Wat maakt menselijke waardigheid tot menselijke waardigheid?
In: Civis mundi: tijdschrift voor politieke, filosofie en cultuur, Band 37, Heft 3, S. 122-129
ISSN: 0030-3283
24 Ergebnisse
Sortierung:
In: Civis mundi: tijdschrift voor politieke, filosofie en cultuur, Band 37, Heft 3, S. 122-129
ISSN: 0030-3283
In: Christen-democratische verkenningen: CDV, Heft 4, S. 24-36
ISSN: 0167-9155
In: Christen-democratische verkenningen: CDV, Heft 4, S. 121-129
ISSN: 0167-9155
In: Christen-democratische verkenningen: CDV, Heft 4, S. 105-114
ISSN: 0167-9155
In: Christen-democratische verkenningen: CDV, Heft 4, S. 129-135
ISSN: 0167-9155
In: Christen-democratische verkenningen: CDV, Heft 4, S. 97-105
ISSN: 0167-9155
In: Christen-democratische verkenningen: CDV, Heft 4, S. 52-59
ISSN: 0167-9155
In: Christen-democratische verkenningen: CDV, Heft 4, S. 59-68
ISSN: 0167-9155
In: Christen-democratische verkenningen: CDV, Heft 4, S. 114-121
ISSN: 0167-9155
In: Christen-democratische verkenningen: CDV, Heft 4, S. 36-46
ISSN: 0167-9155
In: Tijdschrift voor sociaal recht 1999,3
In: Journal of social intervention: theory and practice, Band 32, Heft 1, S. 23-27
ISSN: 1876-8830
In augustus 2021 verscheen onder de titel Omwille van fatsoen: De staat van menswaardige zorg een doorwrochte studie naar wat de auteur op de achterflap "de risico's van de 'institutionele vernedering' in de Nederlandse verzorgingsstaat" noemt. Willemijn van der Zwaard schrijft in haar proefschrift verwonderd te zijn over "het gemak waarmee politiek en beleid opvattingen over een menswaardig bestaan institutionaliseren" en stelt dat de Nederlandse verzorgingsstaat de menselijke waardigheid, die zij voor iedereen wil garanderen, onder druk zet. Waar zij de eerste these onderbouwt met een brede en kritische analyse van Nederlandse wetgeving op het terrein van de verzorgingsstaat, wordt de tweede geïllustreerd met de uitkomsten van een observationele studie van de werkzaamheden van een buurtteam in Utrecht.
In: Mosissa , G A 2020 , ' A Re-examination of Economic, Social and Cultural Rights in a Political Society in the Light of the Principle of Human Dignity ' , Doctor of Philosophy , University of Groningen , [Groningen] .
Deze studie onderzocht de rechtvaardiging van economische, sociale en culturele rechten die worden gegarandeerd door de internationale (mensenrechten) wetgeving en de implicaties ervan voor de daaruit voortvloeiende verplichtingen van de staat. Het heeft met name onderzocht of en op welke manier de menselijke waardigheid een levensvatbare normatieve rechtvaardiging biedt voor ESC rechten die worden gegarandeerd door het internationaal recht en het soort concrete juridische verplichtingen van de staat die daaruit voortvloeien, en de manier waarop deze verplichtingen worden weerspiegeld in de internationale ESC rechtenjurisprudentie uit diverse jurisdicties. De studie biedt een frisse kijk op de manier waarop we de rechtvaardiging, aard en juridische implicaties van ESC rechten moeten benaderen, zowel in het algemeen als in de specifieke context van kwetsbare personen. Daartoe heeft de studie, nadat de ernstige tekortkomingen van de traditionele theorieën over de mensenrechten zijn geïdentificeerd, het idee van de sociale opvatting van de mensenrechten geïntroduceerd, dat wil zeggen dat de mensenrechten geworteld zijn in en in wezen gericht zijn op de praktische en complexe sociale relaties en daarmee de bescherming, het behoud en de promotie van het leven en de waarde van de mens. Er wordt beargumenteerd dat de menselijke waardigheid een onderliggend moreel beginsel vormt achter de sociale relaties en de normatieve rechtvaardiging van alle mensenrechten. De menselijke waardigheid stelt als normatief beginsel een onvoorwaardelijk respect voor het morele en biologische wezen van de mens. In het kader van ESC rechten verbidt deze verplichting op de verplichting van de staat om essentiële procedurele en materiële voorwaarden te eerbiedigen en te waarborgen die nodig zijn om een menswaardig leven te leiden. ; This study has examined the justification of economic, social and cultural rights guaranteed under international (human rights) law and its implications for the State obligations emerging therefrom. It has particularly investigated whether and in what manner human dignity provides a viable normative justification for ESC rights guaranteed under international law and the kind of concrete State legal obligations flowing therefrom and the way these obligations are reflected in international ESC rights jurisprudence from across jurisdictions. The study provides a fresh perspective regarding the way we should approach the justification, nature and legal implications of ESC rights both generally and in the specific context of vulnerable persons. To this end, the study, having identified the critical limitations of the traditional human rights theories, has introduced the idea of the social conception of human rights, that is, human rights as being rooted in and essentially concerned with the practical and complex social relations and therewith the protection, preservation and promotion of the life and value of human being. It has argued that human dignity constitutes an underlying moral principle behind the social relations and the normative justification of all human rights. As a normative principle, human dignity asserts an unconditional respect for the moral and biological being of humans. In the context of ESC rights, this obligation threads on the State's obligation to respect and ensure essential procedural and substantive conditions required to live a dignified human life.
BASE