Jonge generaties op de Nederlandse arbeidsmarkt: groeiende flexibiliteit en turbulentie
In: Mens & maatschappij: tijdschrift voor sociale wetenschappen, Band 96, Heft 1, S. 132-135
ISSN: 1876-2816
24 Ergebnisse
Sortierung:
In: Mens & maatschappij: tijdschrift voor sociale wetenschappen, Band 96, Heft 1, S. 132-135
ISSN: 1876-2816
In: Bestuurskunde, Band 32, Heft 3, S. 3-10
In: Studies over de sociaaleconomische geschiedenis van Limburg/Jaarboek van het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg, Band 57, S. 47-78
In: Journal of social intervention: theory and practice, Band 32, Heft 3, S. 59-61
ISSN: 1876-8830
In deze boekenrubriek staat het thema kansengelijkheid centraal. Ondanks diverse inspanningen om de kansengelijkheid te bevorderen, zijn de sociaal-economische verschillen in Nederland onverminderd groot (Vrooman et al., 2023). Deze ongelijkheid neemt toe en is terug te zien in de gezondheid en levensverwachting van mensen, in waar en hoe mensen wonen, in hun omgeving, en in de wijze waarop kinderen en adolescenten zich bewegen door het onderwijssysteem (Grootegoed et al., 2022). Kansenongelijkheid wordt doorgegeven van generatie op generatie en is daarmee een hardnekkig probleem.
Wat kunnen sociaal werkers nu leren van de pogingen die de afgelopen jaren ondernomen zijn in beleid en praktijk om gelijke kansen te bevorderen? In deze boekenrubriek staan twee boeken centraal die reflecteren op het bevorderen van gelijke kansen in Nederland vanuit twee verschillende disciplines: een filosofisch sociologisch perspectief en het perspectief van de fysieke en sociale publieke ruimte.
In: Journal of social intervention: theory and practice, Band 32, Heft 2, S. 77-82
ISSN: 1876-8830
Kansengelijkheid, dat is wat we als samenleving graag willen. We willen dat het niet uitmaakt waar je geboren bent voor de kansen die je krijgt in je leven en dat ongeacht herkomst iedereen evenveel kans heeft op het volgen van een passende opleiding en op wonen in een gezonde leefomgeving. We willen dat iedereen in goede gezondheid ouder kan worden en de kans heeft om zich uit te drukken door muziek of poëzie en nog veel meer. Maar dit is niet het geval en dat is al heel lang zo. Praktisch opgeleiden leven ongeveer vijftien jaar korter dan mensen die een theoretische opleiding hebben gevolgd. Kinderen uit gezinnen waarvan de ouders een lager inkomen hebben, krijgen vaker een lager schooladvies aan het eind van groep acht dan hun klasgenootjes met dezelfde cito score uit een welvarend gezin. Er is een kansenkloof die vaak van generatie op generatie wordt overgedragen. Toch lukt het kinderen, jongeren of hele gezinnen soms wél om kansen te pakken in een omgeving waarin die niet voor het oprapen liggen. Heel vaak, of eigenlijk bijna altijd, hebben gidsen hier een cruciale rol in gespeeld (Notten, 2021). En het goede nieuws is: gidsen zijn we in potentie allemaal.
In: Studies over de sociaaleconomische geschiedenis van Limburg/Jaarboek van het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg, Band 30, S. 56-89
J.C.G.M. Jansen ging na welke kenmerken van de Limburgse economie hebben bijgedragen tot het ontstaan van een regionaal economisch leven met heel specifieke kenmerken. Uit een overzicht van de drie achtereenvolgende pogingen Limburg - en in het bijzonder het zuidelijk deel van die provincie - te industrialiseren destilleert de auteur een aantal kenmerken van de regionale economische structuur die haar groeimogelijkheden zo sterk afremden dat het gewest telkens weer na verloop van enkele generaties in de versukkeling geraakte.
In: Sociologia urbana e rurale, Heft 127, S. 63-78
ISSN: 0392-4939
La formazione delle Scuole di Architettura è perlopiù mono-scalare, nel senso che tende a concentrarsi su una sola scala progettuale. L'abitare è invece inter-scalare. Questa asincronia tra agire progettuale e abitare genera una tensione tra gli esiti del costruito e i suoi destinatari. Qui si mette ciò in relazione con i problemi generati da emergenze sanitarie di tipo pandemico, valutando come la limitata socialità imposta dalle misure di prevenzione ha effetti su alcuni aspetti dell'abitare.
In: Mondi migranti: rivista di studi e ricerche sulle migrazioni internazionali, Heft 1, S. 19-43
ISSN: 1972-4896
Il rapporto tra migrazioni e pandemie si può configurare come l'interazione com-plessa tra due "fatti sociali totali", uno di natura continuativa e strutturale, l'altro imprevisto e traumatico. Le relazioni tra i due fenomeni sono biunivoche e si arti-colano diversamente nel breve e nel medio-lungo periodo. Attingendo alla massa crescente di informazioni e dati generati dall'inizio della pandemia di COVID-19 e rimandando agli articoli che compongono questo numero monografico, l'articolo traccia una mappa di ricerca empirica e teorica per il futuro.
Nederland heeft lang een zelfbeeld van openheid en tolerantie gehad. Dat beeld kwam voort uit het naoorlogse optimisme van de middenklasse, die geloofde in kansengelijkheid, ongeacht afkomst of achternaam, en het belang van goede publieke voorzieningen. Zo zou elke nieuwe generatie het beter krijgen dan de vorige. Het geloof in vooruitgang is de afgelopen jaren afgebrokkeld en heeft onder invloed van de politiek plaatsgemaakt voor een sterke hang naar zelfbehoud, met extreme sentimenten tot gevolg. In 'Eigen welzijn eerst' laat Roxane van Iperen op prikkelende wijze zien hoe dit heeft kunnen gebeuren, en spreekt ze de hoop uit dat de middenklasse opnieuw de vooruitgangsgedachte omarmt
In: L' educazione sentimentale: rivista semestrale, Heft 38, S. 101-107
ISSN: 2037-7649
Siamo i nostri conflitti in quanto l'essere figli, generati, è una condizione che ci rende uguali e unici. Lo spazio dell'umano è uno spazio precario con il quale si instaura un'incessante negoziazione intrapsichica, interpsichica e interistituzio-nale. È uno spazio che si presenta nel suo costituirsi come una narrazione appesa a eventi imprevedibili, incerti e complessi, di fronte ai quali l'individuo, se in preda ad ansie, disagi, paure, angosce, agisce difensivamente costituendosi come potenziale aggressore o vittima o isolandosi nell'indifferenza e nell'anaffettività pervasiva di un neutro altrove. La pandemia le guerre, le violenze, l'erosione del legame sociale, le disuguaglianze le catastrofi climatiche e ambientali hanno ac-cumunato l'essere umano nella vulnerabilità, di fronte alla quale necessita un risveglio emotivo capace di incontrare l'alterità nel comune destino e di attivare la cura, la speranza, la responsabilità, l'immaginazione per creare una nuova forma del mondo.
De Friese adel van de late middeleeuwen opereerde in een niet-feodaal gebied dat lange tijd geen landsheer kende. Hadden de leden, hoofdelingen genaamd, zich uit de boerenstand omhooggewerkt of vormden ze vanouds een gesloten stand? Hoe zat het met hun vermogen? Dit boek zoomt in op Rienck Hemmema en zijn vrouw Ath Roorda. Zij exploiteerden in de jaren 1569-1573 een boerderij in Hitzum onder Franeker.
Uit Riencks Rekenboeck blijkt dat hij geen eigenerfde boer was, maar een edelman met een royale levensstijl en meer inkomsten dan uit die ene boerderij. Een ruimtelijke reconstructie van zijn bezit en dat van zijn voorgeslacht toont hoe agrarisch kapitaal per generatie werd gevormd en overgedragen. Dit beeld wordt getoetst aan een Quote 200 uit 1513 en huwelijksakten uit 1450-1550. Een belangrijke conclusie is dat de Friese adel getalsmatig omvangrijk was, met veel families die leefden van twee of drie boerderijen. De figuur van de edelman-boer kwam dus vaak voor.
La rivoluzione informatica ha avuto conseguenze enormi sullo sviluppo della città contemporanea. Al layer fisico della città si è andato via via sovrapponendo il layer immateriale dell'informazione, tanto che oggi qualsiasi discorso sulla città contemporanea non può prescindere da un discorso sulla connettività, le reti e i dati generati in questo nuovo ecosistema. Negli ultimi decenni tanto lo spazio fisico delle nostre città che quello informatico hanno seguito la traiettoria comune del modello neoliberista, all'insegna della privatizzazione. L'infrastruttura informatica, materiale e immateriale, è del tutto strategica e deve essere considerata come bene comune. Alcune città a livello mondiale hanno inserito nelle loro agende il diritto al digitale, la sovranità digitale e la democratizzazione dei dati. Anche il Comune di Roma, nell'ambito del Piano Smart City si sta dotando di una piattaforma per la raccolta, l'aggregazione e la condivisione dei dati generati nella città (Roma Data Platform). Sebbene si tratti di un passo importante nella direzione di una governance digitale equa, democratica e inclusiva, il rischio concreto è che la nuova piattaforma costituisca un vantaggio principalmente per le istituzioni e per le aziende private, e che i cittadini vengano lasciati indietro, beneficiandone - forse - in maniera passiva e indiretta. ; The information revolution has had enormous consequences on the development of the contemporary city. The immaterial layer of information has gradually been superimposed on the physical layer of the city, so much so that today any discourse on the contemporary city cannot ignore a discourse on connectivity, networks and data generated in this new ecosystem. In recent decades, both the physical space of our cities and the digital space have followed the common trajectory of the neoliberal model, under the banner of privatization. The IT infrastructure, tangible and intangible, is completely strategic and must be considered as a common good. Some cities around the world have included the right to digital, digital sovereignty and the democratization of data on their agendas. The Municipality of Rome, as part of the Smart City Plan, is also equipping itself with a platform for the collection, aggregation and sharing of data generated in the city (Rome Data Platform). Although this is an important step in the direction of equitable, democratic and inclusive digital governance, the real risk is that the new platform will benefit mainly institutions and private companies, and that citizens will be left behind, benefiting from it perhaps just passively and indirectly.
BASE
Van hen hoef je geen blauwdruk voor een nieuwe samenleving of een businessplan te verwachten. Zij plegen geen aanslagen - niet de straat is hun element, maar de studeerkamer of het schildersatelier. Zij zijn anarchisten, al verwacht je dat niet meteen. Dat de revolutie er nu snel aankomt, weten zij wel zeker. Niet alleen in Parijs of Moskou, maar ook in België.00Rond 1900 ziet een generatie intellectuelen en artiesten de wereld kantelen. Hun nieuwe maatschappij zal gelijkheid en geluk brengen. Loon naar werken. Vrede. De vrijheid om lief te hebben. Schooltjes op kindermaat. Een leven zonder God of Gebod. "Ni dieu ni maître!"00Wie zij zijn? Enkele bourgeois-bohèmes uit het Brusselse universitaire milieu rond Élisée Reclus: Jacques Mesnil, August Vermeylen en Alexandra David-Néel. Kunstenaars uit de links-liberale burgerij als Émile Verhaeren, Henry van de Velde, Théo Van Rysselberghe en hun Parijse kameraden. De Antwerpse bende van De Kapel. Een handvol pioniers die in de groene rand van Brussel communes stichten. Dichters en pedagogen. Ongeduldige socialisten. Geniale knoeiers. Dolende idealisten in het zwarte licht van de anarchie. Een prachtig misverstand was het.00
Na een bijzonder rijk gevulde loopbaan werd professor Marnix Van Damme in oktober 2020 toegelaten tot het emeritaat aan de Vrije Universiteit Brussel. 00Naast zijn drukke taak als Kamervoorzitter van de eerste kamer Wetgeving van de Raad van State was Marnix Van Damme ook belast met een omvangrijke lesopdracht aan de universiteit, onder meer met de opleidingsonderdelen Grondwettelijk Recht, Rechtsbescherming tegen de overheid en Wetgevingsleer en -techniek. Daarbij heeft hij generaties juristen in inspirerende colleges gevormd. Daarnaast is hij de auteur van een indrukwekkend wetenschappelijk oeuvre. Hij is een van de weinige beoefenaars van het publiekrecht die op het hoogste niveau zowel het bestuursrecht als het staatsrecht beheerst. De carrière van Marnix Van Damme getuigt dan ook van een onvoorstelbare werkkracht. 00Naar aanleiding van zijn emeritaat bieden zijn collega's en vrienden hem dit Liber amicorum aan. De onderwerpen van de bijdragen reflecteren de diverse juridische domeinen waarin Marnix Van Damme binnen en buiten de academische wereld zijn sporen verdiende. Zij getuigen ook van de grote waardering die in de academische en gerechtelijke wereld voor hem en voor zijn werk leeft
In: Huizinga-lezing 2021
Dit boek bevat de uitgebreide en geannoteerde tekst van de 50ste Huizinga-lezing die David Van Reybrouck zaterdagmiddag 11 december 2021 heeft uitgesproken in de Pieterskerk in Leiden. In zijn lezing, getiteld 'De kolonisatie van de toekomst. Leven aan de vooravond van de klimaatcatastrofe', staat schrijver en cultuurhistoricus Van Reybrouck stil bij hoe "de mensheid momenteel toekomstige generaties plundert en verknecht. Het geweld beperkt zich bovendien niet alleen tot mensen, maar treft al het leven op aarde". Hoe kunnen we ons een betere toekomst herinneren, vraagt hij zich af. David Van Reybrouck (50) is bekend van zijn boeken 'Congo. Een geschiedenis' en 'Revolusi. Indonesië en het ontstaan van de moderne wereld'. Hij is geëerd met onder meer de AKO Literatuurprijs, de Libris Geschiedenis Prijs, de J. Greshoff-prijs en de Gouden Ganzenveer. Naast non-fictie schrijft hij toneelstukken, poëzie en proza. Toegevoegd aan de tekst van de lezing zijn een levensschets van historicus en cultuurfilosoof Johan Huizinga (1872-1945) en een kleine geschiedenis van de Huizinga-lezing. Deze wordt sinds 1972 jaarlijks georganiseerd door de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden, de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en (vanaf 2014) opinieweekblad 'EW'