Het Europese Waardenonderzoek 1981-2017: Geschiedenis, de internationale context en het Nederlandse veldonderzoek
In: Mens & maatschappij: tijdschrift voor sociale wetenschappen, Band 94, Heft 4, S. 381-397
ISSN: 1876-2816
7 Ergebnisse
Sortierung:
In: Mens & maatschappij: tijdschrift voor sociale wetenschappen, Band 94, Heft 4, S. 381-397
ISSN: 1876-2816
In: KWALON: Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek, Band 24, Heft 1
ISSN: 1875-7324
Reinoud Bosch, Power: A conceptual analysis. The Hague: Eleven International Publishing, 2016, 430 pp., ISBN 978-94-6236-680-0, €56,50.
In: KWALON: Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek, Band 24, Heft 3
ISSN: 1875-7324
Business event as fieldwork site?
A major methodological problem in the ethnographic study of international business elites is to make visible the social relations they draw and depend on. Business elites constitute a highly mobile social category and they mediate a growing portion of everyday social interaction via online, digital means. They are elusive, therefore, and that compromises the possibility of making direct observations of their social practices, which erodes the scope to ethnographically study this important group in the world economy. The essay shows how fieldwork on business events, such as conferences, expositions, and trade fairs, can help to overcome this problem. Such events constitute focal points and moments of crystallization in globally operating social networks, making visible a part of the international business 'theatre' that normally lags hidden. By presenting excerpts from recent fieldwork carried out in Belgium, Greece and the Netherlands, I give an impression of observables in this theatre, aiming especially at fostering an awareness of social behavior 'backstage' with a view to formulating further questions. The essay concludes with a plea to include business events as 'field schools' in study programs looking at international business elites, such as business schools and/or business economics.
In: KWALON: Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek, Band 24, Heft 3
ISSN: 1875-7324
In kwalitatief onderzoek speelt de onderzoeker een centrale rol binnen het onderzoek. Immers, de onderzoeker is tegelijkertijd het waarnemings- én het analyse-instrument. Dat is een groot verschil met kwantitatief onderzoek, waar de rol van de onderzoeker zo veel mogelijk geminimaliseerd wordt. Toch blijkt het in de praktijk vaak lastig te zijn om goed onder woorden te brengen wat iemands rol daadwerkelijk is geweest. Het gaat hier om reflexiviteit – het onderkennen en beschrijven van de invloed van de onderzoeker op het onderzoek. Ook is mijn ervaring dat er in internationale wetenschappelijke publicaties niet altijd ruimte is om hier diep op in te gaan. Veel tijdschriften hanteren een woordenlimiet en het is vaak al een uitdaging om daar met kwalitatief onderzoek binnen te blijven. Ook zijn reviewers doorgaans meer geïnteresseerd in de resultaten van een onderzoek en de relevantie van deze resultaten voor de praktijk.
Het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) is een van de meest vooraanstaande onderzoeksinstituten ter wereld op het terrein van de sociale geschiedenis, zowel in het wetenschappelijk onderzoek als in het verzamelen en beheren van een unieke internationale collectie archieven. Dit boek onderzoekt de geschiedenis van het Instituut van 1935 tot 1989. Centraal staat de ontwikkeling van het Instituut in de richting van een steeds sterkere professionalisering. Een ontwikkeling in wisselwerking met een driehoek van externe invloeden: de politieke en maatschappelijke context; de ontwikkeling van sociale geschiedenis als academische discipline; en het institutionele en bestuurlijke kader. Het is het verhaal van betrokken historici en activisten, die het erfgoed van en uit de arbeidersbeweging en andere emancipatiebewegingen wilden veiligstellen en voor onderzoek beschikbaar maken. Het boek neemt de lezer mee naar spectaculaire reddingsacties van archieven en bibliotheken die bedreigd waren door de opkomst van Hitler, de ineenstorting van het IISG tijdens de bezetting, en de wonderbaarlijke terugkeer van de meeste collecties na de oorlog. Tijdens de wederopbouw volgde een zoektocht naar een plaats in de academische infrastructuur. Intern raakte het Instituut ontregeld tijdens de roerige jaren zestig en zeventig. In de jaren tachtig vond het IISG de weg naar verdere professionalisering zonder zijn oorspronkelijke bestaansrecht en drijfveren uit het oog te verliezen.
In Hoofdstuk 1 worden de achtergronden van het NWO programma Slimme sturing (Smart governance) en de Zorgtransitie besproken, die de aanleiding vormden voor de opzet van het onderzoek 'Lokaal bestuur en eigen kracht in Rotterdam', dat resulteerde in het hier voorliggende eindrapport. Vervolgens wordt de oorsprong van de Family Group Conference besproken en hoe deze zich wereldwijd heeft verspreid en heeft geresulteerd in een aantal internationale studies, waarin de Family Group Conference is gecontrasteerd met professionele hulpverlening. Een aantal toonaangevende studies is geschematiseerd weergegeven in Hoofdstuk 1.
Hoe de vragen van de maatschappelijke partners in de definitieve onderzoeksopzet werden vertaald en welke uitkomstmaten gekozen werden, wordt beschreven in Hoofdstuk 2: Onderzoeksopzet.
In Hoofdstuk 3 worden de uitkomsten van het empirische onderdeel van het onderzoek onder zorgvragers gepresenteerd.
Hoofdstuk 4 bespreekt de uitkomsten van het onderzoek onder zorgprofessionals en Eigen Kracht coördinatoren.
In een aantal zaken bleken het netwerk en de zorgprofessional ondersteuningstaken specifiek verdeeld te hebben. In Hoofdstuk 5 zijn deze patronen van taakverdeling op basis van gemeenschappelijke elementen gestileerd in een drietal scenario's, waarvan de kostenimplicaties zijn berekend, in het bijzonder het potentieel aan besparingen.
In Hoofdstuk 6 worden de bevindingen van het onderzoek geplaatst tegen de achtergrond van het NWO Slimme sturing programma, met accent op de sturingsinstrumenten die centraal staan in het sociale domein: regulering en budgettering. Bezien wordt wat exact de reikwijdte is van het nog vrijwel onbekende recht op een Familiegroepsplan.
Hoofdstuk 7 sluit het rapport af met een slotbeschouwing en een aantal aanbevelingen, voor de betrokken maatschappelijke partners en voor de wetenschap.
Dit boek van antropoloog en oud-'NRC'-redacteur Dirk Vlasblom is het eerste moderne overzichtswerk van de geschiedenis van westelijk Nieuw-Guinea, van de vroegste tijden tot de 21ste eeuw. De auteur baseert zich op gepubliceerd en ongepubliceerd bronnenmateriaal en op talloze interviews met rechtstreeks betrokkenen.0In de proloog wordt meteen duidelijk hoe heilsverwachtingen het wereldbeeld van de Papoea's beheersen. Nieuwkomers die opdoken vanaf de 17de eeuw werden door hen dan ook welwillend tegemoet getreden. Slavernij en uitbuiting door Molukse vorsten was vervolgens hun deel.0De Nederlanders eisten het immense gebied op, maar hadden er nauwelijks oog voor totdat het aan het einde van de 19de eeuw tot hen doordrong dat ze het konden verliezen als ze het niet daadwerkelijk onder bestuur brachten. Nieuw-Guinea bleef het 'stiefkind van Indië' tot aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog.0Na de oorlog nam Nederland de verplichting op zich westelijk Nieuw-Guinea als goede kolonisator te beheren en de Papoea's te leiden op de weg van ontwikkeling en uiteindelijk naar onafhankelijkheid. Voor deze inhaalmanoeuvre resultaat kon opleveren, zette Indonesië zijn aanspraken op het gebied kracht bij met militaire prikacties. Grote internationale druk dwong Den Haag in 1962 de vlag te strijken. Een tijdelijk VN-bestuur maakte uiteindelijk plaats voor een Indonesische gouverneur.0Meer dan ooit is westelijk Nieuw-Guinea in de Indonesische tijd een wingewest geworden. De Papoea's bleven aan de rand van de geldeconomie en hun zelfbewustzijn werd gekrenkt door de massale immigratie van Indonesiërs uit andere delen van de archipel.0In deze geheel vernieuwde tweede editie is geput uit de meest recente literatuur en is het verhaal bijgewerkt tot 2018