Suchergebnisse

Franck, C.: Securite collective et defense collective. Nouveaux enjeux pour la politique belge de securite. S. 1-12 Doornaert, M.: De Europese veiligheid. Omschrijving van de toekomstige uitdagingen. S. 13-22. Ruyt, J de.: Nos forces armees face a leurs missions en matiere de securite collective en Europe. S. 23-39. Verhulst, M.: Les autres missions - Que pouvons nous faire de plus avec l'outil forge pour participer a la defense collective de l'Europe? S. 40-58

De aanslagen van 22 maart 2016 in de luchthaven van Zaventem en het metrostation Maalbeek in Brussel eisten 32 dodelijke slachtoffers en vele gewonden. Omdat de tol zo hoog lag en iedereen zich afvroeg hoe dit in België kon gebeuren, heeft het parlement kort daarop een onderzoekscommissie opgericht. Burgers hebben immers recht op antwoorden na dergelijk schokkende gebeurtenissen.00De onderzoekscommissie had een tweeledig doel. Enerzijds een reconstructie van de feiten: wat is er exact gebeurd en niet gebeurd? Welke procedures werden gevolgd? Wie is daar verantwoordelijk voor? Waar ging het mis? Anderzijds het trekken van conclusies in de vorm van aanbevelingen.00Vier deelthema?s werden onderzocht, wat resulteerde in vier deelrapporten: de hulpverlening en het crisisbeheer op 22 maart en de daaropvolgende dagen, het lot van de slachtoffers in al zijn aspecten, de werking van de Belgische veiligheidsarchitectuur en tot slot de aanpak van radicalisme in België. Daartoe werden gedurende anderhalf jaar 199 getuigen gehoord en werd niet minder dan 164 keer vergaderd.00In de voorliggende publicatie zijn deze rapporten voor het eerst gebundeld uitgegeven. Voorzien van een inleiding en ontsloten via uitgebreide inhoudsopgaven en registers, beoogt deze uitgave de inzichten toegankelijk te maken voor alle belanghebbenden. Met als belangrijkste insteek: welke lessen zijn er te trekken voor de toekomst?00Prof. dr. Willy Bruggeman is hoogleraar aan het Benelux universitair centrum van Eindhoven en voorzitter van de Federale Politieraad. Hij werd aangesteld door de commissie terroristische aanslagen als een van de vier academische experts in het onderzoek

Stöckmann, D.: Armed forces in a changing security and technological environment. - S. 1-5. Colson, B.: Le rôle de l'état dans les relations internationales. - S. 7-18. Chaliand, G.: Les nouvelles formes de conflits. - S. 19-22. Metz, S.: Changes in technology and warfare. - S. 23-27. Wijk, R. de: Welke veiligheids - en defensiepolitiek in deze veranderende context? - S. 29-36. Dannatt, F. R.: The consequences of this changing environment on security and defence policy. - S. 37-43. Lacoste, P.: L'évolution de l'environnement sécuritaire et technologique. - S. 45-51

This publication focuses on the concept of enterprise and entrepreneurship. The first part provides an overview and considers the developments in legislation and case law of the conditions for the existence of an objective enterprise. Subsequently, the author outlines the contours for the demarcation of the company with two other sources of income in income tax, i.e. wages from employment and results from other activities. The second part deals with the legal framework and the conditions which article 3.4 of the Income Tax Act 2001 imposes on the qualification of a taxpayer as an entrepreneur. The author also pays special attention to the qualification of a taxpayer who participates in a collaborative venture in which an objective enterprise is run

"Prof. em. Dr. Wilfried Rauws was admitted to emeritus status on 1 October 2021. This Liber amicorum in honour of the full professor of labour law, an (academic) multi-talented person with a broad scope of interests and the author of numerous outstanding scientific publications." --Publisher's website

This book presents a classic legal study of banning organisations in Dutch law.
One of the main research questions is when, according to our law, an organisation is right for a ban. Must the organisation commit criminal offences, or are there other starting points for banning it?
Another key question is what kind of organisations can be banned. Are, for example, political parties and denominations excluded, given the special function of these organisations in our society? Other important questions are how the procedure works, which body is authorised to ban and how legal protection against a ban is designed.
In answering these questions, the author focuses on the fundamental question of the extent to which the regulation complies with the requirements arising from the freedom of association enshrined in our Constitution and treaties binding under international law. By no means all regulations meet these requirements. With a comparative law analysis of German and French law, the author makes recommendations to improve our prohibition regime on these issues

What is it that really binds Dutch people together? That's the central question of many public debates.This study focuses on the the role of victimhood on our concept of society. Drawing on the works of the American philosopher Richard Rorty, the author discusses morality, criminality, religion, sexual abuse and legalisation of prostituiton

België en Nederland zijn de afgelopen jaren geconfronteerd met een ernstige dreiging van terrorisme. De aanslagen in Brussel op 22 maart 2016 hebben op een gruwelijke wijze laten zien wat gebeurt als die dreiging uitmondt in niets ontziende aanslagen op onze samenleving. 0Het materieel strafrecht is sinds 2001 aangepast om terrorisme beter te kunnen bestrijden. Die aanpassing heeft in Nederland en België plaatsgevonden grotendeels aan de hand van dezelfde EU- en andere internationale instrumenten. In de NVVS-preadviezen wordt die ontwikkeling beschreven en vervolgens uitvoerig ingegaan op de werking van het materiële strafrecht ter bestrijding van terrorisme in België en Nederland. Het uitgebreide overzicht van wetgeving en haar toepassing in concrete strafzaken is voor de rechtspraktijk in beide landen instructief. Het specifieke belang van de preadviezen is voorts dat zij een vergelijking mogelijk maken van het Belgische en Nederlandse recht. Want hoewel er sprake is van veel overeenkomsten, bestaan er ook verschillen in de werking van het materieel strafrecht gericht op de bestrijding van terrorisme. De preadviezen monden uit in een op België en Nederland gezamenlijk en op de landen individueel betrekking hebbende conclusie, alsmede enkele stellingen voor discussie

This bibliography on women in Indonesia lists 269 periodical articles and monographs in the following divisions: general; women and economy; women and family; women and health; women and children; women in film and literature; women and migrations; women and education; women and their organizations; women, law and religion; various subjects. Most items are annotated. An author and a geographical index have been added.(Koninkl. Inst. voor Taal-, Land- en Volkenkunde)

This book fits into the (limited in scope) Dutch tradition of university research and publications on 'good lawmaking'. It takes into account the specific needs and possibilities of 'small island countries' with a limited administrative system and where the language of the legal regulations is different from the colloquial language of the majority of the population and civil servants. It builds on an earlier, somewhat similar work by the author, 100 Ideas for the Municipal Regulator (3rd Dr. 2018).

Op 22 mei 2015 sprak prof. Willem van Boom zijn oratie uit ter gelegenheid van de aanvaarding van de leerstoel Civiel Recht te Leiden. De titel "Door meten tot weten" verwijst naar de lijfspreuk van natuurkundige Heike Kamerlingh Onnes. Diens borstbeeld met lijfspreuk staat voor het Kamerlingh Onnes gebouw, waar inmiddels de Leidse rechtenfaculteit is gevestigd. Hoe verhoudt die lijfspreuk "door meten tot weten" zich tot het werk dat wordt verricht op rechtenfaculteiten? Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Het is immers geen evidentie dat een rechtenfaculteit zich afficheert als bolwerk van exactheid. Juristen houden zich immers vooral bezig met taal, tekst, systematisering, logische argumentatie, overtuiging en een betere wereld. Zij postuleren normen, debiteren tegeltjeswijsheden, argumenteren met verwijzing naar rechtssysteem, wet, rechtspraak, literatuur; maar zelden zie je ze meten of verwijzen naar systematische waarneming. Dus wat nemen we waar als we op rechtenfaculteiten gaan meten? In zijn oratie stelt Van Boom onder meer vast dat meting uitwijst dat rechtenfaculteiten "kruispunten" van verschillende wetenschapsopvattingen zijn. Rechtswetenschap bestaat uit zoveel meer dan alleen het klassiek juridische werk. Dat gegeven heeft consequenties waar rechtswetenschappers antwoorden op moeten formuleren. In zijn oratie belicht Van Boom een aantal van de uitdagingen die rechtswetenschappers "en dus ook privaatrechtswetenschappers" te wachten staan, bijvoorbeeld bij het verder verbeteren van de manier waarop zij kwaliteit van onderzoek meten