Suchergebnisse

Deze tweede volledig herziene uitgave behandelt de arbeidsrechtelijke aspecten van de conventionele overgang van onderneming in de zin van de CAO nr. 32bis en de Europese richtlijnen. In een eerste fase wordt onderzocht wat precies verstaan moet worden onder een overgang van onderneming. Hierbij wordt de nodige aandacht besteed aan de evolutie en de invloed van het Europees Hof van Justitie en de wijze waarop deze rechtspraak vertaald wordt door de Belgische rechtbanken. Vervolgens worden de eigenlijke gevolgen van een overdracht van onderneming geanalyseerd. Niet alleen de invloed van de CAO nr. 32bis en de Europese richtlijnen op de individuele relatie tussen werkgever en werknemer wordt onderzocht; ook de gevolgen voor de overlegorganen (ondernemingsraad, comité voor preventie en bescherming op het werk, vakbondsafvaardiging en Europese onderneming) en de interne dienst voor preventie en bescherming komen aan bod. Ook wordt nagegaan welke verplichtingen de overdrager en overnemer naar aanleiding van een overgang van onderneming moeten naleven op het vlak van de informatie en raadpleging van het personeel. Deze grondig herziene editie schenkt bijkomend aandacht aan de nieuwe rechtspraak van het Europees Hof van Justitie en biedt een aanvullend overzicht van de rechtspraak van de Belgische rechtbanken. Tot slot wordt er tevens dieper ingegaan op de wisselwerking tussen vennootschapsrecht en CAO nr. 32bis en op de grensoverschrijdende bedrijfsovergangen. Nicholas Thoelen is advocaat bij de balie te Antwerpen bij het advocatenkantoor Claeys Engels. Hij is gespecialiseerd in sociaal recht.

The present article is a discussion of De spankracht van de Europese Unie. Gaan democratie en uitbreiding samen? (The EU tension capital. Do democracy and expansion go together?), an assembly of essays that are rated highly interesting by its reviewers. Characteristic for the European Union is its wish to be both democratic and effective. To nourish national and regional diversity, and establish a large internal market at the same time. To promote citizen and stakeholder participation, and respond in an effective and rapid way to all sorts of new challenges. The guiding principle of the book is the question whether the nature of the EU allows the achieving of these different topics at the same time. An edition in the interest of political scientists, but more so for politicians and policy makers, marked by a tendency for pessimism amongst the different contributors. As stated in the conclusion; a perfectly normal characteristic of complex political systems going through institutional crisis to reemerge at a later date with renewed stability. References. O. van Zijl

An article based on the contribution or three authors. Former political secretary of the Flemish ecological party Green! Geysels remembers the main strategies at the start of the sanitary cordon in Belgium in 1989. After summing up the effects and impact of these statements, he defends the cordon as an instrument which helps to protect the bases of democracy. De Lange, in the second contribution, Right-populist political parties and sketches the academic outlines of the discussion. She warns against unilateral, unfounded and unwise propositions in the debate, certainly when it concerns translating the Belgian experience to the current Dutch situation. Professor Fennema, the third author, studied the forming of extreme Right parties in Europe and is president of the Center of Radicalism and Extremism Studies CRES. He writes of the Dutch experience with the sanitary cordon and its consequences on contemporary political debate in the Netherlands, which has changed into a debate in terms of fear and hate. All three authors emphasize that a comparison between the Flemish and Dutch experience falls: in Flanders, where the cordon functions since 20 years, no party was ever forbidden. In the Netherlands, where discussion on the sanitary cordon has been bled, that happened. O. van Zijl

In the public debate and amongst scientists anxiety prevails concerning the situation of modern parliamentary democracy regarding nearly all established of nearly democracies. The concern focuses on the electoral loss of middle parties and heavily fluctuating election results, and the rise of radical Left and Right, where words such as pallet democracy, crisis and Weimar republic are used. The author sketches the outlines of different research directions he studied regarding European politics: voter behavior; decreasing importance of the Left-Right antagonism; decreasing political faith; increasing numbers of extreme Right parties. This to study more closely the different aspects of the alleged crisis of European party democracies (do citizens have unrealistically high expectations of government; the evolution from cartel parties to campaign parties, including the growing importance of the media; lack of party representation for large groups of citizens). Foremost, the author mentions that neo-liberal economic policies of the European Union do not parallel public opinion of EU member states. Figures. O. van Zijl

Vraagt onze samenleving om een nieuwe politieke formule, om met Alexis de Tocqueville (1805-1859) te spreken? Op het eerste gezicht niet. De democratie is stevig verankerd in de Grondwet en verdragen en is ingebed in de rechtsstaat, en zowel democratie als rechtsstaat maken deel uit van ons collectieve bewustzijn. Toch is er wat aan de hand in de verhouding tussen overheid, samenleving en individu, zoals de inmiddels structurele onvrede met het publieke domein laat zien. Dat vraagt om een richtinggevende doordenking van de vooronderstellingen van ons democratisch bestel en de fundamenten waarop het berust. Dat is wat dit boek zich ten doel stelt. Het biedt toekomstgerichte ideeën voor ons publieke domein aan de hand van kernbegrippen als legitimiteit, staat, politiek, instituties, identiteit, burgerschap, kerk en theologie. Het gedachtegoed van Tocqueville, die geldt als een van de grootste en meest interessante denkers over de moderne democratie, de democratische samenleving en de democratische mens, vormt daarvoor de inspiratiebron

Democracy is one of the most used and misinterpreted terms of our time. In public discussions concerning the subject it is tacitly assumed that everyone is aware of the meaning of democracy and the implications it carries. In reality democratic ideals and practices take on various forms in various countries. Frank Hendriks sheds light on this subject matter in a comprehensible manner. He distinguishes four ground forms of democracy, which are inherent to democratic forms everywhere. Along with "consensus democracy", Hendriks compares "pendulum democracy", "voter democracy" and "participatory democracy", at national as well as subnational levels of governance. Hendriks concludes in his studies that contrary to popular belief, not one model is superior to the others and calls for a realistic approach to a democracy that is sensitive to the context in which democracy must prove and sustain itself. - In Nederland wordt net als elders veel geklaagd over 'het democratisch tekort' en 'de kloof tussen burger en bestuur'. De aangedragen oplossing is doorgaans 'meer democratie'. De consensus op dit punt lijkt groot. Maar de werkelijkheid is anders. Uit een schijnbaar eenvoudig principe, de samentrekking van demos en kratia, het volk dat regeert, vloeien zeer uiteenlopende denk-en handelingswerelden voort. In Vitale democratie werpt Frank Hendriks licht op deze zaak. Hij doet dat in een verhelderend en stimulerend relaas dat op verschillende niveaus kan worden gelezen. Enerzijds schetst Hendriks een panoramisch beeld van wat er in de wereld te koop is aan beproefde modellen van democratie. Anderzijds ontvouwt hij een theoretisch perspectief van waaruit de meervoudige werkelijkheid van de democratie op een zinvolle manier kan worden bekeken, vergeleken en op waarde geschat.

"Legaliteit en legitimiteit" takes one of the central problems of law and jurisprudence as its point of departure: what is the law? Adopting an intermediate position between legal positivism and natural law, this book reflects on the concept of 'liberal democracy' or 'constitutional democracy'. In five chapters the book analyses: (i) the idea of higher law, (ii) liberal democracy as a legitimate model for the state, (iii) the separation of church and state or secularism as essential for the democratic state, (iv) the universality of higher law principles, (v) the history of modern political thought. This interdisciplinary approach to jurisprudence is relevant for legal scholars, philosophers, political theorists, public intellectuals, historians, and politicians.

"Er bestaat groeiend onbehagen over democratie, onder meer door incidenten die als een aanval daarop worden bestempeld. Zij leiden tot (vragen over) inzet van het strafrecht. In wetgeving en rechtspraak wordt democratie als een door het strafrechtelijk te beschermen belang voorgesteld. De vraag doemt op wat daarmee wordt bedoeld en of het strafrecht democratie zou moeten helpen beschermen. In deze inaugurele rede wordt ingegaan op de vraag op welke wijze democratie als een door het strafrecht te beschermen belang naar voren treedt en of democratie een expliciet door het strafrecht te beschermen belang zou moeten zijn. Voor een antwoord op deze vragen worden actuele ontwikkelingen in wetgeving en rechtspraak besproken. Niet alleen wordt geïnventariseerd op welke wijze het strafrecht democratie beschermt, de vraag of democratie een expliciet door het strafrecht te beschermen belang zou moeten zijn wordt met verschillende voorbeelden belicht. De auteur waarschuwt voor overspannen verwachtingen; democratie kan door het strafrecht worden beschermd, maar niet tegen elke prijs."--