Suchergebnisse

SamenvattingHet artikel behandelt de bepalendefactoren van de belangstelling van aannemers voor openbare aanbestedingen in Nederland in 1957. Defactoren, die in beschou‐wing zijn genomen zijn: de grootte van het werk ah kwantitatieve factor en de tijd van hetjaar, de aard van het werk en de opdrachtgever ah kwalitatieve factoren. Met kleinste kwadraten is het regressie‐verband bepaald van het aantal deelnemers aan een aanbesteding (belangstelling) en de logarithme van de inschrijfsom van de laagste inschrijver (grootte van het werk); ah de omvang van het werk het tien‐voudige is neemt het aantal deelnemers met gemiddeld 3 a 4 toe. De onverklaarde residuen zijn geanaliseerd naar de directe en interactie‐effecten van de kwalitatieve factoren. Met behulp van gewogen kleinste kwadraten is de kwantitatieve invloed van de voornaamste ejfecten geschat. De gegevens over de aanbestedingen zijn ontleend aan Cobouw en hebben betrekking op 1416 aanbestedingen in de sectoren grondwerk en wegenbouw.

SummaryThe analysis deals with the ratio of actual to predicted prices of building projects for a big city in the Netherlands in the period 1946–1953. These forecasts had been made by the city's civil servants as a guide to building policy. It appears that the ratio of actual to predicted prices was of the order of 0.85 on the average, which implies a tendency to overestimate the actual prices to be paid. This ratio has an average which is closer to 1 for large projects than for small ones, and the standard deviation around the mean is smaller for large projects. Further more it appears that this standard deviation decreased systematically in the course of time.

SummaryThe Dispersion of Bids in Public ContractingThe analysis is concerned with the coefficients of variation (standard deviation divided by mean) of bids in public contracting by the municipal authorities of a big city in the period 1946–1953. Three factors are investigated as to their impact on these coefficients of variation. The first is time; it is shown that the dispersion decreased gradually, probably as a result of increased cartelization. The second is the nature of the object (road building and earth‐work, waterworks, and sewerage); waterworks seem to be characterized by a smaller dispersion of bids. The third is the size of the object, and it is shown that the dispersion is smaller for large objects than for small ones, probably as a result of the greater care of cost calculation for large objects. An attempt is also made to ascertain the interaction of these factors.

Since 9/11, the state of the art in counter-terrorism (CT) research, CT measures and CT impacts has taken off. Nevertheless, countering terrorism as a branch of fear management is still a discipline to be developed. In this ICCT Research Paper, authors Prof. Dr. Edwin Bakker and Prof. Dr. Beatrice de Graaf attempt to lessen this gap. The Paper identifies and analyses governmental approaches to managing fear in relation to terrorist incidents. It is a stocktaking approach, offering a preliminary oversight of some central aspects and pointers on the way forward when constructing and testing such a theory.