Die folgenden Links führen aus den jeweiligen lokalen Bibliotheken zum Volltext:
Alternativ können Sie versuchen, selbst über Ihren lokalen Bibliothekskatalog auf das gewünschte Dokument zuzugreifen.
Bei Zugriffsproblemen kontaktieren Sie uns gern.
22 Ergebnisse
Sortierung:
In: Werkdocument
Economics; Environment - De serie 'Werkdocumenten' omvat stukken die in het kader van de werkzaamheden van de WRR tot stand zijn gekomen en die op aanvraag door de raad beschikbaar worden gesteld. De verantwoordelijkheid voor de inhoud en de ingenomen standpunten berust bij de auteurs.
In de Nederlandse economie neemt de landbouw een belangrijke plaats in. Uit economisch oogpunt is de landbouw, samen met de toeleverende en verwerkende bedrijven, een van de belangrijkste sectoren. Ook is in het verstedelijkte Nederland de landbouw de grootste grondgebruiker. Geen andere sector is zo nauw verbonden met milieu en natuur. Op de nationale en internationale beleidsagenda's prijkt de landbouw nog altijd prominent. Van boterberg naar biobased, de Nederlandse landbouw in perspectief geeft een actueel overzicht van ontwikkelingen in de Nederlandse landbouw en het beleid dat zich hier op richt. Verschillende experts belichten in vijftien hoofdstukken, o.a. de economische positie van de landbouw, internationale aspecten van beleid en agrarische markten, en de relatie tussen landbouw, milieu en natuur. Recente ontwikkelingen rond klassieke onderwerpen als pacht en melkquota worden besproken, maar ook is er aandacht voor meer recente thema's als biobased economy en agrarisch natuurbeheer. Van boterberg naar biobased biedt daarmee een gedegen en up-to-date overzicht van de Nederlandse landbouw voor diegenen die in professionele zin met deze sector te maken hebben
Na 2013 dreigt de Europese landbouwpolitiek verder te worden afgebroken. Vanaf 2014 wil men vergaand liberaliseren; de markt moet dan alle landbouwproblemen oplossen. In 'De landbouw tussen voedselcrises en overschotten' wordt aangegeven dat dit niet de juiste weg is. Eerst wordt in het kort de geschiedenis en de achtergrond van de landbouwpolitiek beschreven. Daarnaast worden de eigenschappen van de landbouw met zijn miljoenen kleine gezinsbedrijven - zonder marktmacht - uiteengezet. Dit boek laat zien dat er een Europese landbouwpolitiek mogelijk is die veel minder kost, goede overlevingskansen biedt voor de Europese landbouw en beter is voor het milieu en de derde wereld. Harm Schelhaas is oud-voorzitter van het Productschap voor Zuivel; hij promoveerde in 2003 aan de Vrije Universiteit op het proefschrift: Liberalisatie in de landbouw. Cees van Bruchem is senior wetenschappelijk onderzoeker bij het Landbouw Economisch Instituut. Hij was een aantal jaren namens de ChristenUnie lid van de Eerste Kamer
Als landbouweconoom en als adviseur van LNV-ministers heeft prof.dr.ir. Gerrit Meester zich decennialang bewogen rond de scheidslijn tussen wetenschap en politiek. Bij het Landbouw-Economisch Instituut analyseerde hij het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en rekende hij beleidsopties door. In zijn eerste baan op het ministerie van LNV voerde hij het woord in het Speciaal Landbouwcomité (CSA), het voorportaal van de Landbouwraad. Later, als Hoofd Bureau Strategische Beleidsvorming was de relatie tussen het ministerie en de samenleving een belangrijk aandachtspunt. Vanaf 2000 zat hij als adviseur landbouwpolitieke vraagstukken bij de Directie Internationale Zaken opnieuw dicht bij de ontwikkeling van het Europese en mondiale beleid. In zijn functies bij LNV stond hij als opdrachtgever en begeleider in nauw contact met het beleidsondersteunend onderzoek. Vanaf 1992 was hij tevens bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Dit boek ter gelegenheid van zijn pensionering, bestaat uit 15 bijdragen over landbouw en voedselvoorziening. In het eerste deel wordt de loopbaan van Gerrit Meester geschetst. Hierin komen zes ministers aan het woord over zijn rol als adviseur en wordt een overzicht gegeven van zijn wetenschappelijke werk. Het tweede deel bevat beschouwingen op het gebied van economie en beleid. Het derde, vierde en vijfde deel weerspiegelen de verschillende schaalniveaus waarop de activiteiten van Meester betrekking hadden: nationaal, Europees en mondiaal. De 26 auteurs zijn een greep uit de grote kring van vrienden bij nationale en internationale instellingen op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en beleid
De Friese adel van de late middeleeuwen opereerde in een niet-feodaal gebied dat lange tijd geen landsheer kende. Hadden de leden, hoofdelingen genaamd, zich uit de boerenstand omhooggewerkt of vormden ze vanouds een gesloten stand? Hoe zat het met hun vermogen? Dit boek zoomt in op Rienck Hemmema en zijn vrouw Ath Roorda. Zij exploiteerden in de jaren 1569-1573 een boerderij in Hitzum onder Franeker.
Uit Riencks Rekenboeck blijkt dat hij geen eigenerfde boer was, maar een edelman met een royale levensstijl en meer inkomsten dan uit die ene boerderij. Een ruimtelijke reconstructie van zijn bezit en dat van zijn voorgeslacht toont hoe agrarisch kapitaal per generatie werd gevormd en overgedragen. Dit beeld wordt getoetst aan een Quote 200 uit 1513 en huwelijksakten uit 1450-1550. Een belangrijke conclusie is dat de Friese adel getalsmatig omvangrijk was, met veel families die leefden van twee of drie boerderijen. De figuur van de edelman-boer kwam dus vaak voor.
In: Historia agriculturae 24
In: A.A.G. bijdragen 31
In: Oratiereeks 394
Overheidsaansprakelijkheid is een wonderlijk onderdeel van het recht en dat geldt ook voor schadevergoeding bij rechtmatige overheidsdaad. Voor juristen zijn nadeelcompensatie en planschade goed te begrijpen; burgers en ondernemers hebben daar veel meer moeite mee. Zowel procedureel als materieel is er veel onduidelijkheid. Dat geldt ook voor de invulling van het begrip normaal maatschappelijk risico: wat is normaal? De vraag komt op of er nog wel behoefte is aan een afzonderlijke wettelijke regeling voor planschade. Bepleit wordt het scheppen van een gemeenschappelijk kader voor planschade en
In: CEDLA incidentele Publicaties 15
In: Caribbean Series
In-depth study of the Suriname plantations in the 18th and 19th centuries. Based on archival research in England, Suriname, and the Netherlands, this book focuses on the idea that there existed a precarious balance between super exploitation and survival on the coffee, sugar, and cotton plantations. - Plantages en slaven vormden meer dan twee eeuwen de kern van de Surinaamse maatschappij. Surinaams contrast biedt op basis van een bijna tienjarig onderzoek van Nederlands, Surinaams en Engels archiefmateriaal over enkele honderden plantages de meest uitvoerige en diepgaande studie over deze tweeëenheid.
De studie schetst een levendig en gedetailleerd beeld van de Surinaamse samenleving in de achttiende en negentiende eeuw. Aangetoond wordt dat er meerdere plantagesectoren waren- koffie, suiker en katoen—die structureel van elkaar verschilden en ieder een geheel eigen geschiedenis hebben gekend. Ook wordt uitvoerig stilgestaan bij de strijd tegen het water die het leven op de meeste Surinaamse plantages verzwaarde.
Voor het grootste deel van de Surinaamse bevolking was de plantage behalve werk- ook woonplaats. Daarom wordt niet alleen de arbeid, maar ook de leefwereld van de plantagebewoners beschreven. Dat daarbij de meeste aandacht uitgaat naar de levenswijze en bestaansstrijd van de slaven ligt voor de hand: zij vormden nu eenmaal de overgrote meerderheid van de bevolking en waren van generatie op generatie gebonden aan de plantages.
Surinaams contrast toont voorts aan dat de Surinaamse samenleving voortdurend in beweging was en veranderde. Roofbouw en overleven kenmerkten, in wankel evenwicht, de Surinaamse plantagemaatschappij. In hoeverre Suriname in dit en in andere opzichten afweek van het algemene Caraïbische patroon wordt duidelijk uit de vele vergelijkingen die worden gemaakt met andere plantagekoloniën in de regio.