Narcisme, Populisme en Politiek
In: Sociologie: tijdschrift, Band 1, Heft 3, S. 271-291
ISSN: 1875-7138
14 Ergebnisse
Sortierung:
In: Sociologie: tijdschrift, Band 1, Heft 3, S. 271-291
ISSN: 1875-7138
In: Res publica: politiek-wetenschappelijk tijdschrift van de Lage Landen ; driemaandelijks tijdschrift, Band 53, Heft 2, S. 229-245
ISSN: 0486-4700
In: Mens & maatschappij: tijdschrift voor sociale wetenschappen, Band 92, Heft 2, S. 121-124
ISSN: 1876-2816
In: Res publica: politiek-wetenschappelijk tijdschrift van de Lage Landen ; driemaandelijks tijdschrift, Band 47, Heft 4, S. 527
ISSN: 0486-4700
In: Res publica: politiek-wetenschappelijk tijdschrift van de Lage Landen ; driemaandelijks tijdschrift, Band 51, Heft 4, S. 437-465
ISSN: 0486-4700
In the Netherlands, the rise of new parties such as the Lijst Pim Fortuyn, the Partij voor cle Vrijheid, lead by Geert Wilders & the movement Trots op Nederland, lead by Rita Verclonk, have attracted much attention. In an attempt to interpret & explain the (temporary) advance of these parties, both commentators & political scientists have often used the notion of populism. In most commentaries however, it remains unclear what the term exactly means & whether it has any explanatory value. The aim of this article is to investigate whether Rita Verclonk & Geert Wilders & their movements may actually be labeled as populist. By discerning the presence of the features of an ideal-typical populism in discourse & performance of both politicians their 'degree of populism' is measured. The differences in degree of populism also helps to explain why Geert Wilders & his party proved (thus far) more successful & durable. Adapted from the source document.
In: Res Publica (Leuven), Band 52, Heft 2, S. 149-172
Populist parties are often associated with extremism. However, the term 'extremism' is usually ill-defined & value-laden. Conceptual analysis will help to define populism as well as extremism in a more precise & value-neutral sense. Empirical analysis of the programs of six Dutch & three Flemish parties suggests that populism does not entail extremism, even if it can be combined with it. The Centre Party & Centre Democrats as well as the Socialist Party & the Flemish Bloc may have displayed extremist as well as populist tendencies at some point. Yet the (more or less) populist parties Liveable Netherlands (Leefbaar Nederland), the List Pim Fortuyn, the Freedom Party, the movement Proud of the Netherlands (Rots op Nederland) & the List Dedecker should not be considered extremist. Adapted from the source document.
In: Veul , I , Flache , A & Venema , S 2016 , ' PVV en SP : ideologische tegenstanders met dezelfde voedingsbodem? ' , Mens en Maatschappij , vol. 91 , no. 1 , pp. 27-52 . https://doi.org/10.5117/MEM2016.1.VEUL ; ISSN:0025-9454
The right-wing PVV and the left-wing SP are seen as populist parties who are fierce ideological adversaries in the Dutch political spectrum. We study the similarities and differences in municipal contexts that explain their electoral success. Results of the 2010 national elections at the municipality level are analyzed for nearly all (N=403) Dutch municipalities. Hypotheses are formulated based on integrated group threat theory and relative deprivation theory. Results indicate similarities but also clear differences in the contexts in which SP and PVV thrive. PVV is more successful in municipalities with more immigrants and a higher average perception of unsafety, SP thrives more under local socioeconomic deprivation.
BASE
"Het nationaalsocialisme als rancuneleer is een van de bekendste essays van Menno ter Braak, waarin hij zijn bezorgdheid om de grondslagen van het opkomende nationaalsocialisme uit. Tachtig jaar later is zijn gedachtegoed nog steeds actueel. Volgens Ter Braak behoort "de rancune (...) tot de meest essentiële verschijnselen van onze cultuur". Onze democratie is gericht op gelijke rechten voor iedereen, maar juist dit principe - dat in praktijk onhaalbaar is - zorgt voor onderlinge spanningen en rancune. Deze maatschappelijke wrok leidt vervolgens tot wat Ter Braak een 'haten om het haten' noemt; bij het nationaalsocialisme zijn het de joden die als haatobject fungeren. Ook in de eenentwintigste eeuw heerst er onvrede die gepaard gaat met wrok. De opkomst van het populisme, dat bij uitstek op onvrede is gebaseerd, is een goed voorbeeld van hedendaags, maatschappelijk ressentiment. Dit ressentiment is nooit te voorkomen, het is inherent aan ons menselijk bestaan, maar Ter Braak laat wel zien hoe belangrijk het is om "de macht van het ressentiment over onze geheele cultuur" te erkennen, en "als rancune te erkennen wat uit rancune voortkomt"
In: Studies over politieke vernieuwing
Political science; Public administration; Philosophy; Sociology - Deliberatieve democraten willen burgers meer zeggenschap geven, maar wat komt er in de praktijk terecht van het ideaal van 'rationele argumentatie onder gelijken'? Van Stokkum toont in Rituelen van beraadslaging. Reflecties over burgerberaad en burgerbestuur overtuigend aan dat gezag, status en emoties een grote invloed hebben op het burgerberaad. In veel opzichten fungeert dat beraad als een collectief ritueel waarbij verlangens als 'erbij horen' de doorslag geven. Daarnaast betoogt Van Stokkum dat een Burgerkamer waarin gewone burgers besluiten nemen, een verrijking kan zijn voor de directe democratie. Anders dan referenda die vatbaar zijn voor populisme en wedstrijdnieuws, oordelen aselect gekozen burgers op onafhankelijke wijze binnen een multichoice format.
De Duitse politiek staat onder hoogspanning, en daarmee ook Europa. Sinds de val van de Muur is in de geschiedenis van Duitsland, naast vele successen, een aaneenschakeling van crises waar te nemen: de moeizame integratie van de voormalige DDR in de Bondsrepubliek, de hervormingscrisis van de nieuwe deelstaten, de crisis van de verzorgingsstaat, de bankencrisis, het asiel- en integratiebeleid en de opkomst van het populisme. Het Duitsland Instituut biedt met dit breed opgezette boek een actueel en handzaam overzicht van de recente Duitse geschiedenis, opgesteld door vooraanstaande auteurs als Luuk van Middelaar, René Cuperus, Michèle de Waard en André Szász. 0Hanco Jürgens en Ton Nijhuis zijn verbonden aan het Duitsland Instituut, het kennisinstituut in Nederland over het moderne Duitsland. Ter gelegenheid van zijn twintigjarig bestaan wordt dit jubileumboek uitgegeven
We leven in tijden van toenemend rechtsextremisme, racisme en populisme. Daarom rijst de vraag: is het oude nationaalsocialisme nu eigenlijk wel verwerkt of overwonnen, zoals vaak wordt geponeerd? Is het in de 21e eeuw inderdaad minder relevant in het onderwijs en de herdenkingscultuur? Gregor Langfeld onderzoekt deze kwesties voor de huidige kunstwereld. Hij laat zien hoe de nationaalsocialistische tweedeling tussen nazikunst en ontaarde kunst na 1945 werd voortgezet, maar met een omgekeerde waardering. Enerzijds zijn door deze zwart-witvisie bepaalde kunstvormen en kunstenaars nog altijd merkwaardig taboe of juist gecanoniseerd. Anderzijds dreigt in een recente tegenbeweging de wel tentoongestelde nazikunst niet ingebed te worden in haar fascistische context. Daarnaast is er het zeer actuele probleem van roofkunst en restitutie. Nederlandse musea erkennen nog te weinig hoezeer de verrijking van hun collecties verbonden is met de Holocaust, en in de discussie over de teruggave van kunstwerken liggen antisemitische argumenten op de loer