Privacy
In: Jeugd en Co, Band 9, Heft 6, S. 29-29
ISSN: 1876-6080
33 Ergebnisse
Sortierung:
In: Jeugd en Co, Band 9, Heft 6, S. 29-29
ISSN: 1876-6080
In: Zorg + welzijn, Band 23, Heft 12, S. 28-29
ISSN: 2468-1369
In: Sociaal bestek: tijdschrift voor werk, inkomen en zorg, Band 78, Heft 6, S. 39-39
ISSN: 2468-1377
In: Achtergrondstudies en verkenningen 20
In: Meijersreeks 165
In: SIKS dissertation series 2009-35
In: Sociaal bestek: tijdschrift voor werk, inkomen en zorg, Band 79, Heft 2, S. 42-44
ISSN: 2468-1377
In: Achtergrondstudies en verkenningen 25
In: Sociaal bestek: tijdschrift voor werk, inkomen en zorg, Band 78, Heft 3, S. 23-25
ISSN: 2468-1377
In: Tijdschrift voor genderstudies, Band 24, Heft 1, S. 53-63
ISSN: 2352-2437
Public administration; Political science - De gangen van mensen worden steeds meer traceerbaar. Er is een bonte verzameling ict-applicaties op het toneel van mobiliteit verschenen, waarmee informatie over de locatie wordt gegenereerd. Het denken over de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van privacy loopt bij deze ontwikkelingen achterop. Dat komt omdat locatie-informatie op het eerste gezicht niet echt privé lijkt. Wie zich in het openbaar beweegt, kan immers door iedereen worden geobserveerd. Waarnemen staat vrij, en de openbare ruimte heet niet voor niets openbaar. Desondanks is er reden genoeg - vooral door het voortschrijden van de techniek - om locatie-informatie als een urgent onderdeel van het privacydebat aan te merken. De studie analyseert de meest markante ict-applicaties die de overheid inzet om mobiliteitsvragen op te lossen. Dit zijn achtereenvolgens de verzamelcategorie 'intelligente transportsystemen' (its), de ov-chipkaart, de kilometerprijsregistratie en automatische kentekenherkenning (anpr). Deze systemen dragen bij aan de digitalisering van de openbare ruimte en daarmee van de levenssfeer 'onderweg'. Hoe het met die levenssfeer is gesteld, hangt af van een aantal factoren die de kracht of zwakte van de constructie van privacybescherming bepalen, zoals technologische betrouwbaarheid, secundair gebruik van informatie en accountability. Dit mondt uit in de diagnose dat realistisch gezien steeds meer locatie-informatie zal worden gegenereerd. Maar daarom komt het er des te meer op aan dat de kwaliteit van de institutionele omlijsting van de gebruikte technologie verbeterd wordt, en er dus verder wordt gekeken dan naar technisch kunnen alleen.
In: Webpublicatie
Political Science; Ict - De voorliggende studie is opgesteld in opdracht van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, meer specifiek de projectgroep 'Beleid, Informatie en Technologie' (BIT). Dit project heeft in maart 2011 het rapport iOverheid opgeleverd.Het vertrekpunt van het WRR-onderzoek dat voor dit project is uitgevoerd, is de zoektocht naar de rol en verantwoordelijkheid van de overheid bij de inzet van ICT.Daarbij richtte het project zich meer in het bijzonder op een tweetal vragen: wat zijn de consequenties van de inzet van ICT voor de relatie overheid-burger en welke tendensen zijn daarin zichtbaar?
wat is de betekenis van deze consequenties vanuit de verantwoordelijkheid van de overheid wanneer ze ict inzet in bedrijfsvoering, beleid en beleidsuitvoering?
Om meer inzicht te verwerven in de dynamiek rondom de ontwikkeling, invoering en het gebruik van ict in de relatie overheid-burger heeft de projectgroep 'BIT' een aantal empirische studies uitgezet. Deze studies zijn deels beschikbaar als webpublicatie op de site van de WRR, deels als bijdragen aan de verkenning De staat van informatie die is verschenen in maart 2011, samen met het rapport iOverheid.
De serie WRR-webpublicaties omvat studies die in het kader van de werkzaamheden van de WRR tot stand zijn gekomen. De verantwoordelijkheid voor de inhoud en de ingenomen standpunten berust bij de auteurs.