Die folgenden Links führen aus den jeweiligen lokalen Bibliotheken zum Volltext:
Alternativ können Sie versuchen, selbst über Ihren lokalen Bibliothekskatalog auf das gewünschte Dokument zuzugreifen.
Bei Zugriffsproblemen kontaktieren Sie uns gern.
18 Ergebnisse
Sortierung:
In: VOR Maatschappij- en Gedragswetenschappen
Iedereen komt ze weleens tegen in eigen kring of kent ze uit ondervinding: de bully op het schoolplein, de gewelddadige levenspartner, de maniakale manager, de tirannieke geestelijk leider, de crimineel. In het dagelijks spraakgebruik bestempelen we ze zonder aarzeling als 'gevaarlijke gekken'. We weten maar al te goed hoe ontwrichtend of traumatiserend zo'n gek kan zijn. Maar kan de impact van zo'n gevaarlijke gek niet ook op grotere schaal spelen? Op de schaal van de politiek, de samenleving, de wereld of de geschiedenis? Met deze vraag organiseerden Gijsbert de Reuver en Stephan Sanders bij de Universiteit van Amsterdam, in samenwerking met 'De Groene Amsterdammer', een spannende collegereeks, die een vervolg heeft gekregen in het boek 'Gevaarlijke gekken?' In dit boek staan stukken van docenten uit de collegereeks, maar ook bijdragen die speciaal zijn geschreven voor de bundel, bijvoorbeeld die over Donald Trump en Vladimir Poetin
De kennis over hoe menselijke keuzes gemaakt worden is de laatste jaren flink gegroeid. Vakgebieden als sociale psychologie en hersenwetenschap maken, zeker in Nederland, een grote bloei door. Het zeer toegankelijk geschreven boek Hoe mensen keuzen maken: de psychologie van het beslissen geeft in ruim 100 pagina's een uniek overzicht van de nieuwste sociaal-psychologische inzichten op dit gebied. In vier hoofdstukken worden de 'beperkingen' van het brein belicht: - Het irrationele brein. Mensen houden zich vaak niet aan de regels voor logische en rationele keuzes. Toch leidt dit soms zelfs tot nog betere beslissingen. - Het automatische brein. Onze keuzes worden bepaald door allerlei onbewuste factoren, en vaak weten we niet goed waarom we een bepaalde keuze hebben gemaakt. - Het willoze brein. Zijn we werkelijk vrij om te kiezen? Tegenwoordig beweert een aantal wetenschappers dat de vrije wil niet bestaat. Hebben zij gelijk? - Het sociale brein. Is de mens in hart en nieren een sociaal wezen dat werkelijk begaan is met andermans lot? Of betreft het slechts een dun laagje beschaving? In het laatste hoofdstuk wordt bekeken hoe Nederland eruit zou zien als beleidsmakers van deze bevindingen gebruik zouden maken bij het uitzetten van beleid. Hoe kunnen mensen worden verleid tot een gezondere levensstijl? Tot energiebesparend gedrag? Tot een verstandige financiële planning? En misschien kan het zelfs wat doen aan de chronische politieke ontevredenheid bij de mensen
In: Kurt Lewin Institute dissertation series 2002,7