Statistiek van het consumptief krediet: Statistics of consumer credit
ISSN: 0168-3233
8 Ergebnisse
Sortierung:
ISSN: 0168-3233
In: Achtergrondstudies en verkenningen 18
In: Studies stadsgeschiedenis 5
De economie in het ancien régime had te kampen met grote onzekerheden. In een wereld van onstabiele markten, zwakke financiële instellingen en de afwezigheid van echte regulering speelde krediet een cruciale rol. In dit boek wordt onderzocht op welke manier kleine producenten en winkeliers in de vroegmoderne periode een antwoord hebben trachten te vinden op de altijd aanwezige 'kredietcrisis'. Hierbij wordt krediet niet enkel als een financiële techniek en economisch fenomeen bestudeerd, maar is er tevens getracht de traditionele schotten tussen de sociaal-economische en de cultuur- en mentali
In: Res publica: politiek-wetenschappelijk tijdschrift van de Lage Landen ; driemaandelijks tijdschrift, Band 56, Heft 3, S. 385-401
ISSN: 0486-4700
The success of Eurosceptic parties had been predicted at the European elections of May 2014. The morning after the ballot battle made it all the headlines and since then the political cards in the European arena and a number of Member States are mixed thoroughly. But the last word on this electoral success has not yet been written, on the contrary. Many questions remain unanswered. Such as: Is the result an accident the track (for the traditional parties), or part of a more stable, long-term evolution? To what extent does Euroscepticism from country to country? And what is the effect of this victory to the position of eurosceptics in the European Parliament. Adapted from the source document.
In: Studia diplomatica: Brussels journal of international relations, Band 53, Heft 1-2, S. 59-72
ISSN: 0770-2965
In: KWALON: Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek, Band 16, Heft 1
ISSN: 1875-7324
Het is de weerklank van deze oproep – Vraag het ze gewoon! – uit de mond van historicus en archivaris Rob Perks, hoofd van The British Sound Archive in Londen, die mij als militair historicus en curator van het Interviewproject Nederlandse Veteranen motiveerde om wat sociaalwetenschappelijke onderzoekers vanzelfsprekend vinden ter discussie te stellen. Perks, die leiding geeft aan het grootschalige project National Life Stories van The British Library, reageerde zo op de vraag of het bekend zijn van de identiteit van de geïnterviewden in zijn project niet problematisch was voor de diepte en informatierijkdom van de interviews en voor de omgang met de privacy van de respondenten door de raadplegers van het materiaal.In zijn optiek wordt er te snel van uitgegaan dat mensen alleen anoniem hun verhaal willen doen en dat als ze wel hun identiteit aan het interview koppelen, ze belangrijke informatie zullen achterhouden. Ook weerspreekt hij de overtuiging dat bekendheid van de naam bij de beheerders van het materiaal de respondenten kwetsbaar maakt voor misbruik en schending van privacy. Het is natuurlijk de vraag in hoeverre een archivaris die in Groot-Brittannië als de hoeder van het oral history-erfgoed gezien kan worden, in staat is te beoordelen of bepaalde uitgangspunten van sociaalwetenschappelijk onderzoek die tot doel hebben mensen te beschermen en die gestoeld zijn op decennialange onderzoekservaring, zomaar aan de kant geschoven moeten worden.Feit is dat de maatschappij snel verandert, dat door individualisering en mondigheid mensen veel sterker geneigd zijn zelf te willen beslissen over 'wat goed voor hen is', en dat ervaringen die voorheen geassocieerd werden met het private/persoonlijke domein door de medialisering van het persoonlijke steeds vaker in het publieke domein zijn terug te vinden. Moet de onderzoeker zonder meer in deze ontwikkelingen meegaan?Nee, maar hij moet er wel kennis van nemen. Waar Perks voor pleit, zijn geen wildwesttoestanden met het vrijgeven van persoonlijke data aan Jan en alleman als de 'argeloze verteller' daar zijn fiat aan gegeven heeft. Hij pleit voor het combineren van 'the best of both worlds': de mogelijkheden voor gedifferentieerde toegang en bescherming van privacy die de archiefwetgeving in combinatie met ICT te bieden heeft, en het hele arsenaal aan zorgvuldig verzamelde kwalitatieve data dat veelal slechts eenmaal gebruikt wordt en na het publiceren van het onderzoeksresultaat – ongedigitaliseerd – in de kast verdwijnt.De voorwaarde voor deze combinatie is wel dat het langetermijnperspectief van archivering moet worden besproken met de respondent en moet worden geïntegreerd in het onderzoeksplan. De onderzoeker zou dus met het oog op een toekomstig raadpleger alle aan het onderzoek gerelateerde context moeten documenteren en op een toegankelijke manier ontsluiten. Ook zou hij bereid moeten zijn een deel van de aanvankelijk exclusieve relatie met zijn respondent op te geven. Anderen kunnen dan de wijze waarop hij of zij het materiaal geïnterpreteerd heeft, controleren en beoordelen.De mogelijkheid tot een 'kijkje in de keuken van de data' is bij andere wetenschapsgebieden zo vanzelfsprekend, dat het eigenlijk vreemd is dat het ontbreken daarvan in de wereld van de kwalitatieve data nooit geproblematiseerd is. Wel is het zo dat de vergroting van de werklast vertaald zou moeten worden in wetenschappelijke en financiële credits. Dan motiveer je pas onderzoekers om de onderzoekscultuur te veranderen.