be viable and infectious to man. A major drawback for the determination of the health significance of (oo)cysts in (drinking) water is that methods for a sensitive and specific detection of infectious (oo)cysts, with a consistently high recovery are not available. The cause of drinking water contamination with these parasites that led to the reported outbreaks was not limited to obvious treatment inadequacies or post treatment contamination, but also occurred in apparently well-treated water. Moreover, in several outbreaks, the coliforms, the parameter that was used to demonstrate the microbiological safety of drinking water did not warn against parasite breakthrough through the treatment, particularly because the coliforms were more efficiently eliminated by disinfection than both parasites. Surveys of surface water show that these parasites are ubiquitously present in the aquatic environment, even in pristine environments. Hence, all surface water treatment systems have to deal with these protozoa. These developments raised concern over the safety of Dutch drinking water with regard to Cryptosporidium and Giardia. Considering this situation, the Dutch drinking water companies and government initiated a research programme to determine the (im)probability of transmission of Cryptosporidium and Giardia through drinking water (Chapter 2). The protozoa have changed the philosophy in the developed countries towards safe-guarding of drinking water from monitoring of the 'end-product' drinking water to monitoring raw water and the efficiency of the treatment. Furthermore, the extreme resistance of these organisms implies that a "zero-risk" is no longer achievable. Treatments should be designed to reduce the (oo)cyst concentrations in the raw water as far as possible and preferably include filtration step(s). This implies that information on the parasite concentrations in the raw water is necessary, as well as information on the removal efficiency of the treatment. Quantitative risk assessment provides a tool for the combination of information on raw water quality (concentrations detected, recovery of the detection method, viability) and treatment efficiency (removal by different steps in the treatment).
Levensloopepidemiologie kadert gezondheid en ziekte in de hele levensloop, te beginnen met de genetische en culturele erfenis van de ouders voor de geboorte. Mensen met een lagere opleiding lopen bijvoorbeeld een hoger risico op dementie. Levensloopepidemiologie verklaart ook de grote taaiheid van socio-economische verschillen in gezondheid als een gevolg van andere levenslopen van conceptie tot dood. Karakteristieken van de persoon en zijn ouders bepalen de kansen op opleiding, de kansen op opleiding bepalen de sociale status, sociale status bepaalt het inkomen, een hoge opleiding, hoge socia
In: Backhaus , U M 2007 , ' A history of German and Austrian economic thought on health issues ' , Doctor of Philosophy , University of Groningen , [S.l.] .
De ideeën van Paracelsus over gezondheid vanuit een sociaal-economische visie zijn al 500 jaar oud, maar werden eerst recent teruggevonden en toegankelijk gemaakt door een nieuwe editie van zijn sociaal-economisch werk. Ook de andere hier weergegeven inzichten over gezondheid en gezondheidszorg vanuit een economisch, sociaal en politiek perspectief zijn weinig bekend. In dit boek gaat het over de meest belangrijke ideeën van sociale wetenschappers en economen over gezondheid en gezondheidszorg, beginnend met Paracelsus en eindigend met Schumpeter. Behandeld worden grondleggende ideeën en concepten van Wolff, Justi, Roscher, Menger, Schmoller, Bücher, Oppenheimer en Althoff. De conclusie luidt dat hun bijdragen wel deels zijn te herkennen in de moderne gezondheidseconomie, maar dat wij toch ook belangrijke invalshoeken, die zouden voortvlooeien uit hun werk, vandaag missen. Daarom kan een geschiedenis van de theoretische ontwikkeling van de gezondheidseconomie ook geen Whig history zijn. Volgens deze richting is de huidige stand van de ontwikkeling het logische gevolg van werk dat vroeger al is gedaan. Om een aantal redenen hoeft dit niet per se zo te zijn. De nieuwe economie van de gezondheidszorg heeft andere wortels, met name de Engelse National Health Service. Verder staan de hier besproken bijdragen niet in het Engels, vandaag de lingua franca van de sociale wetenschappen, ter beschikking. In de dissertatie zijn, naast één voorbeeld van wetenschapspolitiek (Althoff), uitsluitend auteurs uit het Duitse taalgebied die klassieke bijdragen hebben geleverd voor een bespreking opgenomen. De hier gekozen auteurs zien gezondheid als onderdeel van menselijk handelen en gezondheidszorg als onderdeel van cultuur. De nadruk ligt op culturele ontwikkeling en gezondheid, op het subsidiariteitsbeginsel en op een minimale rol van de overheid in de gezondheidszorg. De weergave van de inzichten van de behandelnde auteurs geeft ook een antwoord op de vraag in hoeverre zij een bijdrage leveren over aspecten zoals vraag naar en aanbod van de gezondheidszorg, informatie, optimale contracten, de markt voor geneesmiddelen, verzekeringen, technologie, instituties zoals ziekenhuizen en bejaardenhuizen, waardering van levens en levenskansen, sociale verzekeringen, en beleid en vraagstukken in de toekomst. Aangegeven wordt dat hun voorstellen politieke relevant waren in hun eigen tijd
Intro -- GOEDE GGZ! NIEUWE CONCEPTEN, AANGEPASTE TAAL EN BETERE ORGANISATIE -- INHOUD -- TEN GELEIDE -- I ANDERE INSTEEK, NIEUWE ROLVERDELING,HERONTWERP, ALTERNATIEVE BEKOSTIGING -- 1 WAT IS DAT EIGENLIJK, GOEDE GGZ? -- 2 WAT IS PSYCHISCHE GEZONDHEID? -- 2.1 Het platonische gezondheidsideaal -- 2.2 Overbehandeling en overspannen gezondheidsideaal -- 2.3 Een nieuw model: positieve gezondheid -- 3 WAT ZIJN PSYCHISCHE KLACHTEN(NIET)? -- 3.1 De vijftien basisprincipes -- 3.2 Is positieve gezondheid 'antipsychiatrie'? -- 3.3 Psychische klachten als neuro-algoritmen -- 3.4 Voorbeelden van reductionistische verwarring -- 3.5 Ultra-high risk: toekomstbeeld of luchtkasteel? -- 4 DE MODERNE CONTEXT VAN PSYCHISCHE KLACHTEN -- 4.1 Sick care versus health care -- 4.2 De marktwerking -- 4.3 Regelzucht en gevolgen voor de patiënt -- 4.4 Multideskundige eCommunity's als antwoord op vastgelopenhyperbureaucratie -- 5 PSYCHISCHE KLACHTEN ZIJN MEERDEREDINGEN TEGELIJK -- 5.1 Een pluralistische benadering -- 5.2 Klacht of spirituele ervaring? -- 5.3 Context -- 5.4 Syndromen -- 5.5 Functies -- 6 WAT BETEKENT 'HULP NODIG HEBBEN' VOOR PSYCHISCHE KLACHTEN? -- 6.1 Psychische klachten als signaal voor verandering -- 6.2 Psychische klachten als uiting van kwetsbaarheid enzorgbehoefte -- 6.3 Psychische klachten als begin van een proces -- 7 WAT IS EVIDENCE-BASED BEHANDELEN VAN PSYCHISCHE KLACHTEN? -- 7.1 Richtlijnen in de ggz -- 7.2 Het placebo-effect als eigen kracht -- 7.3 Het placebo-effect als stoorzender in de moderne'breintherapie' -- 7.4 Alternatief: maak het ritueel in de ggz weer helend -- 8 VAN ZORGPADEN EN RICHTLIJNENNAAR KLINISCH REDENEREN EN EENWEBWINKEL VAN DE ZORG -- 8.1 De evidence-based geneeskunde -- 8.2 Lineair versus fasegericht behandelen -- 9 WAT IS EEN HULPVERLENER? NAAR EEN MULTIDESKUNDIG PERSPECTIEF -- 9.1 De continuïteit van ervaring
"De commentaren in dit 'Tekst & Commentaar'-deel bieden een snelle en betrouwbare oriëntatie op de belangrijkste wet- en regelgeving op het terrein van de gezondheidszorg. In deze 9e druk zijn de wetteksten en commentaren geactualiseerd, waaronder de wijzigingen in de Wet publieke gezondheid samenhangend met de in 2020 uitgebroken COVID-19-pandemie."--Provided by vendor
Executive summary -- Outlook -- Trends of average food supply in the European Union -- Food availability at the household level in the European Union -- Energy and nutrient intake in the European Union -- Health indicators and status in the European Union -- General discussion.
History;geography;auxiliary disciplines - In 1945 moest Europa in het reine zien te komen met de verwoestende gevolgen van de oorlog. Miljoenen hadden het leven gelaten. Anderen waren ziek, uitgehongerd of getraumatiseerd door hun kamp- of onderduikervaringen, of door belevenissen in gevechten en bombardementen. Vandaag zouden we die slachtoffers tegemoet treden met een legertje traumapsychologen, maar in 1945 was het begrip posttraumatische stress nog onbekend. Hoe keken de slachtoffers zelf naar hun gezondheid? En hoe benaderden de medische professionals de problematiek? Welke financiële ondersteuning werd er geboden? En wie kwamen daarvoor in aanmerking? The Politics of War Trauma vergelijkt attitudes en overheidsbeleid met betrekking tot de gezondheidseffecten van de Tweede Wereldoorlog in elf Europese landen. Uit de studie komen opvallende verschillen naar voren in de manier waarop deze landen omgingen met eventuele medisch-psychologische problemen van overlevenden. Het boek legt een verrassend en vernieuwend interdisciplinair verband tussen de aspecten van de nasleep van de oorlog. Het analyseert de veranderingen in het medisch en psychologisch denken over oorlog en gezondheid tegen de politieke en landspecifieke achtergronden van Koude Oorlog, welvaartsstaatontwikkeling, collectieve herinnering en psychiatrische zorg