Over Het Wezen van Het Katholicisme
In: Synthese: an international journal for epistemology, methodology and philosophy of science, Band 2, Heft 1, S. 210-222
ISSN: 1573-0964
13 Ergebnisse
Sortierung:
In: Synthese: an international journal for epistemology, methodology and philosophy of science, Band 2, Heft 1, S. 210-222
ISSN: 1573-0964
In: Tijdschrift voor Sociologie, Band 9, Heft 3
ISSN: 0777-883X
In een poging de begrenzing van het verzuilingsonderzoek tot de Lage Landen te doorbreken, worden de verzuilingsprocessen van de katholieken in België, Duitsland, Nederland en Frankrijk historisch gereconstrueerd. Uit hun onderlinge confrontatie leiden we o.a. af dat katholieke zuilen niet enkel het apanage zijn van kleine landen, maar ook in grote landen voorkomen (Duitsland, Italië), dat verzuilingsprocessen zich in alle vier landen voordoen, maar niet overal in verzuiling resulteren (Frankrijk), dat een minderheidspositie zowel tot een snelle als tot een laattijdige verzuiling kan leiden (Duitsland tegenover Nederland), dat de dynamiek van de kerk essentieel is voor een gelukte zuilvorming (België, Duitsland en Nederland tegenover Frankrijk), dat ontzuiling zich volgens meerdere modi kan voltrekken. De frequentie en de variatie van de (katholieke) verzuilings- en ontzuilingsprocessen, m.a.w. het ontbreken van een uniek model, vereisen dat er werk wordt gemaakt van een meer algemene zuiltheorie.
In: Tijdschrift voor Sociologie, Band 11, Heft 2
ISSN: 0777-883X
In zijn studie over het ascetisch protestantisme beschrijft Max Weber hoe de combinatie van de predestinatie-idee met de verwerping van alle vormen van sacramentele genade (o.m. de biecht) in een diepgaande rationalisering van het ethisch gedrag resulteerde: om zijn zielenheil te waarborgen, leidde de ascetische protestant een leven gekenmerkt door "de alerte, methodische controle van zijn eigen levens- en gedragspatroon". Een analyse van het discours van de Katholieke Actie in Vlaanderen tijdens de période 1930-1960 leert dat deze beweging verwantschappen met het door Weber beschreven ascetisch protestantisme vertoont. De Katholieke Actie-beweging spoorde een elite van zgn. lekenapostelen tot een meer methodische en gerationaliseerde levensstijl aan. De leden werden voortdurend opgeroepen alle vormen van zondig of onzedig handelen te bestrijden, zowel binnen de moderne gelaïciseerde samenleving, als binnen hun eigen persoonlijkheid. In het licht van deze bevindingen wordt het discours van de Katholieke Actie een vorm van binnenwerelds ascetisch katholicisme genoemd. Uiteraard was de gepropageerde ascetische levensstijl voor de leden van de Katholieke Actie-beweging enkel een individuele mogelijkheid en niet een psychische noodzaak. Als zodanig kende (en kent) het ascetisch katholicisme nimmer de "psychologische premies" op zelfbeheersing en affectcontrole die de ascetische protestant volgens Weber juist aanzetten tot een volgehouden "methodische Lebensführung".
In: Tijdschrift voor Sociologie, Band 13, Heft 1
ISSN: 0777-883X
Vele leden van de katholieke Kerk hebben zware kritiek op de huwelijks- en seksualiteitsmoraal van Rome. Hieruit groeide de onderzoeksvraag waarom deze mensen zich niet (massaler) afwenden van het katholicisme. Katholicisme werd daarbij opgevat in een ruime betekenis zodat het niet alleen de zogenaamde kerkelijkheid omvat maar ook de katholieke zuil. Antwoorden op deze vraag werden enerzijds gevonden in het werk van godsdienstsocioloog Karel Dobbelaere. Zijn verklaring heeft als basis de secularisatie van onze samenleving die ook op het individuele vlak heeft toegeslagen. Anderzijds werd door de auteur zelf een onderzoek uitgevoerd waarin de probleemstelling werd beperkt tot de vraag of de "geseculariseerde" leken hun - afwijkende - ideeën inzake huwelijk en seksualiteit terugvinden in de gezinswerking van vier socio-culturele verenigingen uit de katholieke zuil in Vlaanderen. Hieruit bleek dat deze organisaties zich goed hebben aangepast aan de secularisatie. Ze vertonen eenzelfde afwijking van de kerkelijke leer als de 'geseculariseerde, leken. De door Karel Dobbelaere aangehaalde factoren die de stabiliteit en de bloei van de zuil verklaren, werden expliciet aangetroffen in hun gezinswerking - zij het met een kleine nuancering bij de tweede factor en dit inzake de gedeconfessionaliseerde, evangelische visie.
In: http://mdz-nbn-resolving.de/urn:nbn:de:bvb:12-bsb00140435-2
unter Mitw. von . im Auftr. d. Görresrings hrsg. von Godehard Josef Ebers ; Volltext // Exemplar mit der Signatur: München, Bayerische Staatsbibliothek -- Pol.g. 1096 i
BASE
In: Tijdschrift voor Sociologie, Band 1, Heft 1
ISSN: 0777-883X
Vertrekkend van een hypothese, geformuleerd op basis van een studie gemaakt met J. Billiet, dat er een overgang vast te stellen valt van "kerks katholicisme naar sociaal-culturele christenheid", wordt hier eerst nagegaan of deze in het begin van de zeventiger jaren vastgestelde trend zich doorzet. Vervolgens wordt ingegaan op de vraag welke de kenmerken zijn van de interpretatie-schema's, symbolen, rituelen en ethiek van de christelijke zuil en of zij in oppositie zijn tot de kerkelijke schema's, in welke zin en tot op welke hoogte ? Daarop wordt onderzocht of een antwoord op voorgaande vraag een gedeeltelijke verklaring kan bieden voor de stabiliteit en bloei van de christelijke zuil in een periode dat de integratie in de Kerk drastisch daalde. In voorliggende studie wordt een tendens van differentiatie, specialisatie en professionalisering in christelijke zuilorganisatie - hospitalen en scholen - vastgesteld, die de kerkelijke godsdienst privatiseren en marginaliseren, en haar impact als overkoepelend zingevingssysteem reduceren. Dit proces van secularisatie beantwoordt aan de dalende kerksheid van de Vlaamse bevolking en verklaart gedeeltelijk de stabiliteit van de christelijke zuil.
Roman Catholicism and Twelver Shiʻism -- The story of the people of the house -- Sacred actors and intercessors -- Redemptive suffering and martyrdom -- Catholic mystics and Islamic Sufis: the confluence of experience -- Law and state -- Authority, justice, and the modern polity
In: Tijdschrift voor Sociologie, Band 9, Heft 3
ISSN: 0777-883X
kunnen worden afgeleid uit theorieën die het ontstaan en de sociale basis van "nieuwe" sociale bewegingen proberen te verklaren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de resultaten van een onderzoek dat werd uitgevoerd bij 330 activisten van de Vlaamse vredesbeweging VAKA. De resultaten van dit onderzoek worden vergeleken met pen steekproef van 1945 personen, die representatief kan worden geacht voor de gehele Vlaamse bevolking. Er worden verschillende multivariate modellen geconstrueerd, die (1) de participatie in de beweging, (2) de motivaties van (potentiële) participanten proberen te verklaren. Uit de resultaten komt naar voren dat (potentiële) activisten van de Vlaamse vredesbeweging bijzonder hoog geschoold zijn en dat ze overwegend zijn tewerkgesteld ver van de produktivistische prestatiekern van de samenleving. Verder komt er een belangrijke interactie aan het licht tussen die twee variabelen en de levensbeschouwing: het institutioneel katholicisme blijkt een "modererende" invloed te hebben op het effect van hun invloed, daar waar het feit van te behoren tot een "levensbeschouwelijke minderheid" zoals buitenkerkelijke christenen en vrijzinnigen werkte als een "intensifier" op het effect van bepaalde beroepen en op het effect van onderwijs meer in het algemeen.
In: de Weerd , C J 2021 , ' The Veluwe reformed : Regional power shift and religious change in the sixteenth century ' , Dr. , Vrije Universiteit Amsterdam , s.l. .
This study is about the sixteenth-century reformation process in the Quarter of Arnhem, shortly called Veluwe, as part of the duchy of Guelders and, as a consequence, of the Holy Roman Empire. In the introductory chapter, the developments in the international reformation research field that focus on the multiformity of the religious reformation movements will be assessed, as well as the unpredictability of political changes, the meaning of spatial and material conditions for religious practices, and the role of various social groups. The application of these historiographical challenges on the reformation process in the Veluwe leads to two general and four thematic chapters, in each of which an aspect of the integral process of regional power shift and religious change will be centralised. Chapter 1 ('The sacral infrastructure') pictures the spatial organisation of religious life in the Veluwe. Chapter 2 ('Unforeseen reformations') describes the course of the reformation process in the Veluwe in a non-teleological way. Chapter 3 ('Reappraisal of the liturgy') analyses conflicts revolving around the holy Sacrament by means of records of criminal processes, as laid-out by servants of Charles of Guelders and, after 1543, the councillors of the Court of Guelders. Chapter 4 ('A catholic reformation agenda') uses the iconography of the vault paintings in the Church of Our Lady in Harderwijk from 1561–1562 to dissect the reformation agenda of the devisors and initiators of these paintings. Chapter 5 ('Professionalising the clergy') studies the functioning of (parish) priests and preachers as key figures within the corpus christianum. Chapter 6 ('The formation of a new elite') provides a collective biography of the nobility in the Veluwe during the Reformation era. In the concluding observations the integral process of the regional change of power and religious change in the Veluwe is described by means of five characteristics. It becomes clear that the processes of renewal in the Veluwe appeared to result in a renewed catholic order, but was reversed, through the Iconoclastic Fury of 1566 and the Beggars' raids of 1572, into a protestantisation. Moreover, the reformation process in the Veluwe had an irregular and incalculable course and was locally differentiated on top of that ('Multiple and unpredictable reformations').
BASE
Heinz Gollwitzer ; Inhaltsverzeichnis ; Volltext // Exemplar mit der Signatur: Neubiberg, Universitätsbibliothek -- WBB93/3171
BASE
von Sylvia Paletschek ; Inhaltsverzeichnis ; Volltext // Exemplar mit der Signatur: München, Bayerische Staatsbibliothek -- 91.5377
BASE
In: Ethnologia Europaea
Special issue: Though a seemingly stable concept in ethnological work,
"family" as a lived reality took and takes on innumerable forms
shaped by economic pressures, mobility and attendant social
transformations, and biotechnical interventions. The case studies
in this special issue focus on the ways in which social actors seek
to concretize as well as control what family could or should be.
While (bio-)technological innovation proves vital to fulfill
traditional imaginaries of a nuclear family, communication
technology is a key to keep transnationally situated families in
contact. Still, transnational work opportunities conflict with
traditional imaginaries of the wholesome families and impact
particularly women seeking to cross both borders and established
family norms. Popular genealogy as a hobby and passion
uncovers evidence that counters established narratives: instead
of long-term sedentary family lineages, evidence of migration
muddies the waters. Family metaphor, finally, serves, in one of
the case studies, as vocabulary to materialize imaginary kinship
ties among nuns. The five case studies are complemented by four
commentaries, exploring paths along which these themes can be
developed further.
Ulrich Bröckling ; Literaturangaben ; Inhaltsverzeichnis ; Volltext // Exemplar mit der Signatur: München, Bayerische Staatsbibliothek -- 93.17596
BASE