De moeizame worsteling met de nationale identiteit
In: Jaarboek parlementaire geschiedenis 2007
239 Ergebnisse
Sortierung:
In: Jaarboek parlementaire geschiedenis 2007
In: Advies 9
In het eerste deel van dit boek wordt de uitwisseling van gegevens op Belgisch nationaal vlak besproken:0bondig overzicht van de regels die de (wettelijke) verkrijging van gegevens beheersen;0met speciale aandacht voor het onderzoeksrecht ten aanzien van de openbare diensten, instellingen en organismen (met inbegrip van de parketten, griffies en alle rechtscolleges);0uitwisseling van gegevens tussen de nationale fiscale administraties.0In het tweede deel komt de internationale administratieve (vestigings)bijstand aan de orde:0internationale samenwerking op basis van bi- en multilaterale verdragen;0supranationale rechtsinstrumenten in de Europese Unie;0onderlinge verhouding tussen de internationale rechtsinstrumenten in België
In: Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Afdeeling Letterkunde 70,B,8
In: WRR Verkenningen
Sociology - Ondanks hun uiteenlopende afkomst, cultuur en godsdienst vinden West-Europese jongeren het land waar zij wonen belangrijk. Toch voelen vooral autochtone jongeren een historische verbondenheid: in Nederland meer dan in Frankrijk en Engeland, en jongens meer dan meisjes. Dat blijkt uit de WRR-Verkenning Nationale Identiteit en meervoudig verleden van prof.dr. Maria Grever en dr. Kees Ribbens van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Grever en Ribbens vroegen ruim 670 leerlingen van 14 tot 18 jaar in Rotterdam, Londen en Lille in hoeverre zij zich vereenzelvigen met het land waarin zij wonen. Welke rol speelt de nationale geschiedenis hierbij? Grever en Ribbens onderzochten in hoeverre Nederlandse, Britse en Franse leerlingen van 14 tot 18 jaar zich identificeren met hun woonland. Zij gaan er hierbij van uit dat er niet één verleden is, maar dat mensen van generatie op generatie allerlei culturele codes overdragen, die in verhalen en herinneringen lang kunnen doorwerken. De onderzoekers gingen na welke betekenis de nationale identiteit voor de jongeren heeft. Ondanks de diversiteit aan achtergronden vinden die allemaal hun woonland belangrijk, al geldt dit sterker voor autochtonen dan voor allochtonen. Dat verschil in betrokkenheid geldt ook de historische interesse. Historische verbondenheid met het woonland - zoals nationale trots - leeft vooral bij autochtonen, in Nederland meer dan in Frankrijk en Engeland. In het algemeen voelen autochtone meisjes die 'nationale trots' minder dan jongens. De verschillen zijn het grootst op het terrein van de godsdienst. Geschiedenis van de godsdienst scoort het hoogst bij veel allochtone groepen, met uitzondering van de Surinaamse en Antilliaanse jongeren. Autochtone jongeren identificeren zich daar nauwelijks mee, al hadden Nederlandse jongeren hier wel weer meer interesse voor dan hun Engelse en Franse leeftijdgenoten. Bij Turkse en vooral Marokkaanse jeugd is er sterke culturele identificatie met de islam. Opvallend is dat, hoewel de onderzochte groepen zich nauwelijks Europeaan of wereldburger voelen, ze wel in Europese geschiedenis en vooral in wereldgeschiedenis geïnteresseerd zijn.
In: WRR rapport
Political Science; European Union - Vanuit de fundamentele beginselen van de rechtsstaat wordt ingegaan op vormgeving en functioneren van de rechtsstaat in de huidige tijd. In het verleden is de concrete vormgeving van de rechtsstaat sterk verbonden geweest met de soevereine nationale staat. Twee recente ontwikkelingen, te weten internationalisering en individualisering, brengen daarin verandering. Op de consequenties daarvan wordt nader ingegaan. Er worden aanbevelingen gedaan die beogen de beginselen van rechtsstatelijkheid ook in nieuwe omstandigheden tot hun recht te doen komen.
In: Publicatie RLG 05/1
Op verzoek van LNV is een advies opgesteld over de realisatie van Nationale landschappen, een gebiedscategorie binnen de Nota Ruimte. RLG ziet in het beleid voor de Nederlandse landschappen de voltooiing van de emancipatie van het landschap, nu het eindelijk is verankerd in het ruimtelijk beleid met een zelfstandige positie als beleidsdoel. Het betreft een twintigtal gebieden. Uitspraken worden gedaan over: de positie van rijk, provincie en gemeente, de Grondbank, groenfinanciering en andere financiële maatregelen, en het draagvlak voor landschapsbeheer via nationale landschappen