Suchergebnisse

Abstract: In the case decided by the French Cour de Cassation on 23 October 2012, a franchisee invoked the rules on unjustified enrichment to claim compensation for loss of clientele (also referred to as 'goodwill compensation') resulting from the termination of the franchise contract. The Cour de Cassation dismissed the claim of the franchisee, stating that the rules on unjustified enrichment may not be invoked if the alleged enrichment of the defendant and the alleged impoverishment of the claimant find their justification in the execution or termination of a contract entered into by the claimant and the defendant. The following reports examine how this case would be resolved in seven other European jurisdictions - Belgium, Estonia, Germany, Ireland and the United Kingdom, Italy and the Netherlands - as well as under the Draft Common Frame of Reference. The overall conclusion is that all the examined jurisdictions are reluctant to allow an unjustified enrichment claim for loss of clientele after termination of a franchise contract. However, in almost all the examined jurisdictions, legal scholars and courts seem to look for alternative ways to grant a franchisee, under certain conditions, a goodwill compensation after termination of the franchise contract, e.g. by applying the specific statutory rules concerning commercial agency by way of analogy to franchisees. Résumé: S'étant vu notifier la fin de son contrat de franchise, un franchisé avait invoqué les règles de l'enrichissement sans cause pour obtenir du franchiseur une indemnité pour perte de clientèle. Dans son arrêt du 23 octobre 2012, la Cour de cassation française rejette cette demande, en statuant que « les règles gouvernant l'enrichissement sans cause ne peuvent être invoquées dès lors que l'appauvrissement et l'enrichissement allégués trouvent leur cause dans l'exécution ou la cessation de la convention conclue entre les parties ». Les rapports suivants examinent comment cette affaire serait résolue dans sept autres juridictions européennes - en Allemagne, en Belgique, en Estonie, en Irlande et au Royaume-Uni, en Italie et aux Pays-Bas - ainsi que selon les règles du Projet de cadre commun de référence. La conclusion générale est que toutes les juridictions examinées sont réticentes à accorder au franchisé, sur le fondement de l'enrichissement sans cause, une indemnité pour perte de clientèle après la cessation du contrat de franchise. Toutefois, dans la plupart des juridictions examinées, des auteurs et des juges cherchent des solutions alternatives pour accorder au franchisé, sous certaines conditions, une indemnité pour perte de clientèle après la cessation du contrat de franchise, notamment en appliquant les règles spécifiques du contrat d'agence commerciale par analogie au contrat de franchise.

"Het kiezen van een mooi onderwerp voor het LSA Symposion is ieder jaar weer een uitdaging. De LSA is er trots op dat ook het 33e LSA Symposion een boeiende en leerzame dag is geworden. Het LSA Symposion vond na vele jaren weer plaats in het Kurhaus te Scheveningen. Vanwege de corona-omstandigheden kon het Symposion helaas niet traditiegetrouw plaatsvinden op de laatste donderdag en vrijdag in januari, maar moest worden uitgeweken naar 2 en 3 juni 2022. Het 33e LSA Symposion met de titel 'Waar blijft de tijd?' stond dit jaar in het teken van tijd in al zijn facetten en met een hoog aantal wetenschappelijke sprekers, die hun licht lieten schijnen over diverse tijd gerelateerde onderwerpen. Dit alles onder de bezielende leiding van niemand minder dan prof. mr. Ton Hartlief, die ook de strenge tijdbewaking op zich nam. In deze bundel vindt u de bijdragen van de sprekers terug en kunt u de onderwerpen nog eens nalezen en overpeinzen."--