Suchergebnisse
Filter
75 Ergebnisse
Sortierung:
The reporting procedure under the Covenant on Civil and Political Rights: practice and procedures of the Human Rights Committee
In: School of Human Rights Research series 2
Procedures en problemen op de markt voor reïntegratiedienstverlening - 54
In: Webpublicatie
Political Science - De opdracht voor deze tekst is gegeven door de projectgroep Markt, staat en samenleving van de WRR. Een aantal externe auteurs werd gevraagd in detail te beschrijven hoe het afstemmingsproces van vraag en aanbod in praktijk werkt. In tegenstelling tot de theorie, vraag en aanbod, prijs en kwaliteit gebeuren niet automatisch; dit werpt een tweede vraag op, namelijk welke rol de overheid in dit proces speelt. De serie WRR-webpublicaties omvat studies die in het kader van de werkzaamheden van de WRR tot stand zijn gekomen. De verantwoordelijkheid voor de inhoud en de ingenomen standpunten berust bij de auteurs.
De architectuur van informatie vangt mensen in regels en procedures
In: Sociaal bestek: tijdschrift voor werk, inkomen en zorg, Band 80, Heft 3, S. 14-16
ISSN: 2468-1377
Het reconstrueren van frames via inductieve inhoudsanalyse: uitgangspunten en procedures
In: KWALON: Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek, Band 12, Heft 2
ISSN: 1875-7324
Het concept framing gaat uit van de idee dat gebeurtenissen, personen of kwesties betekenis krijgen door het frame of de invalshoek van waaruit ze in een tekst worden belicht. Frames zijn 'organizing principles that are socially shared and persistent over time, that work symbolically to meaningfully structure the social world' (Reese, 2001: 11). Met andere woorden, in deze visie zijn frames hulpmiddelen, die mensen gebruiken om betekenis te verlenen aan de werkelijkheid, om situaties te definiëren, verantwoordelijkheden en oorzaken aan te duiden, oplossingen aan te geven en om eventueel een moreel oordeel te vellen. In deze verhandeling komt framing aan bod zoals het opgevat wordt in de communicatiewetenschap, en meer specifiek binnen de constructionistische benadering (zie bijvoorbeeld Neuman, Just & Crigler, 1992; zie verder Van Gorp, 2007).
De herziening van de procedure van de grondwetsherziening (art. 195 GW)
In: http://hdl.handle.net/1942/17569
Deze thesis handelt over de herzieningsprocedure van de Belgische Grondwet, vervat in artikel 195 Gw. De vraag wordt gesteld of deze procedure nog wel beantwoordt aan de vereisten van een moderne grondwet, gezien zijn historisch gewijzigde functie. Ontstaan in 1831 als een institutionele 'startgrondwet', is deze grondwet uitgegroeid tot een 'begeleider van de ontwikkeling van de staat'. Sinds de jaren '70 hebben de institutionele hervormingen en de daaraan gekoppelde grondwetsherzieningen zich alsmaar meer opgestapeld. Helaas wordt de toepassing van de rigide herzieningsprocedure meermaals omzeild, ter uitvoering van de politieke akkoorden. Een strikte toepassing van een versoepelde procedure lijkt daarom wenselijker. In de rechtsleer werden heel wat voorstellen gedaan ter versoepeling van artikel 195 Gw. Dit werk onderzoekt kritisch welke modellen wenselijk zijn bij het vinden van het juiste evenwicht tussen soepelheid en rigiditeit, rekening houdend met de maatschappelijke ontwikkelingen resp. de democratische principes. Het onderzoek sluit af met een vergelijkende analyse van de geboden modellen en een eigen voorstel tot herziening van de procedure.
BASE
Administratieve geldboeten in het sociaal handhavingsrecht: de procedure van de wet van 30 juni 1971
In: Recht en praktijk 60
Procedures en procesvoering voor het Hof van Justitie en het Gerecht van eerste aanleg van de EG
In: Europese monografieën 45
Fundamental rights violations by private actors and the procedure before the European Court of Human Rights: a study of verticalised cases
In: School of human rights research series volume 98
Article 34 of the European Convention on Human Rights prescribes that individual applications must be directed against one of the Convention States. Consequently, private actors involved in proceedings against other private actors before domestic courts must complain about State (in)action in their application to the European Court of Human Rights. In other words, originally 'horizontal' conflicts must be 'verticalised' in order to be admissible. Although such verticalised cases make up a large portion of the Court's case law, the particular nature of these cases, as well as procedural issues that may arise in them, has not received much attention. To fill this gap, this book offers a detailed examination of verticalised cases coming before the Court. The characteristics of and the Court's approach to verticalised cases are explored by means of an in-depth analysis of four types of verticalised cases (cases related to one's surroundings; cases involving a conflict between the right to reputation and private life and the right to freedom of expression; family life cases; and employer-employee cases). On the basis of this analysis, it is argued that the Court's current approach to verticalised cases poses problems for private actors, Convention States and the Court itself. In presenting recommendations for the resolution of these problems, the book concludes with a proposal for a new approach to verticalised cases, consisting of a redesigned third-party intervention procedure.