Het boek van Ko de Ruyter en Norbert Scholl is een vertaling van een publicatie onder de Nederlandse titel Kwalitatief Markt Onderzoek, ook uitgegeven bij Lemma. Waarschijnlijk omdat de eerste druk van de Nederlandse versie uit 1995 stamt, zijn er maar weinig verwijzingen naar de recente internationale literatuur zoals Qualitative Market Research: a comprehensive guide van Mariampolski (2001) of de zevendelige serie Qualitative market research: principle and practice van Eraut, Imms & Callingham (2002). Bovendien is er nog een internationaal tijdschrift onder dezelfde titel: Qualitative Market Research, dat sinds 1998 verschijnt. Hoewel er dus onderhand al heel wat verschenen is, hebben De Ruyter & Scholl deze Engelse vertaling gebaseerd op de situatie dat er nog weinig bekend was over de grote mogelijkheden van kwalitatieve vormen van marktonderzoek.
Van 11 tot en met 13 mei 2005 vond in Utrecht de elfde Qualitative Health Research-conferentie plaats. Deze conferentie is een van de initiatieven van professor Janice Morse, verpleegkundige en antropologe, verbonden aan de Universiteit van Alberta (Canada) en hartstochtelijk voorstandster van kwalitatief onderzoek. Zij is onder meer hoofdredacteur van het tijdschrift Qualitative Health Research en hoofd van het IIQM, het International Institute of Qualitative Methodology, een multidisciplinair internationaal instituut, dat zich ten doel stelt de kwalitatieve methoden binnen academische disciplines te bevorderen (zie website IIQM). De divisie Verplegingswetenschap van de Universiteit Utrecht maakt sinds 2001 deel uit van de IIQM en had het als taak op zich genomen om de jaarlijkse conferentie in Europa te organiseren. Dit jaar was het thema 'Qualitative Evidence in Health Care'. Uit 22 landen waren deelnemers afkomstig om een paper of poster te presenteren.
In kwalitatief onderzoek speelt de onderzoeker een centrale rol binnen het onderzoek. Immers, de onderzoeker is tegelijkertijd het waarnemings- én het analyse-instrument. Dat is een groot verschil met kwantitatief onderzoek, waar de rol van de onderzoeker zo veel mogelijk geminimaliseerd wordt. Toch blijkt het in de praktijk vaak lastig te zijn om goed onder woorden te brengen wat iemands rol daadwerkelijk is geweest. Het gaat hier om reflexiviteit – het onderkennen en beschrijven van de invloed van de onderzoeker op het onderzoek. Ook is mijn ervaring dat er in internationale wetenschappelijke publicaties niet altijd ruimte is om hier diep op in te gaan. Veel tijdschriften hanteren een woordenlimiet en het is vaak al een uitdaging om daar met kwalitatief onderzoek binnen te blijven. Ook zijn reviewers doorgaans meer geïnteresseerd in de resultaten van een onderzoek en de relevantie van deze resultaten voor de praktijk.
Informed consent in ethnographic research practice. Deep waters between macro ethical regulation and micro ethical fieldwork dilemmas Informed consent in ethnographic research practice. Deep waters between macro ethical regulation and micro ethical fieldwork dilemmas Drawing on my experiences of nine months of ethnographical fieldwork in an international matchmaking agency in Saint-Petersburg (Russia), I show how the negotiation of 'informed consent' in practice differs from 'informed consent' procedures of universities' and research funds' ethical review boards. Evidence in my case study contributes to existing debates that question the applicability in ethnography of consent rituals that are common in (bio)medical and psychological sciences. These 'informed consent' protocols have been criticized to be insufficiently empirically grounded in the ethnographical fieldwork practice. My tale from the field offers empirical evidence for a further conceptual refinement of a process-based approach to consent negotiations. I both provide recommendations for an adaptation of ethical regulations on a macro level and for a more reflexive consent negotiation in the situated ethnographic fieldwork practice.
Toen ik vernam dat de zesde International Conference on Social Science Methodology dit jaar in Amsterdam zou worden gehouden, lag het voor de hand om daaraan deel te nemen. De vorige twee, in Essex en Keulen waren me redelijk goed bevallen. En het leek me goed om ook hier te zorgen voor een zekere kwalitatieve presentie. 'Methodologie' is natuurlijk een beetje een raar vak voor kwalitatief onderzoekers. Onze werkwijze blijft toch sterk verbonden met de aard van het gebruikte materiaal, de probleemstelling, kortom de specifieke omstandigheden waarin we onderzoek doen. Ons werk is veel minder ingebed in een kader van vaste voorschriften dan het bij kwantitatieve varianten het geval is. Toch heb ik het altijd belangrijk gevonden om methodologiebijeenkomsten niet te vermijden, maar er juist aan deel te nemen om te laten zien dat ook ons onderzoek het onderwerp kan zijn van serieuze methodologische reflectie. En als dit voor kwalitatief onderzoek in het algemeen geldt, is het ook van belang voor etnomethodologie en conversatieanalyse. In Essex was er dan ook een aantal sessies aan gewijd, in Keulen was dat niet gelukt, dus heb ik het voor Amsterdam opnieuw geprobeerd.
Het systematisch literatuuroverzicht (systematic review) heeft de laatste jaren enorm aan impact gewonnen in het evidence-based discours en wordt beschouwd als een belangrijke informatiebron ter ondersteuning van besliskunde op praktijk en politiek niveau. Een systematisch literatuuroverzicht brengt resultaten van diverse individuele studies samen om betrouwbare antwoorden te genereren op welbepaalde vragen en wordt gepromoot door internationale non-profitorganisaties, zoals de Cochrane Collaboration en de Campbell Collaboration. Auteurs van systematische literatuuroverzichten (reviewers) streven een systematische identificatie, evaluatie en synthese na van alle relevante studies rond een bepaald onderwerp, gebaseerd op een expliciete en voorgedefinieerde methodologie. Hierbij wordt uitgegaan van een te beantwoorden vraag, een welgedefinieerde zoekstrategie, in- en exclusiecriteria voor studies, een kwaliteitsbeoordeling van de geselecteerde studies, en de extractie van resultaten uit die individuele studies, wat resulteert in een synthese. Momenteel is de vraag naar de evaluatie van de effectiviteit van medische, therapeutische, educatieve, sociale of criminologische interventies dominant in deze literatuuroverzichten. Hiervoor worden de resultaten uit studies – bij voorkeur gerandomiseerde, gecontroleerde experimenten – samengebracht door middel van een meta-analyse, een statistische techniek waarmee een gepoold resultaat verkregen wordt dat zich uitspreekt in het voor- of nadeel van een bepaalde interventie. Er is echter een groeiende belangstelling voor en erkenning van de waarde van inzichten uit kwalitatief onderzoek. Die inzichten kunnen immers helpen om de resultaten uit syntheses van kwantitatief onderzoek beter te situeren, om de vraagstelling mee te informeren en om een aantal vragen te beantwoorden die moeilijk door kwantitatief onderzoek kunnen worden beantwoord. Voorbeelden van dergelijke vragen zijn: Hoe moeten we interventies implementeren in een bepaalde context? Hoe kan een interventie verbeterd worden? Sluit de interventie aan bij de subjectieve noden van de doelgroep? Hoe wordt de interventie ervaren door diegenen die ze moeten uitvoeren of ondergaan? Die interesse heeft ertoe geleid dat meerdere onderzoekers zich zijn gaan buigen over de vraag hoe die kwalitatief georiënteerde inzichten op een methodologisch verantwoorde manier kunnen worden samengevat. Uiteraard hoeven syntheses van kwalitatief onderzoek niet aan te sluiten bij een systematisch literatuuroverzicht. Er zijn ook voorbeelden van syntheses die op zichzelf staan, zonder enige link met een bestaand literatuuroverzicht. De laatste jaren werd er enorm geïnvesteerd in het ontwikkelen van methoden voor het uitvoeren van syntheses van kwalitatief onderzoek (Dixon-Woods, Agarwal, Jones, Young & Sutton, 2005; Barnett-Page & Thomas, 2009). Twee van die methoden brachten een ondersteunend softwarepakket op de markt, EPPI-reviewer en QARI. EPPI-reviewer (Evidence for Policy and Practice Information and Coordinating Centre review software) werd ontwikkeld ter ondersteuning van thematische syntheses (Thomas & Harden, 2008), QARI (Qualitative Assessment and Review Instrument) werd ontwikkeld in de context van meta-aggregatie (Joanna Briggs Institute, 2007). Meta-aggregatie werd reeds toegepast in talloze literatuuroverzichten geproduceerd door het Joanna Briggs Institute, meestal als onderdeel van een mixed-methods-review. QARI is een onderdeel van het Joanna Briggs SUMARI softwarepakket (System for the unified management, assessment and review of information). SUMARI biedt software aan voor het uitwerken van literatuuroverzichten met betrekking tot vraagstellingen naar de effectiviteit, kosten en baten van interventies (syntheses van kwantitatief onderzoek) alsook naar de haalbaarheid, gepastheid en betekenis van interventies of fenomenen (syntheses van kwalitatief onderzoek). QARI kan enkel gebruikt worden voor het beantwoorden van kwalitatieve onderzoeksvragen. Ik illustreer het softwarepakket QARI aan de hand van een meta-aggregatie rond barrières ten aanzien van de implementatie van evidence-based praktijkvoering in België (Hannes, 2008).