Theorieën in beleidsonderzoek
In: Mens & maatschappij: tijdschrift voor sociale wetenschappen, Band 84, Heft 2, S. 122-125
ISSN: 1876-2816
121 Ergebnisse
Sortierung:
In: Mens & maatschappij: tijdschrift voor sociale wetenschappen, Band 84, Heft 2, S. 122-125
ISSN: 1876-2816
In: Res publica: politiek-wetenschappelijk tijdschrift van de Lage Landen ; driemaandelijs tijdschrift, Band 58, Heft 1, S. 37-57
ISSN: 0486-4700
In: KWALON: Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek, Band 15, Heft 1
ISSN: 1875-7324
Kwalitatieve analyse is meestal inductief en daarmee gericht op het ontwikkelen van begrippen, dat wil zeggen termen die structuren aangeven in de data (de ruwe teksten). Die begripsontwikkeling gaat in fasen. Het begint met het toekennen van vrij losstaande codes (open coderen) die vervolgens verder ingedikt en geordend worden tot een hanteerbaar schema. Zoals bekend uit de grounded theory-literatuur is het resultaat idealiter een kerstboom ('tree') met meerdere niveaus van aftakkingen. Bovenaan staat dan het kernconcept (de piek) dat in één woord samenvat wat er in de onderzochte wereld aan de hand is. Daaronder staan in afnemende graad van abstractie dimensies en categorieën van het kernconcept. De onderste laag (niveau 0 in de analyse) is de dataset; daar is de boom uit opgetrokken.
In: Mens & maatschappij: tijdschrift voor sociale wetenschappen, Band 84, Heft 2, S. 126-151
ISSN: 1876-2816
Static versus dynamic theories as explanations for intergenerational transmission of crime .Parental criminal behaviour exerts a substantial impact on offspring criminal behaviour. Unfortunately however, the explanation for the intergenerational transmission of crime remains unclear.
To compare and contrast two possible explanations, we address the question of whether the timing of a father's criminal acts predicts the likelihood that his children commit crime. According to static theories, the total number of criminal acts rather than the exact timing influences
the likelihood of offspring criminal behaviour. According to dynamic theories, timing is crucial and children are more likely to engage in criminal behaviour after fathers have committed criminal acts. Results show that the total number of delinquent acts is an important predictor, and also
that the exact timing plays an important role. In the year the father has been convicted, the likelihood that the child commits crime increases substantially and decays in the following years at a slower rate the more crimes the father has committed. Our results show that the rigorous assumptions
of static theories require nuancing.
In: KWALON: Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek, Band 22, Heft 3
ISSN: 1875-7324
Nederland, anno 2017. We zien groepjes jongeren met verwilderde blikken buiten rondlopen om imaginaire wezentjes te vangen met hun smartphones. Daarbij bewegen ze zich met ware doodsverachting door het drukke verkeer. Elders zien we mensen op de fiets een druk kruispunt oversteken terwijl ze whatsappen, de blik gefixeerd op hun telefoon. De fysieke wereld lijkt voor hen niet te bestaan, ze bewegen zich in de online wereld.
In: Mens & maatschappij: tijdschrift voor sociale wetenschappen, Band 85, Heft 1, S. 70-98
ISSN: 1876-2816
Why do adult children support their parents and how can we explain differences among children in this respect? Similarly, why do people support their adult children and why are some parents more supportive than others? In this paper, an overview is given of three explanations of intergenerational
support: a theory about exchange, a theory about altruism, and a theory about social norms. Because these theories have different underlying models of behavior, they have been competing with each other in past research. I discuss the mechanisms and problems behind these general theories and
how they have been applied to the theme of intergenerational support. Next, I give an overview of different fields of research in which these theories (or parts of them) have been tested. The focus is on three different research traditions which have had different ways of testing the theories:
demographic and sociological research which has emphasized the life course concept, economic research which has emphasized financial transfers, and psychological research which has focused on wellbeing. Assorted findings from the Netherlands Kinship Panel Study, a large-scale panel study of
family relations in the Netherlands, serve as empirical illustrations.
In: Tijdschrift voor Sociologie, Band 6, Heft 3
ISSN: 0777-883X
Sinds enige tijd vertoont de medische sociologie meer en meer aandacht voor de problematiek van de gezondheid(szorg) in Derde Wereldlanden. Zelden worden daarbij de bestaande sociologische theorieën over de ontwikkelingsproblematiek ter hand genomen. Toch kunnen die van groot nut zijn. In dit artikel worden de drie belangrijkste ontwikkelingssociologische paradigmata geschetst : moderniseringstheorieën, onderontwikkelingstheorieën en de neo-marxistische theorieën. De gezondheidsproblematiek van de Derde Wereld wordt telkens in het licht van deze theorieën bekeken. Eigen onderzoeksmateriaal wordt geanalyseerd vanuit de derde benadering. Dit materiaal biedt ook de basis voor een discussie over de beleidsrelevantie van de besproken ontwikkelingssociologische kaders.
In: Coalitievorming in België; Tijdschrift voor Sociologie, Band 9, Heft 1-2
ISSN: 0777-883X
Dit artikel onderwerpt de zes belangrijkste modellen voor de verdeling van "coalitieprijzen" aan een vergelijkende test. Naast de klassieke succescriteria, worden nog twee nieuwe evaluatietechnieken gebruikt: een numerische analyse die de kansrelaties tussen de resultaten van de theorieën meet, en een analyse van netto empirische relaties die moet nagaan of politici twee of meer theorieën combineren wanneer zij een keuze voor een coalitie maken. Voor wat de inhoud van de modellen betreft, worden er twee voorstellen gemaakt. Gamsons huidige minimal power theorie lijkt formeel niet conclusief te zijn. Om deze theorie te vervangen, wordt een PSI-index voor stabiliteit afgeleid uit de zogenaamde Shapley-waarde. Wij stellen dan dat de zes theorieën niet onderling concurreren, maar eerder verschillende fasen van het proces van coalitievorming beschrijven. Bij het begin kiezen de partners intuïtief een redelijke verdeling, die later rationeel niet gebalanceerd blijkt te zijn. Vanuit deze initiële verdeling evolueren de onderhandelingspaden naar een equilibrium toe.
In: KWALON: Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek, Band 14, Heft 1
ISSN: 1875-7324
Hoewel kwalitatief onderzoek soms zowat geïdentificeerd wordt met Grounded Theory, is er weinig literatuur te vinden over de theorieën die via kwalitatief onderzoek worden ontwikkeld (test: noem eens een gefundeerde theorie!). Ook is weinig bekend over welke theorieën kwalitatief onderzoekers eigenlijk gebruiken, hoe de onderzoekers aan die theorieën komen en hoe ze ermee omgaan. Voor een deel komt dat waarschijnlijk door het idee dat je hooguit sensitizing concepts moet/mag gebruiken om richting te geven aan de dataverzameling, maar geen gebruik moet maken van bestaande uitgewerkte theoretische kaders. Hoe dit ook zij, hierover gaat het boek van Anfara en Mertz juist wél: de keuze en het gebruik van theoretische kaders door kwalitatief onderzoekers. Het gaat hen daarbij niet om een encyclopedische inventarisatie, maar om een verzameling van casussen waaruit lezers/onderzoekers inspiratie kunnen putten. Deze casussen zijn voor het merendeel afkomstig uit het veld van de onderwijssociologie en de onderwijskunde. Maar dat maakt het boek geenszins onbruikbaar voor welzijnssociologen, verplegingswetenschappers of bestuurskundigen.
In: van Geesbergen , A 2019 , ' Duurzame schaarste : Een kritische analyse van twee economische duurzaamheidsparadigma's geïnspireerd door de filosofie van Dooyeweerd ' , Doctor of Philosophy , Tilburg University , Tilburg . https://doi.org/10.26116/center-lis-1930
Duurzaamheid staat hoog op de Nederlandse, Europese en mondiale politieke agenda. Bij het analyseren van de effecten van het duurzaamheidsbeleid worden economische theorieën gebruikt. Deze thesis analyseert de rol van levensovertuiging in dergelijke theorieën. Daartoe worden twee economische duurzaamheidsparadigma's geanalyseerd met behulp van de filosofie van Herman Dooyeweerd: het environmental economics paradigma van Pearce en Turner en het ecological economics paradigma van Daly en Farley. De analyse toont aan dat wetenschap en levensovertuiging in deze paradigma's verweven zijn en dat het onderkennen van de levensbeschouwelijke component interne spanningen in de paradigma's vermindert. De studie wil een bijdrage leveren aan het ontsluiten van het wetenschappelijk debat over duurzaamheid naar een zinduidingscontext door een plaats te creëren voor levens- en wereldbeschouwelijke opvattingen in dat debat.
BASE
In: Jaarboek KennisSamenleving, 5 v.5
In: Jaarboek KennisSamenleving 5
Waarom lijkt emotie in de politiek steeds belangrijker te worden? Waarom moeten wetenschappelijke theorieën met vuur verdedigd worden als ze bewezen zijn? Welke invloed heeft hersenonderzoek op ons verdriet als dit steeds beter 'behandeld' kan worden?
In: Coalitievorming in België; Tijdschrift voor Sociologie, Band 9, Heft 1-2
ISSN: 0777-883X
Dit artikel bestudeert de toepassing van formele modellen van coalitievorming, en in het bijzonder van modellen analoog met dat van Taylor en Laver, met betrekking tot de vorming van gemeentelijke coalities na de verkiezingen van 1976 in België. Een nieuwe statistische test, die een aantal Problemen van de klassieke test van Hokken vermijdt, wordt gebruikt om de diverse getootste modellen te evalueren. Onze resultaten bevestigen deze van De Swaan en van Taylor en Laver, met betrekking tot de vorming van nationale coalities, niet. Enerzijds zijn de ideologische preferenties van de partijen duidelijk minder determinerend voor een lokale dan voor een nationale coalitie. Anderzijds behalen theorieën die geen rekening houden met ideologische criteria goede resultaten voor lokale coalities, terwijl voor nationale coalities de resultaten van die theorieën niet significant zijn.
In: Studies over de sociaaleconomische geschiedenis van Limburg/Jaarboek van het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg, Band 33, S. 62-99
J.H.M. Janssen sloot aan bij studies die vele jaren geleden in het Jaarboek verschenen over de landbouw in Midden- en Noord-Limburg. Hij onderzocht tegen de achtergrond van een aantal recente theorieën over de modernisering van de landbouw, de vraag hoe de landbouw in Heythuysen in de ban raakte van de markten voor landbouwproducten.
Brings together theoretical and empirical papers prepared by noted researchers and theoreticians. The first part includes chapters by criminological theorists who apply their theory of crime particularly to violence. The second part contains chapters by researchers who look at the substantive area of their expertise through the lens of theories of violence. Each chapter is original and was written specifically for this book.