Suchergebnisse

This book enhances understanding and consensus on why and how we need to work more strategically and coherently on the integration of human rights and development. It reviews the approaches of different donor agencies and their rationales for working on human rights, and identifies the current practice in this field. It illustrates how aid agencies are working on human rights issues at the programming level, and it draws together lessons that form the core of the current evidence around the added value of human rights for development.

Eekelen, W. van: De transatlantische visie: verwezenlijking vanaf 1949. - S.5-11. Elles, J.: The transatlantic solidarity: the political co-operation. - S.13-16. DeClercq, W.: De transatlantische verbondenheid: het verhoogde belang van de economische samenwerking. - S.17-26. Gardner, A.: The new transatlantic agenda: an American perspecitve. - S.27-38. Moltke, G. von: L'OTAN: redefinir ses missions. - S.39-44. Gnesotto, N.: OSCE, OTAN, UEO et GFIM (CJTF): un modele de securite collective Europeenne. - S.45-52. Bujo-Barre, V.: L'identite Europeenne des securite et de defense, l'Ueo et le lien transatlantique. - S.53-57. Alexeev, A.: La federation de Russie et la solidarite transatlantique. - S.58-64. Denison, A. B.: The United States and European Union: solidarity in the 21st century. - S.65-71

In deze publicatie wordt de voortgang van de Europese Unie-samenwerking geschetst, waarbij de wisselwerking tussen recht en beleid steeds in beeld is.0Niet alleen wordt stilgestaan bij de stand van de EU-samenwerking op dit moment, maar ook bij de uitdagingen waar de Unie momenteel voor staat. Het gaat daarbij in de eerste plaats om de mogelijkheden van voortgang van het 'interne' integratieproces, en de betrokkenheid van de lidstaten daarbij. Met thans 28 lidstaten, en nog een aantal landen in de wachtkamer, laat het zich raden dat niet alle lidstaten steeds het tempo en het gewenste niveau van de samenwerking kunnen - of willen - bijhouden. De toespraak van de Britse Prime Minister Cameron van 23 januari 2013 waarin hij een heronderhandeling over het Britse lidmaatschap aankondigt, is daar een voorbeeld van.0Het gaat echter ook om de 'externe' dimensie van het integratieproces, de verhouding derhalve met derde landen. En dan niet alleen die derde landen die de ambitie hebben om - eens - lid van de Unie te worden, maar ook om landen die (alleen) een samenwerking met de Unie nastreven. Aan de relatie met derde landen heeft de Europese Unie lange tijd onvoldoende aandacht besteed. De economische crisis en de gevolgen van de toetreding van twaalf nieuwe lidstaten in 2004 en 2007 hebben hier ongetwijfeld mee te maken. De actualiteit in 2014, met onrust aan al onze buitengrenzen (de spanningen rond Oekraïne, de voortdurende conflicten in het Midden-Oosten en het geweld en opkomend fundamentalisme in Midden- en Noord-Afrika), maakt echter duidelijk dat het burenbeleid prioritaire aandacht behoeft. Onze veiligheid en stabiliteit zijn hierbij in het geding

De provincie Limburg wil tegen 2020 de eerste volledig CO² neutrale provincie zijn en stelde hiervoor het Totaal Actie Plan CO2 op. Ook bedrijven kunnen mee het plan ondertekenen. Bedrijven worden door de consumenten aangezet tot maatschappelijke verantwoordelijkheid en gaan om deze reden op zoek naar duurzame en hernieuwbare energie, waaronder windenergie. Economische haalbaarheid is een belangrijke vereiste opdat een windproject opgezet wordt. In de masterproef wordt voor Limburg dan ook de economische haalbaarheid van een windproject, gerealiseerd door de samenwerking van bedrijven, onderzocht. Hoewel de nadruk ligt op het economisch vlak van windenergie, zal het technisch, politiek en sociaal aspect niet genegeerd worden. Deze factoren bepalen immers de realiseerbaarheid van het project. De lokale gevalstudie op bedrijventerrein Genk-Zuid geeft een inzicht in de lokale determinanten van een rendabel en aanvaard windproject in Limburg en levert bijgevolg een duidelijker inzicht in h