Suchergebnisse

"The European Union is today a major player in many policy areas, going from classic economic fields as competition policy, agriculture and fisheries policy to new emergent fields as environmental policy, arterial intelligence policy, security and foreign policy and criminal justice policy. These policies comes with an increasing level of EU regulation, having also a substantive impact on the harmonization of national policies and regulations. This expansion of EU competence naturally also places new demands on their enforcement, especially when it comes to investigations with the aim of imposing punitive administrative and/or criminal sanctions. In this expanded version of his valedictory lecture Prof. Vervaele is assessing 1) to what extent the EU and its Member States have a policy on punitive enforcement in the internal market and in the Area of Freedom Security and Justice and 2) how this policy translates into the harmonization of substantive administrative and criminal law and procedural law at the national level and into the elaboration of administrative and judicial cooperation instruments and the setting up of European enforcement agencies. The assessment includes to what extent this policy takes account of the human rights obligations. Vervaele concludes with a plea for a European model for punitive law enforcement with an increased alignment between the administrative enforcement tools in the internal market and the criminal enforcement tools in the Area of Freedom, Security and Justice. In this model the national enforcement authorities are build in under a network cooperation scheme."--

Which rights and obligations arise from the EU principle prohibiting unjust enrichment? This is the first publication to thoroughly examine the consequences this principle has - or may have - for private law relationships. An illuminating analysis, bearing both academic and practical importance. As the interplay between EU law and national private law intensifies, the question arises how the EU principle prohibiting unjust enrichment plays into various legal relationships involving one or more individuals. Unjust enrichment in European Union law takes a pioneering step in addressing this pressing issue. The author puts forward a compelling analysis, taking into account the functions of unjust enrichment in a number of national law systems and the functions of general principles of EU law, as well as case law of the Court of Justice of the EU. For analytic purposes, links are identified between EU causes of action based on undue payment, unjust enrichment and unlawful act, respectively. This is followed by a discussion whether or not such actions should be founded on violation of an EU provision having direct (horizontal) effect. Insight into the possible consequences of the EU principle prohibiting unjust enrichment has both academic and practical importance. The reader gains a deeper understanding of how the Court of Justice may further develop EU law on the basis of private-law principles. The study illuminates which rights individuals may derive from such legal principles and - if they can do so - under which circumstances

Voor de zittende Sudanese president Al-Bashir geldt een internationaal arrestatiebevel. België en Senegal bakkeleien in Den Haag over de berechting van de voormalig Tsjaadse dictator Habré. In haar oratie stelt Barbara Oomen dat het de wereldgemeenschap steeds meer menens is met de mensenrechten. Paradoxaal genoeg vraagt dit proces van universalisering van de mensenrechten lokale verankering. De nadruk op 'traditionele' rechtspleging na ernstige mensenrechtenschendingen vormt hiervan een voorbeeld. Oomen stelt dat zowel de wereldgemeenschap in wording als lokale gemeenschappen het monopolie op

"This text was presented as an inaugural speech by Eric van de Luijtgaarden at Maastricht University on 22nd September, 2022.This is a bilingual publication. The Dutch title is 'Andere juristen' and the text can be read in Dutch at the back of the book when turned upside-down."--

This book presents a classic legal study of banning organisations in Dutch law.
One of the main research questions is when, according to our law, an organisation is right for a ban. Must the organisation commit criminal offences, or are there other starting points for banning it?
Another key question is what kind of organisations can be banned. Are, for example, political parties and denominations excluded, given the special function of these organisations in our society? Other important questions are how the procedure works, which body is authorised to ban and how legal protection against a ban is designed.
In answering these questions, the author focuses on the fundamental question of the extent to which the regulation complies with the requirements arising from the freedom of association enshrined in our Constitution and treaties binding under international law. By no means all regulations meet these requirements. With a comparative law analysis of German and French law, the author makes recommendations to improve our prohibition regime on these issues

"De inbreng van deskundigen is al decennia lang niet meer weg te denken uit juridische procedures. Een rustig bezit is dit leerstuk evenwel niet. Gerechtelijke dwalingen en andere discussies brengen de pennen onverminderd in beroering. Bij de inbreng van deskundigen speelt in essentie altijd dezelfde basisproblematiek. Hoe weet je als leek of je de juiste deskundige hebt geselecteerd en hoe beoordeel je diens inbreng? Uiteindelijk maakt immers een gebrek aan deskundige kennis bij de verschillende procesdeelnemers het noodzakelijk om een deskundige in te schakelen. In het straf-, privaat- en bestuursrecht wordt op telkens verschillende manieren met bovenstaande problematiek omgegaan. In dit onderzoek is voor het eerst een vergelijking gemaakt van de wijze waarop de inbreng van deskundigen wordt genormeerd in deze drie rechtsgebieden. Aan de hand van een lijst met kwaliteitseisen zijn positieve punten en knelpunten gesignaleerd en is onderzocht wat de rechtsgebieden van elkaar zouden kunnen leren. Dat heeft geresulteerd in een diepgaande juridische analyse van de normering van de inbreng van deskundigen in juridische procedures. Die analyse wordt gevolgd door toepasbare inzichten en aanbevelingen. Dit maakt De deskundige in het recht tot een bruikbaar handboek voor wetenschappers, beleidsmakers, deskundigen en studenten."--

"De Academie voor Wetgeving en Overheidsjuristen heeft in het kader van de eerste Week van de Rechtsstaat een essaywedstrijd voor studenten en promovendi uitgeschreven. Zij mochten een essay van maximaal 1500 woorden insturen over het thema 'Weerbare rechtsstaat voor een veerkrachtige samenleving.'De jury bestond uit Remco Nehmelman (griffier Eerste Kamer der StatenGeneraal en hoogleraar Publiek organisatie recht, Universiteit Utrecht), Ellen Kiersch (directeur Wetgeving, ministerie van Justitie en Veiligheid), Edgar du Perron (raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden en hoogleraar Privaatrecht, Universiteit van Amsterdam), Kutsal Yesilkagit (hoogleraar Inter national Governance, Universiteit Leiden), Monique Wesselink (programmamanager Academie voor Wetgeving en Overheidsjuristen) en werd bijgestaan door Louise van Heusden (jurist kennisunit bij de Raad van State).Deze bundel bevat de volgens de jury tien beste essays waaronder die van Jacob van de Beeten en Roel Becker die beiden de eerste prijs kregen toegekend. Al deze essays verschaffen, elk op hun eigen manier en over allerlei uiteenlopende onderwerpen, nieuwe inzichten over hoe onze rechtsstaat het best kan worden ingevuld."--