'Het is bij mij begonnen met nieuwsgierigheid', zo verwoordt August Willemsen (1936) zijn levenslange toewijding aan het vertalen, in het bijzonder van Portugese en Braziliaanse literatuur. In Het hoge woord schrijft hij virtuoos over leven en werk van de door hem in Nederland geïntroduceerde Fernando Pessoa, maar ook over de architectuur van de Bijlmer, over Dante en de liefde, over het stotteren, over de tien geboden en natuurlijk over de kunst van het vertalen
Zugriffsoptionen:
Die folgenden Links führen aus den jeweiligen lokalen Bibliotheken zum Volltext:
Biography becomes ethnography; how life history interviews of a criminal turned into participant observation Biography becomes ethnography; how life history interviews of a criminal turned into participant observation Life history interviews with a (criminal) person seem to focus on what has happened in the past. However, following a self-evident chronological frame, researcher and respondent find themselves working towards here and now. Methods change, as does the relation between the two.
People are now more liberated to give meaning to their life and to select values they deem important. What effect does this have on conversations about meaning and spirituality with the upcoming generation? Nowadays, shared religious and church practices are not as prevalent as they once were. Is a personal testimony of how meaning and spirituality have developed in one's own life the or a way of communicating something to children, pupils, and students? One way of sharing a testimony is the 'spiritual autobiography', a practice that was developed in the US and later brought to the Netherlands by Jannet Delver. It is now used in universities and higher vocational schools. Also for group discussions with clients, writing and sharing one's spiritual biography has been found to contribute to (re)finding sources of strength in difficult times. In this book, the method is applied in an intergenerational context through a series of letters between the editor and his daughters Elsemarijn and Janneleen, along with an accompanying discussion. Additionally, many professionals and scientists provide their – personal – perspectives. Living as a search for the meaning of life need not be laborious, but rather engaging and contagious.
Gilles W.B. Borrie, geboren 26 september 1925 te Bergen op Zoom, werkte bij de Dr. Wiardi Beckman Stichting en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en was burgemeester in een viertal gemeenten, laatstelijk in Eindhoven. Hij schreef biografieën van gemeentepolitici als Wibaut, De Miranda, P.L. Tak en Reinalda en gedurende vijftig jaar was hij lid van de Orde van Vrijmetselaren. In dit boek vertelt hij op een vlotte wijze en met een wat lichte toets over zijn ontmoetingen met personen uit het politieke en literaire leven, o.a. Willem Drees, Joop den Uyl, Dries van Agt, Molly Geertsema, Ed van
Zugriffsoptionen:
Die folgenden Links führen aus den jeweiligen lokalen Bibliotheken zum Volltext:
Piet Mondriaan (1872-1944) was een complexe man. Aan de ene kant eenzelvig en streng in de leer, aan de andere kant dol op dansen en uitgaan. Een man van doordachte en verheven ideeën over de kunst. Iemand die van zijn kunstopvattingen een levensvisie maakte. De man van rood, geel en blauw. Maar ook de man van enkele bijzondere, sferische vrouwenportretten, van verbroken verlovingen en 'eindeloze kussen'. Mondriaan trouwde nooit, maar sloot vriendschap met talloze mooie, intelligente, kunstzinnige en ambitieuze vrouwen in Amsterdam, Parijs, Londen en New York. Kunstenaressen zoals Jacoba van Heemskerck, Marlow Moss en Charmion von Wiegand, en verzamelaars als Sophie Lissitzky-Küppers, Ida Bienert en Peggy Guggenheim. Zij boden hem niet alleen vriendschap, maar zijn ook van invloed geweest op de carrière van de schilder. Ze promootten zijn werk, (ver)kochten het en zochten geschikte connecties om zijn afzetgebied uit te breiden. Dit boek werpt een nieuw licht op de vrouwen in het leven van Mondriaan en toont hoe vrouwelijke kunstenaressen en verzamelaars de ontwikkeling van zijn werk, de verspreiding en verkoop ervan en zijn positie in de kunstwereld beïnvloed hebben. Aangetoond wordt hoe de veranderende positie van de vrouw in de kunst een gunstige invloed had op Mondriaans carrière
Zusammenfassung: Er bestaan verschillende biografieën over Erich Ludendorff. Ze hebben gemeenschappelijk dat ze stoppen bij het jaar 1918, het einde van de Eerste Wereldoorlog. Dit is onterecht. Ludendorff ontwikkelde zich gedurende de piek van zijn lange carrière, tussen 1915 en grofweg 1925, tot de sterkste man op 'rechts'. Dus ook de jaren na de oorlog waren van groot belang. Hij was niet alleen een belangrijke veldheer die met Paul von Hindenburg het opperbevel voerde dat Duitsland militair de facto leidde na het ontslag van generaal Von Falkenhayn, maar hij was ook de belangrijkste intrigant tegen de Republiek van Weimar na de Eerste Wereldoorlog. Hij werkte direct samen met de moordenaars van Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg, hij stond dicht bij de moordenaars op Walter Rathenau, hij was voorman in twee staatsgreeppogingen, de Kapp-putsch en de Feldherrnhalleputsch en hij pacteerde bijna opnieuw, ditmaal tegen Hitler, in 1935. Ludendorff was tevens uitgever en verspreider van smaadschriften van ongekende felheid, zoals de Protocollen van de wijzen van Sion, waarmee hij het humus schiep waaruit de holocaust kon ontstaan en bovendien was hij een ongekende complotdenker. Hij onderhandelde al in de beruchte Wannseevila met de Duitse regering 17 jaar voordat daar tot de 'Endlösung' besloten werd, en in zijn huis werd de fataalste vriendschap van de 20ste eeuw gesloten: die tussen Heinrich Himmler en Auschwitz-commandant Rudolf Höss. Koppelen we daar zijn rol aan bij de communistische revolutie en de geblindeerde trein waarmee Lenin vanuit Zwitserland naar St. Petersburg reisde, dan is het beeld van deze man al heel wat veelzijdiger dan alleen de veldheer zoals de geschiedenis hem kent. Dr. Perry Pierik verdiepte zich lange tijd in het leven van deze omstreden man, wiens invloed nog nauwelijks begrepen wordt. Hitler dook niet uit het niets op in 1933. De zogenaamde 'missing years' van de 'Führer' waren in werkelijkheid het dictaat van Erich Ludendorff. Pierik schreef en redigeerde talloze boeken over de Eerste- en Tweede Wereldoorlog.
Op het moment dat de Duitsers op 10 mei 1940 Nederland binnenvielen, wist christen en socialist J.H. Scheps precies wat hem te doen stond: de vijand weerstaan. Dat heeft Scheps ook op bijzondere wijze gedaan. Afkerig als hij was van het gebruik van geweld, geloofde hij slechts in de kracht van geestelijke weerbaarheid. Scheps liet zich daarbij leiden door het evangelie, het socialisme, de democratie en het positieve recht.In tal van spreekbeurten en brochures riep hij zijn landgenoten op tot dezelfde houding. Hij ging er tot het einde van de bezettingstijd mee door, ook in de periode 1944-1945
Zugriffsoptionen:
Die folgenden Links führen aus den jeweiligen lokalen Bibliotheken zum Volltext:
The Low Countries in the early Middle Ages. Christianity is on the rise, partly due to the efforts of missionaries such as Willibrord and Boniface. Yet the process of Christianisation is laborious. This is well illustrated in Vita Radbodi, a tenth-century Latin biography of bishop Radboud of Utrecht (c. 850-917). In it, Radboud is depicted as a pious, serious and studious young man, who is called to the episcopate after many years of study. As bishop, he encounters problems with unbelieving Frisians and ferocious Normans. Thus, he is forced to move his seat from Utrecht to the safer Deventer. The text offers a positive portrait of Radboud as a holy role model figure. He acts energetically, performs miracles and, of course, also possesses prophetic gifts. For instance, he predicts his own end well in time. The text ends with a vision of the Mother of God and Radboud's death and burial. Some twenty years after the first edition by Peter Nissen and Vincent Hunink, the text is now being reissued on the occasion of Radboud University's centenary.
Jacques van Marken (1845-1906) besloot zich als negentienjarige corpsstudent ?nuttig te maken voor de maatschappij?. Hij richtte de Nederlandse Gist & Spiritusfabriek (het huidige DSM) en Calvé op en creëerde voorzieningen voor zijn arbeiders, die pas zeventig jaar later gemeengoed zouden worden, waaronder pensioenopbouw, ziektekostenverzekering en een ondernemingsraad. 0Samen met zijn echtgenote Agneta woonde hij in zijn fabriekskolonie in Delft. Daarnaast had hij ook een gezin in Rotterdam. Ondanks een zware morfineverslaving bleef zijn maatschappelijk engagement onverwoestbaar, met de verzoening van arbeid en kapitaal als ideaal. Jan van der Mast schetst een fascinerend tijdsbeeld en laat zien hoe wij schatplichtig zijn aan Jacques van Marken
This book contains a unique new selection of his most important essays from the extensive oeuvre of the Dutch historian Johan Huizinga. These essays and studies have been chosen on the basis of the different subject matter that Huizinga was involved in; ranging from the Middle Ages, Renaissance, Modern History and Cultural History in general. These selections are introduced and illuminated by Prof. dr. Willem Otterspeer who is also Huizinga's biographer. Johan Huizinga was born in Groningen, in 1872. He studied Dutch and Oriental language and literature at the University of Groningen (1891 - 1895) and comparative linguistic at the University of Leipzig (1895-1896). In 1915, he was appointed professor of general history at the Leiden University. His most famous works include The Autumn of the Middle Ages (1919), which dealt with life, ideas, art, and behaviors of the upper classes of Burgundy in the 14th and 15th centuries, Erasmus (1924), a biography of the famous Dutch Renaissance scholar, and Homo Ludens (1938), focusing on the element of play in human culture. - De hand van Huizinga bevat een nieuwe selectie van de belangrijkste essays uit het omvangrijke oeuvre van de wereldberoemde Nederlandse historicus Johan Huizinga. Deze essays en studies zijn geselecteerd op basis van de diverse disciplines waarmee Huizinga zich bezighield - van de Middeleeuwen tot de Renaissance en van de moderne tot de algemene culturele geschiedenis. Deze selectie wordt geïntroduceerd en toegelicht door Huizinga-biograaf Willem Otterspeer. Johan Huizinga werd in 1872 in Groningen geboren. Tot zijn bekendste werken behoren Herfsttij der Middeleeuwen (1919), Erasmus (1924) en Homo Ludens (1938). De hand van Huizinga wordt gepubliceerd als onderdeel van "http://www.oapen.org/">OAPEN. "http://www.oapen.org/">OAPEN is een Open Access project voor het publiceren van monografieën in de geesteswetenschappen en sociale wetenschappen. De Open Access-beweging heeft zich snel ontwikkeld bij de publicaties van tijdschriften op het gebied van de natuurwetenschappen. Het consortium "http://www.oapen.org/">OAPEN bestaat op dit moment uit zes universitaire academische uitgevers, zij geloven dat de tijd rijp is dat de mogelijkheden van Open Access ook voor de geesteswetenschappen en de sociale wetenschappen volledig benut kunnen worden.