Search results

Dealing with unlawful behaviours enables to study, from a particular point of view, the problems related to the formation of identity. This article presents the way E. De Greeff, the Belgian psychiatrist and criminologist, dealt with the question through his clinical practice. His perspective enables to show the links between identity and temporality and how the formation of identity is closely related with the choice of a set of values.

Les recherches empiriques et théoriques à propos du développement du jugement moral se trouvent confrontées au problème du caractère universel ou relatif des normes ou des principes moraux. Tant Piaget que Kohlberg posent effectivement le principe universel de justice comme fondement ou comme hypothèse susceptible d'expliquer de manière rationnelle les différents stades du développement moral des individus. Ils aboutissent ainsi à une conception du choix moral qui transcendrait les différences culturelles. A cette « morale de justice », C. Gilligan oppose une «morale de responsabilité» selon laquelle chaque choix moral est unique et « construit » à partir de la situation dans laquelle il se pose plutôt que « déduit » du principe abstrait de justice. C'est l'enjeu de ce débat que nous examinons dans cet article.

Dit artikel schetst het ontstaan en de evolutie van de eerste gevangenis voor kinderen die in België werd ingericht in de oude abdij van Saint-Hubert en Ardennes. Het betreft de période van 1840 tot 1890. Om deze historische studie te verwezenlijken hebben we ons gesteund op de analyse van drie soorten bronnen : vooreerst de programmai van de hervormers (Ducpétiaux, Prins en Lejeune) ; vervolgens het geheel van normatieve bronnen die betrekking hebben op deze période ; tenslotte hebben we getracht bepaalde aspecten van het dagelijks leven van het tuchthuis te achterhalen vanuit de archieven die in de inrichting werden teruggevonden.
Die drie benaderingen beogen een dubbel doel. Vooreerst goat het er om te zien of ieder niveau een eigen logica vertoont en om dan de relatieve autonomie van de praktijken tenaanzien van de theorieën te meten. We hebben nadien getracht aan te tonen hoe de projecten van hervormers, de richtlijnen van de gevangenisadministradie en de. dagelijkse praktijk opelkaar inwerken en aldus wijzigingen ondergaan.