Mythes over sociale aspecten van veroudering ontkracht
In: Mens & maatschappij: tijdschrift voor sociale wetenschappen, Band 93, Heft 1, S. 1-3
ISSN: 1876-2816
9 Ergebnisse
Sortierung:
In: Mens & maatschappij: tijdschrift voor sociale wetenschappen, Band 93, Heft 1, S. 1-3
ISSN: 1876-2816
In: KWALON: Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek, Band 21, Heft 3
ISSN: 1875-7324
Power as the central concept for the analysis of causality in social life: A conceptual-analytical elaboration
Reinoud Bosch
This article provides a description of a conceptual analysis of 'power'. Defining 'power' as 'the relative ability to affect or receive', a method for conceptual analysis is posited and examples are provided of the conceptual analysis of power. An overview is provided of the resulting categories and subcategories of the concept, and possibilities for the use of the concept as a sensitizing concept in the analysis of causality in social life are indicated.
In their replies Fred Wester and Harrie Jansen discuss some aspects of causality and power that need further attention. In his reaction Reinoud Bosch further elaborates on his perspective on the power concept.
In: KWALON: Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek, Band 26, Heft 1, S. 7-23
ISSN: 1875-7324
Abstract
Studying societal trends through analyzing media content
Digital media, social media and public media reflect many aspects of our everyday life and of social and cultural developments in our societies. However, one finds relatively few studies based on media data to describe and analyze these developments. This paper is an appeal and helping hand for those who hesitate and wonder how to design and conduct such media studies.
In: KWALON: Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek, Band 12, Heft 1
ISSN: 1875-7324
Dit artikel beschrijft enkele methodologische aspecten van praktijkonderzoek, specifiek gericht op casuïstiek in het sociaal werk. In de meeste sectoren van het welzijnswerk in Vlaanderen vinden regelmatig teamvergaderingen plaats, waarin casusbesprekingen een vaste plaats innemen. Dagelijks selecteren sociale werkers praktijkervaringen of 'gevallen' die ze via een mondelinge of schriftelijke tekst reconstrueren en voorleggen aan anderen. Dit doen ze al jarenlang.
In: Res publica: politiek-wetenschappelijk tijdschrift van de Lage Landen ; driemaandelijks tijdschrift, Band 51, Heft 2, S. 257-269
ISSN: 0486-4700
The relation between political scientists and the media is fragile; from both sides opportunism can have a major influence. Both political scientists as well as politicians should thus reflect on the role both parties can and want to assume. The symposium presents 2 contributions coming from both sides, offering analysis and insight. The first article by Dave Sinardet discusses important aspects of the role political scientists can play in the media. He states that it is the responsibility of social scientists to participate in the public debate and to adjust form, style and use of language of the media in order to shape a public opinion. The second article by the editor of a Belgium newspaper incites political scientists to closer examine their wishes and aspirations regarding their role in the media. O. van Zijl
In: Res publica: politiek-wetenschappelijk tijdschrift van de Lage Landen ; driemaandelijks tijdschrift, Band 46, Heft 4, S. 460-485
ISSN: 0486-4700
In: Res publica: politiek-wetenschappelijk tijdschrift van de Lage Landen ; driemaandelijks tijdschrift, Band 47, Heft 2-3, S. 349-426
ISSN: 0486-4700
In: KWALON: Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek, Band 17, Heft 2
ISSN: 1875-7324
Harrie Jansen zegt in zijn inleiding dat hij via de toepassing van de letterlijke betekenissen van 'kwalitatief' en 'kwantitatief' de methodologische discussies rond kwalitatief onderzoek wil verbeteren en ook verlossen van wetenschapsfilosofische en levensbeschouwelijke ballast. Wat hij met die verlossing precies bedoelt, is niet erg duidelijk. Als hij bedoelt dat de bespreking van elke wetenschapsfilosofische of levensbeschouwelijke discussie altijd overbodig is, ben ik het er in ieder geval niet mee eens. Bijvoorbeeld: de keuze voor een open interview, een van de typisch kwalitatieve methoden voor het verzamelen van gegevens, kan gemotiveerd zijn door een expliciet of impliciet geprefereerd mensbeeld waarin de mens vooral als interpreterend wezen wordt gezien. Mensbeelden zijn niet alleen een onderwerp in de filosofie van de sociale wetenschappen, maar ook een onderdeel van levensbeschouwingen. De keuze voor een onderzoeksmethode kan dus levensbeschouwelijk gemotiveerd zijn. Daarom kun je niet zomaar wetenschapsfilosofische en levensbeschouwelijke aspecten van empirisch onderzoek als ballast afserveren. (Zie voor meer factoren die de keuze voor een methode meebepalen, Smaling, 1994.) Maar behalve de bevrijding van ballast wil Jansen duidelijkheid. Zo schrijft hij: wat is er kwalitatief aan de open dataverzameling? Wat is er kwalitatief aan constante vergelijking en analytische inductie? Met de verduidelijking van de begrippen 'kwalitatief' en 'kwantitatief' wil Jansen onder meer de discussie tussen kwalitatieve en kwantificerende onderzoekers faciliteren. Dat is een goed doel. Laten we daarom eerst eens kijken naar wat Jansen onder 'kwalitatief' en 'kwantitatief' wil verstaan.
In: KWALON: Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek, Band 16, Heft 1
ISSN: 1875-7324
Het boek Analyzing narrative reality gaat in op de reflexieve relatie tussen het construeren van een narratief en de context waarin dit plaatsvindt. In de inleiding van het boek positioneren de auteurs, beiden hoogleraar in de sociologie, zich binnen het veld van narratieve analyse. Zij zijn de mening toegedaan dat narratieve analyse binnen de sociale wetenschappen een vrij beperkte focus heeft. In deze benadering worden verhalen doorgaans op band opgenomen, om vervolgens in tekst te worden omgezet. Centraal staat het analyseren van de interne structuur van een tekst, bijvoorbeeld op thema's en opbouw. Deze benadering verwaarloost volgens de auteurs de specifieke omstandigheden waarin het narratief tot stand is gekomen. Een uitsluitend op tekst gebaseerde analyse doet geen recht aan de dynamiek en contingentie van de realiteit waarin een narratief gesitueerd is en gevormd wordt.Het doel van dit boek is om met behulp van de etnografische methode een analytisch kader te ontwikkelen dat recht kan doen aan deze narratieve realiteit.Het boek is geschreven voor sociale wetenschappers, van studenten tot ervaren wetenschappers, voor wie teksten alleen niet (meer) toereikend zijn.Het boek is onderverdeeld in vier delen die op elkaar voortbouwen. Elk deel bestaat uit een aantal korte hoofdstukken die elk een specifiek concept centraal stellen, zoals de rol van cultuur, relaties en status binnen de constructie van een narratief. Vervolgens worden excerpten uit interviewmateriaal gebruikt om elk concept empirisch in te bedden. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een korte samenvatting.In deel I werken de auteurs hun specifieke etnografische methode verder uit.Etnografie is een basisvorm van kwalitatief onderzoek. In het algemeen verwijst zij naar een beschrijvende studie van alledaagse leefwijzen en praktijken van volken of (deel)collectiviteiten. De auteurs benadrukken dat het hun gaat om een specifieke toepassing van etnografisch onderzoek, namelijk narratieve etnografie (p. 22). Dit is een methode die niet uitsluitend gericht is op een narratief in de zin van een platte tekst, maar een methode van dataverzameling en -analyse die de relaties tussen omstandigheden, actoren en handelingen in relatie tot het formuleren van een narratief gelijktijdig onderzoekt en analyseert. Dit betekent dat je als onderzoeker ter plekke de context moet vastleggen door middel van directe observatie, audio- en videoregistratie en aantekeningen. Hoe je als onderzoeker de omstandigheden empirisch kunt vastleggen en vervolgens kunt analyseren, wordt toegelicht in deel II en III.Deel II gaat in op de verschillende praktijken die een rol spelen bij de totstandkoming van een verhaal, zoals de relatie tussen de verteller en de luisteraar, de rol van non-verbale houdingen en machtsfactoren. Welke verhalen kunnen worden verteld en welke niet? Om als kwalitatief onderzoeker gevoel voor deze aspecten te ontwikkelen, is het volgens de auteurs van belang om niet alleen af te gaan op hetgeen de geïnterviewde zegt, maar onder meer ook aantekeningen van de situatie te maken, aanverwanten te interviewen en vast te leggen hoe een verhaal verteld wordt. Welke nadrukken worden gelegd? Hoe wordt een verhaal ondersteund met gebaren?In deel III zoomen de auteurs in op de invloed van omgevingsfactoren zoals relaties, openbare gelegenheden, lokale cultuur, banen en status op de totstandkoming van narratieven. Hoewel deze omgevingsfactoren niet allesbepalend zijn, vormen ze wel de horizon waartegen narratieven tot stand komen. Verhalen en betekenissen kunnen veranderen zodra deze omgevingsfactoren veranderen, aldus de auteurs. Voor de kwalitatieve onderzoeker is het van belang te bepalen in hoeverre de omgevingsfactoren van invloed zijn op wat wel of niet verteld wordt. De auteurs laten zien hoe je als kwalitatieve onderzoeker door middel van het stellen van bepaalde vragen en observaties sensitief kan worden voor deze omgevingsfactoren.Deel IV, het laatste deel, behandelt de kwesties van narratieve adequaatheid en kwaliteitscontrole, namelijk wat is een goed narratief en wat geldt als goede data? Om deze vragen te beantwoorden moet de kwalitatieve onderzoeker niet beginnen met abstracte, algemene standaarden om de validiteit en betrouwbaarheid van data te evalueren. De auteurs adviseren te beginnen bij het materiaal, bij de lokale praktijk, en te beoordelen welke criteria de onderzochten zelf hanteren in het beoordelen van een verhaal als 'goed' of 'adequaat'. Wat geldt bijvoorbeeld in de context van het straatleven als een goed verhaal? Uit welke elementen bestaat zo'n verhaal?